SRU-K1-2009-1

  • Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
  • Zaaknummer AR-054906
  • Uitspraakdatum 10 februari 2009
  • Publicatiedatum 28 mei 2019
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    – De Kantonrechter dient recht te spreken, doch is niet bevoegd de innerlijke waarde van wettelijke regelingen te beoordelen.
    – Uit de afspraken die tussen de politieke organisaties die de politieke combinatie Alternatief 1 (A 1) vormen zijn gemaakt, kan niet worden opgemaakt dat bij het uittreden van één politieke organisatie van de combinatie, deze niet meer bevoegd is om onder de naam van de politieke combinatie i.c. A 1, op te treden.
    – Aangezien het gewraakte besluit genomen is door de politieke combinatie A 1, diende eiser deze combinatie in rechte aan te spreken en niet gedaagden A, B en C afzonderlijk. Eiser is dus niet ontvankelijk in zijn vordering ter zake.
    – Eiser is op grond van het voorgaande ook niet ontvankelijk in zijn vordering naar de Staat Suriname i.c. het Hoofdstembureau als orgaan van de Staat.

    SJB

Uitspraak

KANTONGERECHT IN HET EERSTE KANTON

A.R. no. 054906
10 februari 2009

Vonnis inzake

[naam],
wonende te [district],
gemachtigde: mr. F. Kruisland
eiser,

tegen
A. TREFPUNT 2000, Partij voor Democratie en Welzijn (Trefpunt/PDW),rechtspersoon,
B. DEMOCRATEN VAN DE 21E EEUW, rechtspersoon,
C. POLITIEKE VLEUGEL VAN DE FEDERATIE VAN AGRARIERS EN LANDARBEIDERS (politieke vleugel van de FAL), rechtspersoon,
D. DE STAAT SURINAME, vertegenwoordigd wordende door de Procureur-Generaal bij
het Hof van Justitie,
allen gevestigd /kantoorhoudende te Paramaribo,
gemachtigde voor gedaagden sub A tot en met C: mr. R.W. Cruden, advocaat,
gemachtigde voor gedaagde sub D: mr. E.C.M. Hooplot, advocaat.
gedaagden.

1. De procesgang

1.1 Deze blijkt uit de volgende proceshandelingen/processtukken:
– het verzoekschrift welk op 8 december 2005 ter griffie van het kantongerecht is ingediend;
– de conclusie van antwoord zijdens gedaagden sub D;
– de conclusie van antwoord zijdens gedaagden sub A tot en met C;
– de conclusie van repliek met producties;
– de conclusie van dupliek zijdens gedaagde sub D.

1.2 De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2. De feiten

2.1 Gedaagden sub A, B en C zijn politieke organisaties.

2.2 Gedaagden sub A en C vormden vanaf 8 april 2004 tezamen met de politieke organisatie Nieuw Suriname en de politieke vereniging DA 91 een combinatie van politieke organisaties onder de naam Alternatief 1 (A 1). Gedaagde sub B is op 19 maart 2005 tot de combinatie toegetreden.

2.3 Op 8 juli 2005 is de politieke combinatie Alternatief 1 (AF) uit de voormelde combinatie A 1 getreden.

2.4 Eiser is op 25 mei 2005 gekozen als volksvertegenwoordiger.

2.5 Bij exploot van deurwaarder D. Hieralal dd. 30 november 2005, is aan eiser betekend een brief dd. 30 november 2005 afkomstig van de combinatie A 1 inhoudende terugroeping van eiser als volksvertegenwoordiger, als bedoeld in artikel 2 van de Wet Terugroeping Volksvertegenwoordigers.

3. De vordering, de grondslag daarvan en het verweer

3.1 Eiser vordert:
I. Onverbindend verklaren de Wet Terugroeping Volksvertegenwoordigers (S.B. 2005 no.15) wegens strijd met de Grondwet onder meer artikel 52 leden 1 en 2 daarvan en/of een of meerdere bepalingen daarvan althans voor recht te verklaren dat de Wet Terugroeping Volksvertegenwoordigers wegens strijd met de Grondwet onder meer artikel 52 leden 1 en 2 daarvan en/of een of meerdere bepalingen daarvan onverbindend is.

II. Nietig te verklaren althans te vernietigen het besluit van de Combinatie van Politieke Organisaties A 1, althans Alternatief 1, althans het besluit van gedaagden A,B en C gezamenlijk voorwendende te handelen in dat kader als de Combinatie van Politieke Organisaties A 1, althans Alternatief 1, dd. 30 november 2005, althans genomen in november 2005 en betekend bij exploit van de deurwaarder D. Hieralal dd. 30 november 2005, doch vervat in een daarbij ook betekende brief dd. 30 november 2005 ondertekend door mr. Ramon W. Cruden.

III.Gedaagde sub D althans haar organen en/of instellingen, het Centraal Hoofdstembureau als bedoeld in artikel 55 van de Grondwet te verbieden om voor eiser een opvolger aan te wijzen als lid van De Nationale Assemblee en die aangewezen opvolger als lid van De Nationale Assemblee toe te laten.

