- Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
- Zaaknummer AR-155520
- Uitspraakdatum 21 januari 2016
- Publicatiedatum 04 juli 2019
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
(Anders dan in de notariële en financiële kringen gebruikelijk is: red), besliste de kantonrechter dat partijen met de bewoordingen van “marktconforme koers” bedoeld hebben, de koers welke gehanteerd wordt door de Centrale Bank van Suriname. Dat er thans een wezenlijk verschil is in de door de Centrale Bank van Suriname vastgestelde wisselkoers en de koers die op de “vrije” valuta markt wordt gehanteerd, ligt in de risicosfeer van Stichting Garnizoenspad als schuldeiser, en kan Rapid International e.a. niet worden tegengeworpen.
Verder overwoog de Kantonrechter dat de Surinaamse Dollar wettig betaalmiddel is in Suriname, en een schuldenaar niet gedwongen kan worden om betalingen in vreemde valuta te voldoen. Immers, bepaalt artikel 3 van de Muntwet 1960 (SB 2003 no. 88 en 90), dat de munten en muntbiljetten van Suriname wettige betaalmiddelen zijn tot een beperkt bedrag.Artt. 1207 jo 1359 B.W.
Art 3 van de Muntwet 1960SJB
Uitspraak
HET KANTONGERECHT IN HET EERSTE KANTON
A.R. no. 155520
21 januari 2016
Vonnis in kort geding in de zaak van
A. RAPID INTERNATIONAL N.V., kantoorhoudende te [district 1],
B. [naam], wonende in het [district 2],
hierna te noemen Rapid International e.a.,
eiseres in conventie en gedaagde in reconventie in kort geding,
gemachtigde: mr. D. Moerahoe, advocaat,
tegen
STICHTING GARNIZOENSPAD,
kantoorhoudende in het [district 2] ,
hierna te noemen Stichting Garnizoenspad,
gedaagde in conventie en eiseres in reconventie in kort geding,
gemachtigde voorheen: mr.R.Z. Mohab Ali-Ghafoerkan, advocaat,
gemachtigde thans: mr. R. Denz, advocaat.
De Kantonrechter spreekt in naam van de Republiek het volgende vonnis uit.
1.Het procesverloop
1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken/proceshandelingen:
– het verzoekschrift dat op 16 december 2015 ter griffie der kantongerechten is ingediend;
– de conclusie van antwoord in conventie en eis in reconventie met producties;
– de conclusie van repliek in conventie en antwoord in reconventie;
– de conclusie van dupliek in conventie en repliek in reconventie;
– de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2 De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.
2. De feiten
2.1 Aan Rapid International n.v. behoort in eigendom toe het perceelland met al hetgeen daarop staat groot driehonderd vier en tachtig, vijf en negentig/honderdste vierkante meter, gelegen in het [district 1] aan [adres] op de kaart van de landmeter Ir. W.A. Oldenstam d.d. 28 april 1994 aangeduid met de letters ABCJIFGH, welk perceel deel uitmaakt van het erf, met de daarop staande gebouwen groot vijfhonderd acht en twintig vierkante meter instede van vierhonderd en vijftig vierkante meter, gelegen te [district 1] aan [adres] bekend onder [gebied 1] Letter C [nummer] [gebied 2] letter D [nummer] (hierna het perceel).
2.2 Tussen Rapid Interantional n.v. en Stichting Garnizoenspad bestaat er een geldovereenkomst gedateerd 28 augustus 2012, waarbij laatstgenoemde aan Rapid International n.v. ter leen heeft verstrekt gelijk deze van Stichting Garnizoenspad ter leen heeft ontvangen het bedrag groot € 200.00,=.
2.3 Ter verzekering tot voldoening van het hiervoor genoemd bedrag heeft Rapid International n.v. hypotheek doen vestigen op het perceel ten behoeve van Stichting Garnizoenspad.
2.4 [naam] is directeur van Rapid Interntional n.v.
2.5 Stichting Garnizoenspad heeft eerder aan Rapid International n.v. de veiling van het perceel aangezegd, welke veiling zou worden gehouden op dinsdag 7 juli 2015 ten kantore van notaris mr. R.B. Manna.
2.6 Rapid International e.a hebben bij verzoekschrift gedateerd 29 juni 2015 een vordering ingesteld bij de kantonrechter ter stopzetting van de veiling. Deze vordering is bekend onder AR no. 152893.
