- Instantie Hof van Justitie
- Zaaknummer onbekend
- Uitspraakdatum 06 mei 1998
- Publicatiedatum 24 april 2019
- Rechtsgebied Strafrecht
-
Inhoudsindicatie
Niet-ontvankelijkheid Openbaar Ministerie i.v.m. overlijden verdachte. Art. 95 Wetboek van Strafrecht: verval recht tot strafvordering.
Uitspraak
PRO JUSTITIA
IN NAAM VAN DE REPUBLIEK!
Vonnis 1998 no.
Het Hof van Justitie van Suriname;
Gezien de stukken van het geding, waaronder het in afschrift overgelegde vonnis, door de Kantonrechter in het Tweede Kanton op 8 februari 1996 gewezen en uitgesproken tegen
[verdachte], geboren op [datum 1], van beroep schilder, geboren in [district], wonende aan [adres] te [district], gevangengehouden verdachte,
Gelet op het door de verdachte en de Vervolgingsambtenaar ingestelde hoger beroep;
Gehoord de vordering van het Openbaar Ministerie, ertoe strekkende hem in zijn vervolging niet-ontvankelijk te verklaren;
Gelet op het onderzoek in eerste aanleg en het niet afgesloten onderzoek in hoger beroep;
Overwegende, ambtshalve dat blijkens een aan het Hof overgelegd uittreksel uit het register van overlijden van Paramaribo, door de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand opgemaakt d.d. [datum 2], de verdachte ten rechte geheten is [naam 1] in stede van [naam 2], aldaar op zeventien februari negentienhonderd acht en negentig -ongehuwd- is overleden; dat mitsdien ingevolge artikel 95 van het Wetboek van Strafrecht in de onderhavige zaak het recht tot strafvordering is vervallen; dat dit meebrengt dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vervolging;
RECHTDOENDE IN HOGER BEROEP:
Verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in zijn vervolging.
Aldus gewezen door de heren: Mr. J.R. VON NIESEWAND, Vice-President, Mr. L.J. BUDHU LALL en Mr.A.A.HERMELIJN, leden-plaatsvervanger, die dit vonnis hebben ondertekend en door de Vice-President uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Hof van Justitie van WOENSDAG 6 MEI 1998, in tegenwoordigheid van Mr. M. TEDJOE, fungerend-Griffier.