- Instantie Hof van Justitie
- Zaaknummer G.R. no. 14696
- Uitspraakdatum 06 juli 2012
- Publicatiedatum 12 juni 2025
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Bekrachtiging kort geding vonnis in hoger beroep, zie ook G.R. no. 14695. Appellanten hebben geen belang meer bij vernietiging van het vonnis van de Kantonrechter van 20 februari 2012, nu de oorspronkelijke vordering door het Hof alsnog is afgewezen door vernietiging van het vonnis van de Kantonrechter van 27 december 2011. In onderhavige zaak had de Kantonrechter geweigerd om de Staat te bevelen politiebegeleiding te verlenen bij het overbrengen van het stoffelijk overschot van de overledene door de weduwe en kinderen voor begrafenis aan de bovenloop van de Surinamerivier in het distrikt Sipaliwini conform de gebruiken van de Volle Evangelie Gemeente, terwijl de overige familie zich tegen een begrafenis op die plek verzette.
Uitspraak
G.R.No. 14696
HET HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME
In de zaak van
A. [appellant sub A],
B. [appellant sub B],
C. [appellant sub C] ,
D. [appellant sub D],
E. [appellant sub E],
F. [appellant sub F],
G. [appellant sub G],
H. [appellant sub H],
I. [appellant sub I],
J. [appellant sub J],
K. [appellant sub K],
L. [appellant sub L],
M. [appellant sub M],
N. [appellant sub N],
O. [appellant sub O],
sub A, J, L, M en N, wonende in het [district 1],
sub B, I, K, O, wonende in het [district 2],
sub C, D, E, F, G en H, wonende in het [district 3],
geïntimeerden, eisers in eerste aanleg (hierna ook aangeduid als de “[appellanten]),
gemachtigde: mr. T.S. Sewdien, advocaat,
tegen
De Staat Suriname, met name
a. de Procureur-Generaal, bij het Hof van Justitie van Suriname,
b. het Ministerie van Regionale Ontwikkeling,
c. de Districts Commissaris van het [district 1],
bestuursressort Boven Suriname (hierna ook aangeduid als de Staat Suriname),
domicilie kiezende te Paramaribo,
geïntimeerden, gedaagden in eerste aanleg,
gemachtigde: mr. A.W. van der San, advocaat,
inzake het hoger beroep van het door de Kantonrechter van het Eerste Kanton uitgesproken vonnis in kort geding d.d. 20 februari 2012 (A.R.No. 120502) tussen appellanten als eisers en geïntimeerden als gedaagden,
spreekt de Fungerend-President, in Naam van de Republiek, het navolgende vonnis in kort geding uit:
Het procesverloop in hoger beroep
Het procesverloop blijkt uit de volgende processtukken:
- pleitnota d.d. 4 mei 2012, houdende grieven, met productie;
- antwoord pleitnota en uitlating productie d.d. 18 mei 2012 met producties;
- repliek pleitnota en uitlating productie d.d. 25 mei 2012;
- dupliek pleitnota d.d. 1 juni 2012.
De beoordeling
1. Het appél is ontvankelijk omdat het binnen de door de Wet gestelde termijn is aangetekend.
2. Tussen partijen staat het volgende vast:
- appellanten zijn de weduwe en de kinderen van de overleden [naam] (hierna [naam]),
- [Naam] is op 6 november 2011 overleden te Paramaribo. Het stoffelijk overschot van [naam]is nog niet begraven.
3. Bij vonnis van 27 december 2011 bekend onder A.R.No. 115245 heeft de Kantonrechter in Kort Geding onder meer de overige [familie] verboden om op welke wijze dan ook inbreuk te plegen op het besluit van de [appellanten] en de uitvoering daarvan, om het stoffelijk overschot van hun echtgenoot en vader [naam] te begraven te [plaats] aan de bovenloop van de Suriname Rivier in het [district 1] conform diens geloof in Jezus Christus en de geloofsgemeenschap van de Volle Evangelie Gemeente;
Tevens zijn de [appellanten] door de Kantonrechter gemachtigd om, indien de [overige familie] zich niet houdt aan het verbod genoemd, de hulp van de Sterke Arm in te roepen teneinde hen bij te staan bij de uitvoering van het vonnis.