2.7 Partijen hebben ten overstaan van de kantonrechter, in bijzijn van hun respectieve gemachtigde – zover van belang – de volgende afspraken met elkaar gemaakt:
– op 6 juli 2015 zal het bedrag van € 45.000= worden overgemaakt op rekening van notaris Manna t.b.v. Stichting Garnizoenspad;
– de kosten van de veiling komen voor rekening van [naam];
– het restant van de hoofdsom en de rente worden door [naam] aan aan Stichting Garnizoenspad betaald en wel binnen een jaar, beginnende eind juli 2015 en lopende tot eind juni 2016 in kavels van tussen € 6.000,= en €7.000,=;
– indien 2 achtereenvolgende maanden niet worden betaald zal de gedaagde gerechtigd zijn terstond tot excecutie over te gaan;
– de kosten van rechtsbijstand worden in onderling overleg door de gemachtigde van partijen bepaald.
2.8 Stichting Garnizoenspad heeft wederom de openbare verkoop van het perceel aangekondigd, welke gehouden zal worden op 26 januari 2016 ten kantore notaris mr. R.B. Manna.
3. De vordering, de grondslag en het verweer
3.1 Rapid International e.a. vorderen na eiswijziging in conventie, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad – zakelijk weergegeven:
a. stopzetting van de aangekondigde openbare verkoop zoals omschreven onder 2.8 van de feiten;
b.veroordeling van Stichting Garnizoenspad om het bedrag van € 64.463,=, althans de tegenwaarde daarvan in Surinaamse Dollar, in ontvangst te nemen bij het notariaat van mr. G.R.M. Ramautar tegen overlegging van een bewijs van kwijting en verlening van royement op het gevestigde hypotheek op het perceel, onder verbeurte van een dwangsom.
c. veroordeling van gedaagde tot betaling van de gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten ad SRD 7.500,=.
3.2 Rapid International e.a. hebben het volgende aan hun vordering ten grondslag gelegd. Zij wensen de schuld in een keer af te lossen aan Stichting Garnizoenspad, doch deze weigert het verschuldigde bedrag te ontvangen. Laatstgenoemde verschilt van mening met Rapid International e.a. over de hoogte van het nog verschuldigde bedrag. Door het gedrag van Stichting Garnizoenspad worden Rapid International e.a. onnodig in de kosten gejaagd, voor welke kosten Stichting Garnizoenspad zal moeten opdraaien.
3.3 In reconventie vordert Stichting Garnizoenspad, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Rapid International e.a. tot betaling van:
– € 63.500,=, vermeerderd met de boeterente zoals overeengekomen ad 2 ½ % vanaf december 2015 tot aan de dag der voldoening;
– € 15.512,50 zijnde de rente vanaf mei 2015 tot en met november 2015;
– € 1.125,= zijnde de kosten van de raadsvrouw, zoals overeengekomen in de zaak bekend onder AR no. 152893;
– SRD 6.824,68 zijnde de veilingkosten van 7 juli 2015 en van 26 januari 2016;
– € 1.975,31 zijnde de kosten van de raadsvrouw in de onderhavige zaak.
3.4 Partijen hebben over en weer verweer gevoerd. De kantonrechter komt zover nodig terug daarop in de beoordeling.
4. De beoordeling
In conventie en in reconventie
4.1 Het spoedeisend belang blijkt de stellingen en het gevorderde.
4.2 Stichting Garnizoenspad heeft het volgende verweer gevoerd:
Partijen zijn ter comparitie d.d. 7 juli 2015 in de zaak bekend onder AR no. 152893 onder meer overeengekomen dat het saldobedrag binnen een jaar betaald moest worden vermeerderd met de rente.
Volgens Stichting Garnizoenspad bedraagt het saldobedrag per 30 september 2015 € 63.500,=. Daarnaast was de rente over de maanden mei en juni 2015 nog niet betaald. De rente over deze periode bedroeg € 6.500,=. De Stichting voert voorts aan dat de rente over oktober en november 2015, tot een totaal bedrag van € 3.175,=, nog niet is voldaan. Tenslotte zijn partijen ter comparitie overeengekomen dat Rapid International e.a. ook dienen te betalen de kosten van de raadsvrouw in de zaak bekend onder AR no. 152893 ad € 1.125,= en de veilingkosten van 7 juli 2015 en 26 januari 2016, ad SRD 6.824,68, aldus Stichting Garnizoenspad.
Rapid International e.a. betwisten dat zij de door Stichting Garnizoenspad genoemde bedragen aan haar verschuldigd zijn.
4.3 Rapid International wenst de schuld in zijn geheel te voldoen, doch partijen twisten over de hoogte van de saldoschuld. Uit het proces-verbaal van de terechtzitting van 7 juli 2015, waarbij er en comparitie van partijen is gehouden, concludeert de kantonrechter dat partijen afspraken hebben gemaakt over de verdere aflossing van de schuld, en wel op de wijze zoals omschreven in overweging 2.7 hiervoor. De kantonrechter zal voor de berekening van de saldoschuld uitgaan van de inhoud van dat proces-verbaal.
