- Instantie Hof van Justitie
- Zaaknummer Artikel 61 WvSv.
- Uitspraakdatum 17 februari 2021
- Publicatiedatum 15 september 2022
- Rechtsgebied Strafrecht
-
Inhoudsindicatie
De verzoeker heeft twee inschoten in zijn bovenbeen en een uitschot in zijn bekken gehad waardoor hij zich in detentie moeilijk kan verplaatsen en veel last heeft van pijnen. Tevens is gebleken dat er geen dringende redenen van maatschappelijke veiligheid of gevaar voor vlucht aanwezig zijn, welke de onverwijlde vrijheidsbeneming van verzoeker vorderen. In de visie van het Hof heeft verzoeker voldoende aannemelijk gemaakt dat hij gezondheidsproblemen heeft die maken dat hij de detentie heel moeilijk kan ondergaan. Het Hof heeft eveneens acht geslagen op de jeugdige leeftijd van verzoeker. Het Hof is – gelet op al het voorgaande – van oordeel dat het verzoek van verzoeker op basis van humanitaire gronden voor toewijzing in aanmerking komt.
Uitspraak
HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME
BESCHIKKING INZAKE VERZOEK EX ARTIKEL 61 VAN HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING
Gelezen het verzoekschrift ex artikel 61 van het Wetboek van Strafvordering, ingediend ter Griffie van het Hof van Justitie op dinsdag 09 februari 2021 door mr. R.R. Lobo, advocaat bij het Hof van Justitie, namens de verzoeker, [Naam], met het verzoek om de voorlopige hechtenis van verzoeker voornoemd op te heffen en hem onmiddellijk lijfelijk in vrijheid te stellen;
Gelet op ’s Hofs beschikking d.d. woensdag 10 februari 2021, waarbij de behandeling van het verzoek is bepaald voor woensdag 17 februari 2021 om 14.30 uur des namiddags;
Gehoord de verzoeker, bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.R. Lobo, advocaat bij het Hof van Justitie;
Tevens gehoord mr. G. Paragsingh, Waarnemend Procureur-Generaal, namens het Openbaar Ministerie;
Gezien de overige zich in het raadkamerdossier bevindende bescheiden, waaronder het proces-verbaal van de behandeling van het verzoek in raadkamer d.d. woensdag 17 februari 2021;
Overwegende, dat de verzoeker in het kader van het verhoor in Raadkamer heeft gepersisteerd bij de inhoud van het namens hem ingediende verzoekschrift en zijn raadsman eveneens, na die te hebben toegelicht, zoals in het opgemaakt proces-verbaal is gerelateerd, wordende de inhoud hier als geïnsereerd beschouwd;
Overwegende, dat de Waarnemend Procureur-Generaal in haar mondelinge reactie heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen toewijzing van het verzoek van de verzoeker, daar hij voldoende is gestraft en zich in detentie moeilijk kan verplaatsen;
Overwegende, dat uit het onderzoek in Raadkamer is gebleken dat verzoeker op 10 november 2020 in verzekering is gesteld en reeds is gedagvaard voor de zitting in eerste aanleg op 04 februari 2021. Achteraf is de datum van eerste behandeling uitgesteld met een tussenpoos van bijkans twee maanden tot de zitting van 01 april 2021. Voorts is gebleken dat verzoeker twee inschoten in zijn bovenbeen en een uitschot in zijn bekken heeft gehad waardoor hij zich in detentie moeilijk kan verplaatsen en veel last heeft van pijnen. Tevens is gebleken dat er geen dringende redenen van maatschappelijke veiligheid of gevaar voor vlucht aanwezig zijn, welke de onverwijlde vrijheidsbeneming van verzoeker vorderen. In de visie van het Hof heeft verzoeker voldoende aannemelijk gemaakt dat hij gezondheidsproblemen heeft die maken dat hij de detentie heel moeilijk kan ondergaan. Het Hof heeft eveneens acht geslagen op de jeugdige leeftijd van verzoeker;
Overwegende, dat het Hof van oordeel is dat – gelet op al het voorgaande – het verzoek van verzoeker op basis van humanitaire gronden voor toewijzing in aanmerking komt.
Gezien het betrekkelijke wetsartikel.
BESCHIKKENDE:
Wijst toe het verzoek van de verzoeker [Naam];
Heft op het bevel tot gevangenhouding van [Naam];
Gelast de onmiddellijke invrijheidstelling van [Naam];
Aldus gegeven te Paramaribo in Raadkamer van het Hof van Justitie op woensdag 17 februari 2021 door: mr. A. Charan, Fungerend – President, mr. S. Punwasi en mr. J. Kasdipowidjojo, Leden – Plaatsvervanger, bijgestaan door de ad hoc Fungerend – Griffier, mr. M. Behari.
w.g. M. Behari w.g. A. Charan
w.g. S. Punwasi
w.g. J. Kasdipowidjojo
Voor eensluidend afschrift,
De Griffier van het Hof van Justitie,
(mr. M.E. van Genderen – Relyveld)