3.2 Mede is gevorderd het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

3.3 Eiser stelt dat de Wet Terugroeping Volksvertegenwoordigers in strijd is met de Grondwet, onder meer met artikel 56 lid 1 en artikel 52 leden 1 en 2. Op grond daarvan dient de Wet Terugroeping Volksvertegenwoordigers rechtens en in rechte buiten toepassing te worden gelaten en wel op grond van artikel 144 lid 2 sub a en lid 3 jo art. 10 van de Grondwet.

Reeds op grond hiervan meent eiser dat het besluit van de Combinatie A 1 nietig, althans rechtens van onwaarde is en mitsdien buiten werking moet worden gesteld.

Verder is het besluit van de combinatie A 1 nietig en rechtens van onwaarde op grond van het volgende:
– de combinatie A 1 is door het uittreden van het AF op 5 juli 2005 uiteengevallen in de zin van artikel 2 lid 3 van de Wet Terugroeping Volksvertegenwoordigers en kan zij eiser dus niet terugroepen.
Voorts is voormeld besluit tot terugroeping niet rechtsgeldig genomen door de organen van de samenstellende delen van de Combinatie die bevoegd zijn tot het indienen van de kandidatenlijsten van de combinatie bij verkiezingen, als bedoeld in artikel 2 lid 2 sub b van de Wet Terugroeping Volksvertegenwoordigers.

– het besluit is niet voor externe werking rechtsgeldig ondertekend als bedoeld in artikel 2 lid 2 sub c van de Wet Terugroeping Volksvertegenwoordigers en heeft dus geen rechtsgevolg.
Eiser stelt verder dat het Centraal Hoofdstembureau niet mag overgaan om te voorzien in de vacature van eiser als teruggeroepen Volksvertegenwoordiger, omdat de terugroeping onder meer nietig en rechtens van onwaarde is.

3.4 De kantonrechter komt indien nodig terug op het verweer van gedaagden in de beoordeling.

4. De beoordeling

4.1 Voor wat betreft het onder punt 3.1 sub 1 gevorderde is de kantonrechter van oordeel dat zij ingevolge artikel 2 van de Wet Algemene Bepalingen (Landsverordening van 23 juli 1945 (G.B. 1945 no.) tot herziening van de algemene bepalingen der wetgeving van Suriname (geldende tekst GB 1918 no. 37) volgens wettelijke regelingen recht dient te spreken doch dat zij niet bevoegd is de innerlijke waarde van billijkheid van die wettelijke regelingen te beoordelen.

De kantonrechter zal zich dan ook onbevoegd verklaren voor wat betreft dat gevorderde.

4.2 De vraag die thans aan de orde komt is of de politieke combinatie A 1, die uit meerdere politieke organisaties bestaat, bevoegd is om onder de naam A 1 op te treden, indien één der politieke organisaties uit die combinatie treedt.
Naar het de kantonrechter voorkomt heeft het enkele feit dat één der politieke organisaties uit de combinatie treedt, niet automatisch tot gevolg dat de bevoegdheid om de naam waaronder zij gezamenlijk optraden ook komt weg te vallen. Dit zal afhangen van onder meer welke afspraken partijen daarover hebben gemaakt.
Vooralsnog is de kantonrechter van oordeel dat niet gebleken is dat de politieke combinatie niet bevoegd is om onder de naam A 1 op te treden.

4.3 Tenslotte komt aan de orde de vraag of het door de combinatie A 1 genomen besluit nietig en rechtens van onwaarde is, als gevolg waarvan het buiten werking zou moeten worden gesteld.
De kantonrechter acht het overbodig om inhoudelijk hierop in te gaan. Aangezien het gewraakte besluit genomen is door de politieke combinatie A 1, diende eiser deze combinatie in rechte aan te spreken en niet gedaagden A, B en C afzonderlijk.
Eiser is dus niet ontvankelijk in zijn vordering terzake.

4.4 Met betrekking tot het onder punt 3.1 sub III gevorderde is de kantonrechter van oordeel dat dit gevorderde hetzelfde ondergaat als het onder 3.1 sub II gevorderde, nu dat een sequeel is van dit laatste.

4.5 Eiser zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

5. De beslissing

5.1 Verklaart zich onbevoegd voor wat betreft het onder 3.1 sub I gevorderde.

5.2 Verklaart eiser niet ontvankelijk in het onder 3.1 sub II en III gevorderde.

5.3 Veroordeelt eiser in de proceskosten aan de zijde van gedaagden gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op nihil.

Aldus gewezen en uitgesproken te Paramaribo ter openbare terechtzitting van dinsdag 10 februari 2009 door de kantonrechter plaatsvervanger in het Eerste Kanton, mr. I.S. Chhangur-Lachitjaran, in tegenwoordigheid van de fungerend griffier, mr. J.M. Dipokromo-Foort.

w.g. J.M. Dipokromo-Foort w.g. I.S. Chhangur-Lachitjaran