SRU-K1-2016-9

  • Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
  • Zaaknummer AR-142222
  • Uitspraakdatum 27 oktober 2016
  • Publicatiedatum 27 juni 2019
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Ontruiming. Niet-ontvankelijk. Geen ingebrekestelling.

    Het Hof verklaart eiseres niet-ontvankelijk in haar vordering tot veroordeling van gedaagde tot ontruiming van de litigieuze woning en het perceelland. Hiertoe overweegt het Hof dat eiseres prematuur is met het rauwelijks dagvaarden van gedaagde, nu het bewijs ontbreekt waaruit blijkt dat het schrijven van eiseres tot ingebrekestelling van gedaagde daadwerkelijk is verzonden naar gedaagde.

Uitspraak

DE KANTONRECHTER IN HET EERSTE KANTON
A.R. no. 14-2222
27 oktober 2016

Vonnis in kort geding inzake:

[eiseres],
wonende te [district]
aan de [adres],
eiseres in kort geding,
gemachtigde: mr. M.A. Guman, advocaat,

tegen

[gedaagde],
wonende aan de [adres 2],
te [district],
gedaagde in kort geding,
gemachtigde: mr.dr. J. van Dijk-Silos, advocaat,

De Kantonrechter in het Eerste Kanton spreekt in deze zaak, in Naam van de Republiek, het navolgende vonnis in kort geding uit;

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende processtukken/proceshandelingen:
– Het inleidend rekest met bijlagen hetwelk op 16 mei 2014 op de griffie der kantongerechten is ingediend;
– De mondelinge conclusie van eis;
– De schriftelijke conclusie van antwoord, onder overlegging van een productie;
– De schriftelijke conclusie van repliek en uitlating producties, onder overlegging van een productie;
– De schriftelijke conclusie van dupliek en uitlating productie;
– Het schrijven afkomstig van advocaat mr. G.R. Sewcharan de dato 11 augustus 2016 waarbij hij – kort gezegd – heeft aangegeven zich als procesgemachtigde van eiseres aan de zaak te onttrekken;

1.2 De rechtsdag voor de uitspraak van het vonnis was hierna aanvankelijk bepaald op 02 juni 2016 doch nader op heden.

2. Waarvan kan worden uitgegaan

Eiseres heeft bij akte van schenking een aanneming d.d. 11 februari 2010 het recht van eigendom verkregen van het perceelland, groot tweehonderd vijftig, tien/honderdste vierkante meter gelegen in het district Paramaribo, ten zuiden van de Industrieweg, op de kaart van de landmeter E. Emanuels van vier december negentienhonderd twee en zeventig, aangeduid met de letters A B C D en bekend onder nummer 34c, van het complex Saron-Zuid en de daarop staande woning;

3. De standpunten van partijen

3.1 Eiseres vordert – kort samengevat – dat bij vonnis in kort geding uitvoerbaar bij voorraad gedaagde zal worden gelast om tot ontruiming van de litigieuze woning en het perceelland over te gaan, met de gebruikelijke nevenvorderingen. Daarnaast vordert zij dat gedaagde zal worden veroordeeld in de kosten van het geding;

3.2 Aan de vordering legt eiseres – naast voormeld vaststaand feit – ten grondslag, zakelijk weergegeven en in zoverre ten deze van belang, dat gedaagde door de vorige eigenaar reeds uit de litigieuze woning was verwijderd maar heeft op enig moment wederom zijn intrek erin genomen. Eiseres heeft gedaagde nimmer toestemming gegeven om in de woning te verblijven, noch bestaat er tussen partijen een overeenkomst waaraan hij enig recht of titel voor het verblijf in de woning kan ontlenen. Eiseres heeft gedaagde gesommeerd om de woning te ontruimen en te verlaten, laatstelijk bij schrijven d.d. 26 februari 2010 van deurwaarder M. Sitaram. Echter heeft gedaagde geweigerd hieraan gevolg te geven. Eiseres heeft het perceel, inclusief de woning, thans dringend nodig voor eigen gebruikt. De woning waarin zij thans verblijft dient zij namelijk op korte termijn te verlaten. Gelet op het voorgaande heeft eiseres een spoedeisend belang bij het gevorderde.

3.3 Gedaagde heeft verweer gevoerd en de kantonrechter zal daarop in het hierna volgende – voor zover voor de beslissing van belang – terug komen;

4. De beoordeling van het geschil

4.1 Allereerst heeft gedaagde aangevoerd dat eiseres prematuur is met het instellen van onderhavige vordering en derhalve op grond hiervan niet ontvankelijk verklaard dient te worden. Hij heeft nimmer een schrijven ontvangen van eiseres en is pas bij de oproeping voor dit geding geconfronteerd met eiseres die pretendeert een belang te hebben;

4.2 Naar het oordeel van de kantonrechter is voormeld verweer gegrond. Immers blijkt uit de inhoud van productie 2 dat bij het inleidend rekest is overgelegd wel duidelijk het voornemen tot ingebrekestelling van gedaagde maar blijkt nergens uit dat voormeld schrijven aangetekend naar gedaagde is verzonden per post. Er ontbreekt een bewijs van ter post bezorging zodat de kantonrechter niet kan vaststellen of het desbetreffend bescheid daadwerkelijk is verzonden naar gedaagde. Op grond van het voorgaande is eiseres prematuur met het rauwelijks dagvaarden van gedaagde en zal eiseres derhalve niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in de ingestelde vordering. Daarenboven ontgaat het de kantonrechter waarom eiseres bijkans vier jaren heeft stilgezeten om daarna in 2014 onderhavig kortgeding in te stellen daarbij stellende dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar vordering.

4.3 Eiseres zal, als de niet ontvangen partij, worden veroordeeld in de gedingkosten aan de zijde van gedaagde gevallen zoals hierna in het dictum te begroten;

4.4 Aan bespreking van de overige stellingen en weren van partijen komt de kantonrechter derhalve niet toe;

5. De beslissing in kort geding

De Kantonrechter:

5.1 Verklaart eiseres niet-ontvankelijk in de ingestelde vordering;

5.2 Veroordeelt eiseres in de gedingkosten aan de zijde van gedaagde gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op nihil;

Aldus gewezen door mr. A. Charan, Kantonrechter in het Eerste Kanton in kort geding, en in het openbaar uitgesproken te Paramaribo op de terechtzitting van donderdag 27 oktober 2016 door mr. S.M.M. Chu, Kantonrechter in het Eerste Kanton in kort geding, in tegenwoordigheid van de griffier.

w.g. G. R. Mangal w.g. A. Charan
w.g. S.M.M. Chu