4.4 Partijen zijn het erover eens dat de saldoschuld per 6 juli 2015 bedroeg € 130.00,= en dat Rapid International e.a. de volgende aflossingen heeft gedaan op de saldoschuld:
7 juli 2015 | € 45.000,= |
30 juli 2015 | 7.000,= |
30 aug. 2015 | 7.500,= |
30 sept. 2015 | 7.000,= |
Totaal afgelost | € 66.500,= |
4.4.1 Uitgaande van de saldoschuld van € 130.000,= en een aflossing van € 66.500,=, bedraagt de saldoschuld per 30 september 2015 € 63.500,=,. Daarbij dient ook de rente te worden opgeteld over de maanden juli, augustus en september 2015.
Partijen twisten over de hoogte van de rente. Rapid International e.a. stelt zich op het standpunt dat de rente bedraagt 0,5%. Stichting Garnizoenspad is van mening dat een boeterente van 2 ½ % moet worden betaald.
De kantonrechter gaat voorbij aan het verweer van Stichting Garnizoenspad over de te betalen boeterente. Immers, blijkt uit het proces-verbaal van 7 juli 2015 dat partijen slechts over de rente en niet over de boeterente afspraken hebben gemaakt. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter dient vooralsnog te worden uitgegaan van de tussen partijen overeengekomen rente van 0,5% per maand.
De kantonrechter acht het door Rapid International e.a. berekende saldoschuld per december 2014, zoals verwoord in de conclusie van repliek in conventie en antwoord in reconventie, ad € 65.322,06,= dan ook aannemelijk.
4.5 Uit het procesverbaal van 7 juli 2015 blijkt dat Rapid Intrnational e.a. ook gehouden waren om de veilingkosten te betalen. Het komt de kantonrechter voor dat daarmee bedoeld is de veilingkosten van 7 juli 2015. Uit een door Stichting Garnizoenspad overgelegde overzicht van notariaat Jadnanansingh blijkt dat de kosten van de veiling van 7 juli 2015 bedragen SRD 3.245,68. De door Rapid International e.a. te betalen veilingkosten worden dan ook gehouden op dit bedrag.
4.6 Naar de kantonrechter begrijpt stelt Stichting Garnizoenspad zich op het standpunt dat Rapid International e.a. ook de veilingkosten van 26 januari 2016 ad SRD 3.579,= dienen te betalen.
De kantonrechter deelt deze mening niet.
Uit het door Stichting Garnizoenspad in de conclusie van antwoord in conventie en eis in reconventie vermelde overzicht blijkt dat Rapid International e.a. op regelmatige tijden betalingen heeft gedaan aan Stichting Garnizoenspad, en wel zoals tussen partijen was afgesproken bij de kantonrechter en verwoord in het proces-verbaal van 7 juli 2015.
Gesteld en evenmin is gebleken dat Rapid International e.a. waren afgeweken van de op 7 juli 2015 bij de kantonrechter gemaakte afspraken, als gevolg waarvan Stichting Garnizoenspad gerechtigd zou zijn om de openbare verkoop van het perceel aan te zeggen.
Daarnaast heeft Stichting Garnizoenspad niet, althans niet gemotiveerd weersproken dat Rapid International e.a. haar herhaaldelijk betaling van de saldoschuld heeft aangeboden en laatstelijk nog bij schrijven van 1 december 2015, zodat dat aannemelijk is.
Gelet op de hiervoor genoemde feiten, in onderlinge samenhang beschouwd, had Stichting Garnizoenspad, naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter, geen enkele reden om opnieuw de openbare verkoop van het perceel aan te zeggen voor 26 januari 2016. Om deze reden zijn Rapid International e.a. ook niet gehouden om deze veilingkosten te betalen, zodat het verweer terzake zal worden verworpen.
4.7 Stichting Garnizoenspad is van mening dat Rapid International ook gehouden is om de kosten van de raadsvrouw te betalen, ingevolge de tussen partijen ten overstaan van de kantonrechter op 7 juli 2015 gemaakte afspraken.
De kantonrechter deelt deze mening niet.
Zoals uit het proces-verbaal blijkt, zijn partijen bij de kantonrechter overeengekomen dat de kosten van rechtsbijstand in onderling overleg door de gemachtigde van partijen zal worden bepaald. Gesteld en evenmin is gebleken dat partijen overeenstemming terzake hebben gehad. Ook dit verweer van Stichting Garnizoenspad zal worden verworpen.
4.8 Tussen partijen is ook in het geding welke tegenwaarde dient te worden gehanteerd voor de Euro indien Rapid International e.a. de saldoschuld in Surinaamse Dollar wenst te voldoen.
In de akte van hypotheekstelling verleden ten overstaan van notaris mr. R.B. Manna, d.d. 28 augustus 2012, is op pagina 4 verwoord dat “bij een eventuele excecutie de hoegrootheid van de vordering van de partij ter ener bepaald zal worden op basis van de marktconforme koers van de Euro ten opzichte van de Surinaamse Dollar op de dag van de excecutie….”.