Voorts is de [overige familie] veroordeeld tot het betalen van een dwangsom aan de [appellanten] van SRD. 10.000,– (tienduizend Surinaamse dollar) per keer, het totaal van SRD. 50.000,– niet te boven gaand, indien zij zich niet houden aan het voornoemde verbod des de een betalend de anderen bevrijd zullen zijn;
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
4. De [overige familie] verzet zich tegen de begrafenis van [naam] te [plaats]. Naar aanleiding van vermeld verzet hebben de [appellanten] ter uitvoering van het vonnis van de Kantonrechter van 27 december 2011 bekend onder A.R.No. 115245 de hulp van de Sterke Arm ingeroepen, met name hebben zij gevraagd om politie begeleiding bij het vervoeren naar en begraven van het stoffelijk overschot van [naam] te [plaats]. Dit verzoek is niet gehonoreerd door de Staat Suriname. De [appellanten] hebben de Kantonrechter hierna geadieerd met het verzoek om bij vonnis in Kort Geding uitvoerbaar bij voorraad de Staat Suriname te veroordelen tot het verlenen van hulp van de Sterke Arm als bepaald in het vonnis van 27 december 2011 bekend onder A.R.No. 115245. Die gevraagde voorziening is geweigerd door de Kantonrechter in Kort Geding bij vonnis d.d. 20 februari 2012 bekend onder A.R.No. 120502, waarvan beroep.
5. Bij vonnis van het Hof van Justitie d.d. 6 juli 2012 is het vonnis van de Kantonrechter van 27 december 2011 bekend onder A.R. No. 115245 vernietigd en de oorspronkelijke vordering alsnog afgewezen. Nu, de [appellanten] aan hun vordering, die heeft geleid tot het vonnis van 20 februari 2012 bekend onder A.R. No. 120502, ten grondslag hebben gelegd dat de Staat Suriname geen uitvoering wenst te geven aan hetgeen is bepaald in het vonnis van 27 december 2011 bekend onder A.R.No. 115245, en dit laatst vermeld vonnis thans door het Hof is vernietigt en de oorspronkelijke vordering alsnog is afgewezen, is de grondslag van die vordering komen weg te vallen. Het Hof komt daarom niet meer toe aan de bespreking van de door de [appellanten] opgeworpen grieven.
6. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen zal het vonnis van de Kantonrechter in Kort Geding d.d. 20 februari 2012 bekend onder A.R.No. 120502, waarvan beroep, worden bevestigd, zij het op andere gronden.
7. De [appellanten] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in beide instanties worden veroordeeld.
De beslissing in Kort Geding:
Het hof:
bevestigt het vonnis waarvan beroep; onder aanvulling van de gronden zoals vermeld onder rechtsoverweging 5.
veroordeelt de [appellanten] in de kosten van de procedure van beide instanties, en begroot op Nihil;
Aldus gewezen door: mr. D.D. Sewratan, Fungerend-President, mr. S.M.M. Chu, Lid en mr. S.S.S. Wijnhard, Lid-Plaatsvervanger en door de Fungerend-President uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Hof van Justitie van Vrijdag, 6 juli 2012, in tegenwoordigheid van mr. R.R. Brijobhokun, Waarnemend Substituut-Griffier.
w.g. R.R. Brijobhokun w.g. D.D. Sewratan
Partijen, appellanten vertegenwoordigd door hun gemachtigde, advocaat mr. T.S. Sewdien en geïntimeerden vertegenwoordigd door hun gemachtigde, advocaat mr. A.W. van der San, zijn bij de uitspraak ter terechtzitting verschenen.
Voor afschrift
De Griffier van het Hof van Justitie,
mr. M.E. van Genderen-Relyveld