- Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
- Zaaknummer CIVAR no. 202403414
- Uitspraakdatum 21 november 2024
- Publicatiedatum 12 juni 2025
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Afwijzing vordering in kort geding tot rectificatie. In een online column is minister Nurmohamed aangemerkt als hoofdverantwoordelijke op het ministerie van openbare werken voor het doen uitlekken van confidentiële informatie over de aanbesteding van het overheidsproject “Rehabilitatie van de van ’t Hogerhuysstraat en de Slangenhoutstraat”. De kantonrechter is van oordeel dat Nurmohamed in zijn hoedanigheid als minister de hoofdverantwoordelijke is van zijn ministerie en daaruit voortvloeiend als hoofdverantwoordelijke dient te worden aangemerkt voor de confidentiële informatie die is uitgelekt. Deze verantwoordelijkheid is een feit dat geen beledigend karakter in zich draagt, zodat niet aannemelijk is dat Nurmohamed in zijn eer en goede naam is aangetast. Nurmohamed heeft ook geen of niet voldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit blijkt dat hij in zijn eer en goede naam is aangetast.
Uitspraak
KANTONGERECHT IN HET EERSTE KANTON
CIVAR No. 202403414
21 november 2024
Vonnis in kortgeding in de zaak van:
A. NURMOHAMED, RIAD, in privé en in de hoedanigheid van Minister van Openbare Werken,
gevestigd en kantoorhoudende aan de Jaggernath Lachmonstraat no. 167 te Paramaribo,
eiser, hierna te noemen Nurmohamed,
gemachtigde: mr. C. Rambharos, advocaat,
B. DE STAAT SURINAME, met name het Ministerie van Openbare Werken,
gevestigd en kantoorhoudende aan de Jaggernath Lachmonstraat no. 167 te Paramaribo,
eiser,
hierna te noemen: de Staat,
gemachtigde: voorheen mr. C. Rambharos, advocaat, die zich op 05 september 2024 per schrijven heeft onttrokken als gemachtigde van de Staat,
tegen
A. NETWORK STAR SURINAME N.V. (STARNIEUWS),
kantoorhoudende aan de Watermolenstraat no. 32 te Paramaribo,
B. RAMCHARAN, NITA KAMLAWATI,
wonende aan de [adres] in het district [district],
gedaagden,
hierna afzonderlijk te noemen als respectievelijk Starnieuws en Ramcharan,
gemachtigden van beiden: mr. E. Naarendorp, advocaat en mr. H.R. Schuurman, advocaat.
1 Het verloop van het proces
1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken en -handelingen:
– het inleidend verzoekschrift dat op 14 augustus 2024 op de Griffie der Kantongerechten is ingediend, met producties;
– de conclusie van eis d.d. 22 augustus 2024;
– de conclusie van antwoord zijdens Starnieuws en Ramcharan, met producties;
– een schrijven van de Procureur-Generaal bij het Hof van Justitie
d.d. 27 augustus 2024 zijdens de Staat;
– de conclusie van repliek zijdens Nurmohamed, met producties;
– de conclusie van dupliek zijdens Starnieuws en Ramcharan, met producties;
– de conclusie tot uitlating producties zijdens Nurmohamed.
1.2. De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.
2. De feiten
2.1 Starnieuws is een medium dat online nieuws editie beheert en berichten publiceert op de wetbsite www.starnieuws.com.
2.2 Naar aanleiding van online gepubliceerde berichten dat de IDB de aanbesteding van “het project van de van ’t Hogerhuys- en Slangenhoutstraat” heeft stoptgezet en daaruit voortvloeiend verschenen berichten dat het project geen voortgang zal vinden, heeft Nurmohamed op 30 juli 2024 het hierna volgende persbericht op de website van www.gov.sr geplaatst:
“ (…)
Voor wat betreft de rehabilitatie van de weg is op 20 februari 2024 de aanbesteding gehouden waarna het proces van evaluatie van de aanbiedingen is gestart. Zoals gebruikelijk wordt gedurende dit proces confidentieel omgegaan met de inschrijvingen en mag o.b.v. gebruikelijke esthetische regels geen informatie worden gedeeld met actoren buiten de formele actoren betrokken bij het project. Alzo is pre advies ter goedkeuring voorgelegd aan de IDB. Door de IDB zijn hierna conclusies getrokken dat informatie m.b.t. de evaluatie van de inschrijvingen terecht is gekomen bij derden en dat derhalve de confidentialiteit in het geding is. Voorts zij vermeld dat de IDB geen melding maakt van een integriteitsvraagstuk maar slechts twijfels heeft uitgesproken omtrent de confidentialiteit waarmee met de informatie is omgegaan.
