Op 17 januari 2024 is in de strafzaak tegen de verdachten J.A., J.H., G.Z., R.M., M.W. en M.B. vonnis gewezen door de kantonrechter.
De verdachte M.B. werd voor opruiing veroordeeld conform de eis van de officier, tot een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 7 maanden voorwaardelijk, onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. De proeftijd werd gesteld op 2 jaar. De overige vijf verdachten werd een gevangenisstraf van 8 jaar opgelegd, onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, voor de achttien feiten die hun ten laste waren gelegd. De kantonrechter achtte alle feiten bewezen. Zij zijn veroordeeld voor poging moord, zware mishandeling met voorbedachten rade, diefstal met geweldpleging, brandstichting, vernieling, openlijke geweldpleging, wederrechtelijke vrijheidsberoving en overtreding van de vuurwapenwet. Een aantal inbeslaggenomen goederen werd verbeurdverklaard, een deel werd onttrokken aan het verkeer en van een ander deel werd de teruggave gelast.
De officier van justitie had tegen de verdachte M.B. een gevangenisstraf gevorderd van 12 maanden waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Tegen de overige verdachten werd een straf van 15 jaren geëist en handhaving van de gevangenhouding.
De advocaat van de verdachte G.Z. vroeg de kantonrechter om de verdachte een zodanige straf op te leggen dat hij niet langer in detentie hoeft te blijven. De advocaten van de overige verdachten vroegen de kantonrechter om de verdachten vrij te spreken van de ten laste gelegde feiten wegens gebrek aan bewijs.
De verdachten vroegen in hun laatste woord aan de kantonrechter om hen naar huis te sturen.
Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-strafzaak-pikin-saron-van-15-november-2024/
Paramaribo, 24 februari 2025
Communicatie Unit Hof van Justitie