SRU-K1-2002-1

  • Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
  • Zaaknummer AR-024681
  • Uitspraakdatum 19 november 2002
  • Publicatiedatum 09 mei 2019
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Beslagrecht. Conservatoir beslag op onroerend goed. Geen zekerheidsstelling bij vordering op onroerend goed. Toewijzing conservatoir beslag.

Uitspraak

RB 2011, 51
Kantonrechter Eerste Kanton

19 november 2002, A.R. 024681 (beschikking)
(Mr. J.R. von Niesewand)

Ten aanzien van het recht

Overwegende, dat het zijdens verzoekster gedaan verzoek hiertoe strekt, dat haar toestemming wordt verleend om, ter verzekering van haar recht op levering van het in het 2e “dat” van het verzoekschrift omschreven onroerend goed, ten laste van verweerder conservatoir beslag te doen leggen, met uitvoerbaarverklaring van de door Ons te geven beschikking op de minuut en op alle dagen en uren;

Overwegende, dat thans de vraag rijst of verzoekster conservatoir beslag mag leggen op het in het 2e “dat” van het verzoekschrift omschreven onroerend goed om aldus te verzekeren dat het niet aan een ander geleverd wordt;

Overwegende, dat dit naar Ons oordeel inderdaad kan;

Overwegende immers, dat verzoekster in casu er groot belang bij kan hebben dat het litigieuze onroerend goed haar geleverd wordt. Schadevergoeding is veelal slechts tweede keus. Indien in dergelijke gevallen conservatoire beslaglegging niet mogelijke zou zijn zou dit als een leemte in de wet beschouwd moeten worden;

Overwegende, dat het verlof tot beslaglegging verleend wordt nadat de schuldeiser de deugdelijkheid van bij het verlof ook het bedrag van de vordering, waartoe het beslag dient, wordt uitgedrukt, maar er bestaat geen noodzakelijkheid om het woord vordering aldus te interpreteren, dat het om een in geld luidende vordering moet gaan, terwijl naar Ons oordeel de bepaling, dat het bedrag van de vordering moet worden uitgedrukt alleen van toepassing is indien het wel om een dergelijke in geld uit te drukken vordering gaat en niet indien het een vordering tot levering van een bepaald goed betreft. In het laatste geval moet het de debiteur ook niet mogelijk zijn door zekerheidsstelling tot opheffing van het beslag te geraken, immers dan zou de beschermende functie van het beslag slechts zeer betrekkelijk zijn, en juist om de debiteur de gelegenheid te geven door zekerheidstelling het beslag te beëindigen dient het bedrag van de vordering bij het verlof bepaald te worden. Indien door zekerheidstelling het beslag niet opgeheven kan worden heeft vermelding van het bedrag van de vordering geen zin;

Overwegende, dat nu verzoekster haar recht op levering van het in het 2e “dat” van het verzoekschrift omschreven onroerend goed, genoegzaam blijkt uit de akte de dato 29 november 2001, betekend aan [naam], de debitor cessus, bij exploit van de deurwaarder bij het Hof van Justitie, G.O. Niekoop, de dato[datum], no.[nummer], dient het zijdens haar gedaan verzoek te worden ingewilligd;

Beschikkende

Verlenen verzoekster verlof, zulks ter verzekering van haar recht op levering daarvan, tot het doen leggen van conservatoir beslag op: een stuk grond groot 518,31 m2, op de kaart van de landmeter J.O.A. Mans, de dato [datum], aangeduid met de letters TUVW en met het nummer [nummer], deel uitmakende van het perceelland, groot 0,9213 ha., aangeduid met de letters BCEF, gelegen in het [distrikt] aan de [straat] en bekend als no. [nummer];

Verklaren deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad op de minuut en op alle dagen en uren.