Het is voor de interne organisatie en vanuit de inschrijvers wel duidelijk om confidentieel om te gaan met informatie omtrent de evaluatie van inschrijvingen, doch kan worden aangenomen dat delen uit voormelde groepen zich niet altijd bewust zijn hiervan. Dit leidt tot vertragende resultaten zoals het geval zich thans voordoet voor de aanbesteding van de rehabilitatie van de van ’t Hogerhuysstraat. Daarbij heeft de IDB kenbaar gemaakt dat een her-aanbesteding gehouden dient te worden o.b.v. aangescherpte gunningscriteria, welk proces is ingezet middels het inschrijven van het uitvoeringsdossier.
(…)
Tenslotte betreurt het Ministerie van Openbare Werken dat deze situatie zich heeft voorgedaan en roept media bedrijven op in het vervolg contact te maken met het ministerie voor de juiste informatie en eenzijdigheid te vermijden.”
2.3 Op 30 juli 2024 heeft Ramcharan een door haar geschreven column op Starnieuws geplaatst, met als kop “Riad verantwoordelijk uitlekken vertrouwelijke informatie”.
Ramcharan heeft in de column, voor zover voor de beslissing van belang, onder meer het volgende geschreven:
“(…)
Zeker omdat de IDB, de top van de regering, de grootste constructiebedrijven in Suriname en China betrokken zijn bij het project “Rehabilitatie Van ’t Hogerhuys- en Slangenhoutstraat”. Het gaat om een project van ruim US$ 23 miljoen. (…)
Wat de situatie tot een thriller zou maken, is dat geheime informatie over de aanbesteding is uitgelekt. BH kwam niet in aanmerking voor de gunning omdat een belangrijk document over de joint venture ontbrak. Bij verificatie bleek dat het stuk niet was ingediend en kon het volgens de procedure achteraf ook niet erbij. Dit was case closed voor BH, die overigens de laagste aanbieder was. Aangezien het om een project van US$ 23 miljoen gaat, is dus het lobbywerk gestart om toch in aanmerking te komen voor de gunning. De tranen rolden op de hoogste niveaus in het land, ook bij IDB werden zakdoekjes gezocht om de ogen te deppen.
(…)
Intussen is OW met een zoetsappige reactie gekomen dat er in feite niet veel aan de hand is. De IDB heeft volgens minister Riad Nurmohamed twijfels uitgesproken over de confidentialiteit en heeft geconcludeerd dat de informatie is terechtgekomen bij derden. De minister zegt niks over dat hij als reden voor de heraanbesteding aangeeft dat het gaat om budgetbeperking. (…) In elk fatsoenlijk land zou de hoofdverantwoordelijke voor de lekkage nu moeten opstappen en niet na 10 maanden: Riad Nurmohamed!”
2.4 Naar aanleiding van de column die Ramacharan op Starnieuws heeft geplaatst, heeft Nurmohamed in de hoedanigheid van minister op 31 juli 2024 de volgende schriftelijke sommatie aan Starnieuws en Ramcharan gegeven:
“ Naar aanleiding van het op 30 juli 2024 gepubliceerd bericht op Starnieuws, als publicatie van Network Star Suriname NV, met de kop: “Riad verantwoordelijk uitlekken vertrouwelijke informatie”, wordt het volgende onder uw aandacht gebracht.
(…)
Vermeldenswaard is verder dat zijdens het Ministerie van Openbare Werken een verklaring is uitgegeven die eveneens via Starnieuws op 30 juli 2024 is gepubliceerd met als kop: “OW: IDB heeft twijfels over confidentialiteit aanbesteding”. In dit bericht is uitvoerig ingegaan op de ontstane situatie m.b.t. het project, het uitlekken van informatie en het verder te volgen traject van afronding, althans is een juiste stand van zaken weergegeven.
(…)
Hetgeen in de laatste alinea wordt aangehaald mist elke grondslag en wordt gezien als een onterechte beschuldiging. Verwezen wordt naar de laatste zin: “In elk fatsoenlijk land zou de hoofdverantwoordelijke voor de lekkage nu moeten opstappen en niet na 10 maanden: Riad Nurmohamed.”
