- Instantie Hof van Justitie
- Zaaknummer GR-15176
- Uitspraakdatum 19 januari 2018
- Publicatiedatum 08 april 2019
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Tussenvonnis. Procesrecht. Verval van instantie.
Volgens artikel 211 Brv behoren voorafgaand aan een beroep op het vervallen van instantie, partijen ter terechtzitting te zijn opgeroepen en voor zover verschenen, te worden gehoord.
Uit de stukken blijkt niet dat deze oproeping reeds heeft plaatsgevonden.
Uitspraak
G.R.No.15176
HET HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME
In de zaak van
1. [verzoeker 1]
2. [verzoeker 2]
3. [verzoeker 3]
5. [verzoeker 4]
6. [verzoeker 5]
7. [verzoeker 6]
8. [verzoeker 7]
8. [verzoeker 8],
allen wonende aan de [adres 1] in het [district 1],
verzoekers,
gemachtigde: mr. J.C.P. Nannan Panday,
advocaat,
tegen
a. [verweerder 1]
b. [verweerder 2], echtelieden van elkaar,
zonder bekende woon- en of verblijfplaats in en buiten Suriname,
verweerders,
gemachtigde: mr. K.J. Hok- A- Hin,
advocaat,
Overwegende ten aanzien van de feiten:
Gezien het verzoekschrift met bijbehorende producties, ingekomen ter Griffie van het Hof van Justitie op 12 juni 2017, afkomstig van verzoekers, welk verzoekschrift strekt tot verval van instantie van het aanhangig gemaakte appel van 30 oktober 1995, in de zaak van het door de kantonrechter in het Eerste Kanton gewezen en uitgesproken vonnis d.d. 17 oktober 1995 bekend onder
A.R.No. 92-4709;
Gezien het bestreden vonnis d.d. 17 oktober 1995 in de zaak bekend onder A.R.No.92-4709;
Gezien de overige zich in het procesdossier bevindende bescheiden;
Overwegende ten aanzien van het recht:
Verzoekers vorderen om bij vonnis het door verweerders aanhangig gemaakte appel van 30 oktober 1995 in de zaak tussen partijen, bekend onder A.R.No. 92-4709, vervallen te verklaren van instantie.
Verzoekers hebben aan hun vordering ten grondslag gelegd dat bij schrijven van de toenmalige advocaat mr. B.A. Halfhide d.d. 30 oktober 1995 er namens [verweerder 1] en [verweerder 2] (verweerders) voornoemd appel werd aangetekend tegen het door de kantonrechter in het Eerste Kanton gewezen en uitgesproken vonnis d.d. 17 oktober 1995 bekend onder A.R.No. 92-4709; dat de laatste rechtshandeling in deze dateert van 30 oktober 1995; dat verweerders zijn blijven stilzitten en dat op geen enkele wijze is gebleken dat zij enige actie tot op heden hebben ondernomen om het door hen ingestelde appel te doen behandelen; dat verzoekers recht en belang hebben dat aan voormelde zaak een eind komt en is het redelijk dat thans het verval van instantie zal worden uitgesproken door het Hof van Justitie;
Uit de stukken blijkt dat mr. B.A. Halfhide, toen advocaat van verweerders, bij schrijven d.d. 31 januari 2012 gericht aan de griffier der kantongerechten heeft gevraagd onderhavige zaak, waarvan appel was aangetekend en ook de appelkosten waren voldaan, te doen behandelen c.q. door te sturen naar het Hof van Justitie; voorts dat genoemde advocaat bij brief d.d. 15 januari 2013 zich heeft onttrokken als advocaat van verweerders; dat bij brief van 15 januari 2013 thans de advocaat mr. K.J. Hok-A-Hin zich heeft gesteld als procesgemachtigde van verweerders inzake de behandeling van de zaak in hoger beroep; dat bij exploot van deurwaarder J.E. Febis van 30 maart 2013, no.476 aan [naam] en [verzoeker 1] het hoger beroep is aangezegd;
Gelet op het bepaalde in artikel 211 wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dient voorafgaand aan het vervallen van instantie partijen ter terechtzitting te zijn opgeroepen en, voor zover verschenen, te worden gehoord; Uit de stukken blijkt niet dat deze oproeping reeds heeft plaatsgevonden, weshalve verzoekers in de gelegenheid worden gesteld alsnog deze oproeping te doen bij deurwaardersexploot en wel op de volgende wijze; dat uit een productie gehecht aan de conclusie van dupliek in conventie repliek in conventie in eerste aanleg d.d. 21 juni 1994 is gebleken dat verweerders vermoedelijk als adres hebben [adres 2] te [district 2]; dat verzoekers derhalve bij deurwaardersexploot de verweerders dienen op te roepen bij voorkeur op hun woonadres als voormeld en, indien mocht blijken dat verweerders niet op genoemd adres woonachtig zijn en hun feitelijk woonadres niet verder bekend mocht zijn, ten kantore van hun procesgemachtigde de advocaat mr. K.J. Hok A Hin op dag en datum als na te melden;
ledere verdere beslissing wordt aangehouden;
Rechtdoende:
En alvorens verder beslissen:
Bepalen dat de zaak zal dienen bij het Hof van Justitie op vrijdag 20 april 2018 des voormiddags te half negen uur en dat verweerders zullen worden opgeroepen, op hun vermoedelijke woonadres [adres 2] te [district 2] c.q. ten kantore van de advocaat mr. K.J. Hok A Hin teneinde alsdan te verschijnen op onderhavige verzoekschrift te worden gehoord;
Houden iedere verdere beslissing aan;
Aldus gewezen door: mr. D.D. Sewratan, Fungerend-President, mr. R.G. Chatterpal, Lid en mr. J.J. Jensen, Lid-Plaatsvervanger en
w.g. D.D. Sewratan door mr. A. Charan, Fungerend-President bij vervroeging uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Hof van Justitie van vrijdag 19 januari 2018, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Berenstein, Fungerend-Griffier.
w.g. S.C. Berenstein w.g. A. CharanBij de uitspraak ter terechtzitting is verschenen mr. J.C.P. Nannan Panday, gemachtigde van appellanten, terwijl geïntimeerden noch in persoon noch bij gemachtigde is verschenen.
Voor afschrift
De Griffier van het Hof van Justitie
namens deze,
mr. S.K. Gho