Op 5 augustus 2025 heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in de kortgedingzaak van aannemingsmaatschappij Baitali N.V. (hierna: Baitali) tegen de Staat Suriname (hierna: de Staat).
De zaak draaide om de vraag of de Staat onrechtmatig heeft gehandeld door via het Ministerie van Landbouw Veeteelt en Visserij (LVV) een aanbesteding te houden met betrekking tot de rehabilitatie van het wegtraject Southdrain-Apoera en Baitali buiten de aanbesteding te houden.
Het Ministerie van Openbare Werken (OW) had eerder met betrekking tot hetzelfde project een aanbesteding gehouden en Baitali had naar aanleiding daarvan een offertedossier ingediend bij het Ministerie van Openbare werken. Het project werd uiteindelijk opnieuw via LVV heraanbesteed, zonder dat Baitali daarvan op de hoogte was. Toen Baitali om het bestek vroeg heeft de Staat aangegeven dat Baitali te laat was en kon zij niet meer meedoen aan die aanbesteding. Volgens Baitali is de procedure in strijd met het Aanbestedingsreglement Werken (AWS 1996) verlopen.
Baitali vorderde in het kortgeding onder andere dat het gunningsbesluit, waarbij het werk werd gegund aan Shiwan Tushan Suriname N.V., werd ingetrokken. Ook vorderde zij dat de werkzaamheden van het project stopgezet zouden worden, dat de Staat het project aan haar zou gunnen of anders een nieuwe aanbesteding zou uitschrijven die voldeed aan de regels. Zij vorderde voorts een dwangsom indien de Staat zou worden veroordeeld en zich niet zou houden aan de veroordeling. De regels die volgens Baitali niet zijn gevolgd bij de aanbesteding door LVV waren de regels met betrekking tot de in acht te nemen termijnen en de regels met betrekking tot de verplichte bekendmakingen. Ook was het volgens Baitali in strijd met de regels dat zij niet in de gelegenheid werd gesteld om het bestek te kopen.
De Staat voerde aan dat de aanbesteding wel volgens de regels was verlopen. Vanwege het feit dat de werkzaamheden met spoed uitgevoerd moesten worden werd volgens de Staat een verkorte procedure gevolgd, waarbij de gebruikelijke termijnen mochten worden ingekort. De Staat stelde verder dat Baitali zichzelf had buitengesloten, doordat zij zich niet tijdig had aangemeld bij LVV.
De rechter oordeelde dat bij de aanbestedingsprocedure niet is voldaan aan de wettelijke vereisten van het AWS 1996 en aan de beginselen van behoorlijk bestuur. De rechter overwoog dat de Staat (OW) reeds geruime tijd in overleg met Baitali was over het project en aan Baitali een uitnodiging tot inschrijving had gedaan. Door het plaatsen van een bekendmaking door LVV in de periode waarbinnen Baitali op grond van de uitnodiging, de inschrijving en de prijsofferte zou moeten doen aan OW, heeft de Staat onrechtmatig gehandeld jegens Baitali.
Van de Staat mocht worden verwacht dat Baitali ervan in kennis werd gesteld dat de aanbesteding zoals aangekondigd door OW, geen voortgang zou hebben doch dat het project in een gewijzigde vorm door het Ministerie van LVV zou worden aanbesteed. Dat heeft de Staat niet gedaan en de Staat heeft Baitali tevens ten onrechte uitgesloten om zich in te schrijven voor de aanbesteding volgens de verkorte procedure.
De kantonrechter kwam tot de slotsom dat het op 26 maart 2025 genomen gunningsbesluit tot stand is gekomen op basis van een gebrekkig verlopen procedure, welke niet is gegrond op de algemeen verbindende voorschriften van AWS 1996 en dat door het houden van een heraanbesteding de onjuistheden die zich hebben voorgedaan bij de aanbesteding hersteld kunnen worden. De gunning aan Shiwan Tushan Suriname N.V., werd daarom opgeschort. De kantonrechter heeft de Staat bevolen het gunningsbesluit in te trekken en veroordeeld om, voorzover hij nog tot gunning van het Southdrain-Apoera Werk wenst over te gaan een nieuwe aanbestedingsprocedure te organiseren die volledig voldoet aan de geldende wet- en regelgeving.
Paramaribo, 13 oktober 2025
Communicatie Unit Hof van Justitie