Hierbij is aangegeven dat Riad Nurmohamed, die in dezelfde alinea is aangeduid als minister, de hoofdverantwoordelijke is voor de lekkage. Deze stellingname is niet onderbouwd en schaad de reputatie van de minister van Openbare Werken, dhr. Riad Nurmohamed zowel in zijn functie als in persoon. Bovendien wordt deze stellingname gekarakteriseerd als smaad en laster en wordt de reputatie aangetast.
U wordt derhalve gesommeerd om binnen 3 (drie) dagen na ontvangst van dit schrijven de onjuiste stellingname te rectificeren op dezelfde wijze zoals gepubliceerd via Starnieuws. Bij uitblijven hiervan is het treffen van de nodige rechtsmaatregelen niet uitgesloten.”
2.5 Starnieuws en Ramcharan hebben niet voldaan aan de hiervoor vermelde sommatie.
3. De vordering, de grondslag daarvan en het verweer
3.1 Nurmohamed en de Staat vorderen dat de kantonrechter in kortgeding bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
– Starnieuws en Ramcharan veroordeelt om binnen 1×24 uur na het ten deze te wijzen vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, zich publiekelijk jegens Nurmohamed en de Staat te verontschuldigen door in de lokale dagbladen, via www.starnieuws.com en overige online nieuws sites de volgende rectificatie op een opvallende plek te plaatsen, te weten: “ Door Starnieuws is er op 30 juli 2024 een bericht gepubliceerd onder de kop “Riad verantwoordelijk uitlekken vertrouwelijke informatie” waarin Riad Nurmohamed als minister van Openbare Werken verantwoordelijk wordt gesteld voor het uitlekken van vertrouwelijke informatie m.b.t. de aanbesteding voor het overheidsproject: “Rehabilitatie van de van ’t Hogerhuysstraat en de Slangenhoutstraat”. Hierbij wordt kenbaar gemaakt dat deze stelling in het bericht onjuist en onterecht is en tast de goede naam, eer en aanzien van dhr. Riad Nurmohamed alsook zijn privacy, waarvoor welgemeende verontschuldigingen wordt aangeboden aan het Ministerie van Openbare Werken en de minister Riad Nurmohamed ”, zulks onder verbeurte van een dwangsom van SRD 300.000,- per dag, voor iedere dag dat Starnieuws en Ramcharan ingebreke mocht blijven hieraan gevolg te geven.”
3.2 Nurmohamed en de Staat leggen aan het gevorderde ten grondslag dat Starnieuws en Ramcharan in strijd hebben gehandeld met de artikelen 1386 jo. 1393 t/m 1397 BW. Hiertoe stellen zij, tegen de achtergrond van de feiten vermeld onder 2, dat Nurmohamed in het artikel ten onrechte verantwoordelijk wordt gesteld voor het uitlekken van vertrouwelijke informatie met betrekking tot de aanbesteding van het overheidsproject “Rehabilitatie van de van ’t Hogerhuysstraat en de Slangenhoutstraat”, welk project door de Inter American Development Bank (IDB) wordt gefinancierd. Starnieuws en Ramcharan hebben met de door hun in het openbaar gedane ongenuanceerde uitspraken c.q. geponeerde lasterlijke en ongefundeerde uitlatingen, de goede naam en eer van Nurmohamed die het ambt van minister bekleedt aangetast en het imago van de Staat te grabbel gegooid.
Starnieuws en Ramcharan hebben recht van vrijheid van meningsuiting, maar dit recht wordt beperkt als de verspreiding daarvan schending van eer en goede naam oplevert. Het door Starnieuws en Ramcharan gepubliceerd bericht dient geen enkel algemeen belang en daarnaast zijn de uitlatingen niet onderbouwd middels een deugdelijk feitenonderzoek.
Starnieuws en Ramcharan zijn bewust op de tour om de reputatie van Nurmohamed aan te tasten en hebben zij op geen enkel moment het principe van hoor en wederhoor toegepast zoals dat gangbaar is binnen de journalistiek.
Nurmohamed en de Staat stellen als spoedeisend belang dat door de uitlatingen van Starnieuws en Ramcharan het niet is uitgesloten dat de hele financiering van het thans in uitvoering zijnde overheidsproject betreffende vervanging van de brug over het Saramaccakanaal te Saramaccadoorsteek wordt stopgezet.
3.3 Starnieuws en Ramcharan concluderen bij conclusie van antwoord bij wege van verweer tot afwijzing van de vordering als te zijn ongegrond en onbewezen. Hiertoe voeren zij onder meer het volgende aan.
