Uitspraak strafzaak verdachten R.M. en K.R van 24 juli 2025

Op 24 juli 2025 heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachten R.M. en K.R., in verband met de vermiste toerist. Aan de verdachten waren de feiten moord (1A), het wegmaken van een stoffelijk overschot (2) en begunstiging (3) ten laste gelegd. Het strafbaar feit begunstiging komt hierop neer dat een verdachte een ander die een misdrijf heeft gepleegd, zou hebben geholpen, onder andere door het verbergen van bewijsmateriaal of het verstrekken van valse informatie aan de autoriteiten.

De officier van justitie heeft ten aanzien van de verdachte R.M. alle drie feiten bewezen geacht en vorderde een gevangenisstraf van 30 jaren onvoorwaardelijk onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, handhaving van de gevangenhouding en teruggave van een inbeslaggenomen telefoon. Voor de verdachte K.R. achtte de vervolging het feit onder 3 van de tenlastelegging bewezen en vorderde een gevangenisstraf van 9 maanden waarvan 5 voorwaardelijk onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht en teruggave van een inbeslaggenomen telefoon en auto.

De kantonrechter heeft het formeel verweer van de raadslieden van K.R. verworpen en de officier van justitie ontvankelijk geacht in de vervolging. Zij oordeelde daarbij dat de aanhouding van K.R. niet in strijd is geweest met de artikelen 7 en 8 van het Amerikaans Verdrag inzake de Rechten van de Mens en art. 14 van het BUPO Verdrag.

Met betrekking tot het inhoudelijke van de strafzaak had de raadsman van de verdachte R.M. tijdens het pleidooi de kantonrechter primair verzocht om de verdachte vrij te spreken van de gehele tenlastelegging. Als er geen vrijspraak zou kunnen volgen volgens de rechter, vroeg de raadsman dat de verdachte een lagere straf wordt opgelegd dan genoemd door het OM en dat daarbij ook de persoonlijke omstandigheden en de proceshouding van de verdachte mee worden genomen.

De kantonrechter heeft de verdachte R.M. vrijgesproken van de feiten moord en het wegmaken van een stoffelijk overschot. Voor het feit genoemd onder 3 (begunstiging) van de tenlastelegging heeft de kantonrechter R.M. veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.

De kantonrechter heeft de verdachte K.R. vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.

Bij de bewijsmotivering heeft de kantonrechter overwogen dat de verdachte R.M. zich schuldig heeft gemaakt aan begunstiging door het helpen vernietigen en wegmaken van de camera box, het weggooien van een horloge en het schoonmaken van de woning. Door zijn handelen is de nasporing of vervolging van een ernstig misdrijf, namelijk doodslag, een stuk moeilijker gemaakt.

Volgens de kantonrechter heeft de verdachte K.R. steeds ontkend iets af te weten van de vermissing van het slachtoffer. Daarnaast is uit het onderzoek niet gebleken dat zij iets kon weten of wist over de vermissing van het slachtoffer.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-strafzaak-verdachten-r-m-en-k-r-van-30-juni-2025/

 

Paramaribo, 1 augustus 2025

Communicatie Unit Hof van Justitie