Thans dient de vraag te worden beantwoord wat partijen bedoeld hebben met de bewoordingen “marktconforme koers”. Volgens Rapid International e.a. wordt met deze bewoordingen bedoeld de koers van de Centrale Bank van Suriname op het moment van betaling terwijl Stichting Garnizoenspad ervan uitgaat dat daarmee wordt bedoeld de koers welke op de “vrije” markt wordt gehanteerd.
Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter kan niet worden uitgegaan van een “vrije” markt koers. Ten tijde van de totstandkoming van de akte van hypotheekstelling waren de gehanteerde koersen op de “vrije” markt min of meer gelijk aan de koers van de Centrale Bank van Suriname. Het komt de kantonrechter dan ook voor dat partijen met de bewoordingen van “marktconforme koers” bedoeld hebben, de koers van welke gehanteerd wordt door de Centrale Bank van Suriname. Dat er thans een wezenlijk verschil is in de door de Centrale Bank van Suriname vastgestelde wisselkoers en de koers die op de “vrije” valuta markt wordt gehanteerd, ligt in de risicosfeer van Stichting Garnizoenspad als schuldeiser, en kan Rapid International e.a. niet worden tegengeworpen.
De Stichting Garnizoenspad is voorts van mening dat partijen nimmer zijn overeengekomen dat Rapid International e.a. de tegenwaarde van het verschuldigde bedrag in Surinaamse Dollar mocht betalen.
Ook aan dit verweer gaat de kantonrechter voorbij. De Surinaamse Dollar is wettig betaalmiddel in Suriname, en een schuldenaar kan niet gedwongen worden om betalingen in vreemde valuta te voldoen. Immers, bepaalt artikel 3 van de Muntwet 1960 (SB 2003 no. 88 en 90), dat de munten en muntbiljetten van Suriname wettig betaalmiddelen zijn tot een beperkt bedrag.
4.9 Op grond van het voren overwogene, in onderlinge samenhang beschouwd, is de kantonrechter van oordeel dat de door Rapid International e.a. in conventie gevraagde voorziening toewijsbaar is en wel zoals in het dictum vermeld. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen worden geweigerd, nu er in het onderhavige geding geen ruimte is voor toewijzing daarvan.
4.10 De kantonrechter acht bespreking van de overige stellingen en weren van partijen overbodig.
4.11 Stichting Garnizoenspad zal als de in het ongelijk gestelde partij de proceskosten moeten dragen, zo in conventie als in reconventie.
5. De beslissing
in conventie
5.1 Gelast de stopzetting van de bij exploot van deurwaarder D.E. Hew A Kee d.d. 11 december 2015, aangekondigde verkoop van het perceel zoals verder omschreven onder 2.1 van de feiten, en welke openbare verkoop zal plaatsvinden op dinsdag 26 januari 2016 om 10.00 uur des voormiddags ten kantore van notaris mr. R.B. Manna aan de Grote Hofstraat no. 07 te Paramaribo, mits Rapid International e.a. aan Stichting Garnizoenspad betaalt het bedrag van € 65.322,06,= (vijfenzestigduizend en driehonderd en tweeëntwintig 06/100 Euro), althans de tegenwaarde daarvan in Surinaamse Dollar tegen de koers van de Centrale Bank van Suriname op de dag van de betaling en SRD 3.245,68 (drieduizend tweehonderd en vijfenveertig 68/100 Surinaamse Dollar).
5.2 Veroordeelt Stichting Garnizoenspad om royement te verlenen van de op het perceel gevestigde hypotheek, en wel op het moment waarop door Stichting Rapid International e.a. de onder 5.1 genoemde betalingen aan Stichting Garnizoenspad voldoet.
5.3 Veroordeelt Stichting Garnizoenspad tot betaling van een eenmalige dwangsom van SRD 500.000,= (Vijfhonderdduizend Surinaamse Dollar) indien zij in strijd handelt met dit vonnis.
5.4 Verklaart het vonnis zover nodig uitvoerbaar bij voorraad.
in reconventie
5.5 Weigert de gevraagde voorziening.
In conventie en reconventie
5.6 Veroordeelt Stichting Garnizoenspad in de proceskosten aan de zijde van Rapid International e.a. gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op SRD 250,= (tweehonderd en vijftig Surinaamse Dollar).
5.7. Weigert het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het eerste kanton van donderdag 21 januari 2016 te Paramaribo door de kantonrechter in kort geding, mr. I.S. Chhangur-Lachitjaran in tegenwoordigheid van de griffier.
w.g.G.R.Mangal w.g. I.S. Chhangur-Lachitjaran