Het dagblad De West rapporteerde op 27 juli 2024 als eerst dat de aanbesteding van het project dat betrekking heeft op de rehabilitatie van de Van ’t Hogerhuysstraat en de Slangenhoutstraat door de IDB was afgelast. Starnieuws vervolgde de berichtgeving daarover – na enig onderzoek – op
30 juli 2024: “volgens betrouwbare bron heeft de IDB de aanbesteding gecanceld, omdat de overheid zich niet integer heeft opgesteld bij de selectie van de aannemer”. Starnieuws putte deze wetenschap uit een in juni door de IDB aan het Ministerie van Openbare Werken gestuurde brief. De gebeurtenissen waarover werd bericht zijn voor de gemeenschap zeer ingrijpend en vormden voor Ramcharan aanleiding om daar een column aan te wijden op 30 juli 2024.
Nurmohamed en de Staat hebben niet onderbouwd hoe zij tot de conclusie zijn gekomen dat de uitlatingen ongenunaceerd, lasterlijk, ongefundeerd, bezwarend en onrespectvol zijn en Nurmohamed in zijn eer en goede naam is aangetast. De gebeurtenissen die in het artikel zijn vermeld en waarover is gerapporteerd, namelijk de afgelasting van de aanbesteding wegens schending van confidentialiteit, zijn juist.
Nurmohamed is niet beschuldigd voor het uitlekken van informatie, maar hij wordt als hoogste baas op het ministerie verantwoordelijk gesteld voor het uitlekken van vertrouwelijke informatie waardoor de belangen van de Staat Suriname, maar vooral het publiek, in gevaar zijn gebracht.
Het overheidsproject is niet door toedoen van Starnieuws in gevaar gekomen, maar door de twijfels die bij IDB zijn ontstaan over de confidentialiteit van informatie die bij derden zijn terechtgekomen.
Het algemeen belang heeft gemaakt dat het bericht is gemaakt en de columnist haar mening heeft gegeven over het ernstige verwijt dat de aanbesteding is stopgezet en dat er een integriteitsvraagstuk is ontstaan.
Starnieuws beschikt over documentatie zwart op wit, dus was er geen noodzaak voor wederhoor.
4. De beoordeling
4.1 Het verzoek van de Staat betreffende het afvoeren van de zaak van de rol
4.1.1 De Procureur-Generaal die ingevolge artikel 146 lid 2 van de Grondwet de Republiek Suriname in rechte vertegenwoordigt, heeft namens de Staat per schrijven d.d. 27 augustus 2024 het verzoek gedaan om de vordering die door de Staat is ingesteld van de rol af te voeren. Hiertoe heeft zij aangevoerd dat de Staat geen enkel belang of betrokkenheid heeft bij deze rechtsvordering.
Starnieuws en Ramcharan hebben bezwaar geopperd tegen dit verzoek en hebben het verzoek gedaan om vonnis tegen de Staat te wijzen. Zij hebben betoogd dat een eenmaal ingestelde vordering, na de conclusie van antwoord, niet meer eenzijdig door de eisende partij kan worden ingetrokken.
Naar het oordeel van de kantonrechter gaat dit betoog van Starnieuws en Ramcharan niet op, en wel op grond van de hierna volgende overwegingen. Zoals de kantonrechter het begrijpt, bedoelt de Staat met het verzoek tot het afvoeren van de zaak van de rol dat de vordering jegens Starnieuws en Ramcharan wordt ingetrokken. Om die reden zal de kantonrechter het verzoek van de Staat inlezen als te zijn een verzoek tot intrekking van de door hem jegens Starnieuws en Ramcharan ingestelde vordering.
Toetsing aan artikel 109 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)
4.1.2 Vooropgesteld wordt dat een vordering tot intrekking kan worden aangemerkt als een vermindering van eis; in dit geval vermindering van de ingestelde vordering tot nihil.
Ingevolge artikel 109 Rv is de eiser bevoegd zijn vordering tot afloop van de zaak te verminderen, zonder het onderwerp van de vordering te mogen wijzigen.
Uit de inhoud van de in het dossier aanwezige processtukken blijkt dat het verzoek door de Staat is gedaan, voordat voor dupliek is geconcludeerd dan wel voordat in deze kortgedingzaak is uitgeprocedeerd. De slotsom is, dat het verzoek van de Staat voldoet aan de in het hiervoor vermeld artikel vermelde vereisten, hetgeen de kantonrechter aanleiding geeft de intrekking van de vordering van de Staat toe te staan. Aldus zal worden verstaan dat de kortgedingzaak van de Staat jegens Starnieuws en Ramcharan is ingetrokken.
4.2 De vordering van Nurmohamed gericht tot Starnieuws en Ramcharan
4.2.1 Zoals hiervoor in 4.1.2 is overwogen, zal worden verstaan dat de zaak van de Staat tegen Starnieuws en Ramcharan is ingetrokken. Daarom zal de kantonrechter zich hierna slechts toespitsen op de inhoudelijke beoordeling van de vordering van Nurmohamed tegen Starnieuws en Ramcharan.
Spoedeisend belang
4.2.2 Het door Nurmohamed gestelde spoedeisend belang is voldoende aannemelijk voor de kantonrechter, zodat hij wordt ontvangen in het kortgeding.
De standpunten
4.2.3 Bij conclusie van repliek benadrukt Nurmohamed dat het bij hem puur gaat om rectificatie van zijn eer en goede naam, vanwege de ongefundeerde beschuldiging naar hem toe dat hij verantwoordelijk en de schuldige is voor het uitlekken van de informatie. Volgens Nurmohamed is er geen verificator waaruit blijkt dat het uitlekken van de informatie vanuit het ministerie heeft plaatsgevonden, terwijl Starnieuws en Ramcharan weten dat bij elke aanbesteding verschillende actoren betrokken zijn. Desondanks wordt hij door Starnieuws en Ramcharan in een kwaad daglicht gezet.
In reactie hierop voert Ramcharan aan dat de gewraakte column slechts stelt dat Nurmohamed als minister verantwoordelijk is voor het uitlekken van informatie op zijn ministerie en dat, nu dat het geval is, hij dient af te treden. Hiermee geeft de columniste Ramcharan enkel haar mening weer, welke in staatsrechtelijk opzicht geheel juist is. En ook al zou volgens Ramcharan de stelling omtrent de verantwoordelijkheid onjuist zijn, dan nog kan dat niet als onnodig grievend en krenkend worden gekwalificeerd.
Interpretatie van de gewraakte uitlating
4.2.4 De kantonrechter komt op grond van de standpunten van partijen tot het hierna volgend oordeel.
Niet in geschil is dat confidentiële informatie betreffende de aanbesteding van het project “Rehabilitatie van de Van ’t Hogerhuysstraat en de Slangenhoutstraat” bij derden is beland of is uitgelekt. Dit is gewoon een feit waarvoor, zoals Starnieuws en Ramcharan terecht opwerpen, toepassing van hoor en wederhoor niet noodzakelijk is.
Wat wel in geschil is, is de beantwoording van de vraag of de door Ramcharan gedane uitlating in de column dat Nurmohamed hoofdverantwoordelijke is op het Ministerie van Openbare werken en daaruit voortvloeiend de uitlating dat hij de hoofdverantwoordelijke is voor het doen uitlekken van de bedoelde informatie, als een belediging dient te worden aangemerkt.
De kantonrechter stelt vast dat de gewraakte uitlating is gedaan in een column. Een column heeft veelal het karakter van een kort stukje prozawerk over een actuele kwestie en een mening van de schrijver over de aangekaarte actuele kwestie om een boodschap aan het lezerspubliek over te brengen en deze tevens aan het denken te zetten.
Naar het oordeel van de kantonrechter interpreteert Nurmohamed de gewraakte uitlating in de column letterlijk als te zijn een verwijt aan zijn adres, dat hij de confidentiële informatie heeft doen uitlekken naar buiten en hij hiervoor door Starnieuws en Ramcharan verantwoordelijk wordt gesteld, terwijl voor de lezer een boodschap achter de inhoud van de column van de schrijver schuilt. De kantonrechter leest als boodschap dat Nurmohamed het ambt van minister bekleedt en aldus de hoofdverantwoordelijke is voor hetgeen plaatsvindt op het ministerie dat onder zijn hoede valt.
De kwalificatie van de gewraakte uitlating “Nurmohamed is de hoofdverantwoordelijke”
4.2.5 De kantonrechter ziet zich uitgaande van de gewraakte uitlating “Nurmohamed is de hoofdverantwoordelijke” ambtshalve gesteld voor de beantwoording van de vraag of deze uitlating als een belediging kan worden aangemerkt.
Ter beantwoording van deze vraag dient eerst te worden beoordeeld of de gewraakte uitlating als hetzij een feit, hetzij een mening dient te worden aangemerkt. Vanuit dat licht bekeken dient voor de kantonrechter als uitgangspunt het bepaalde in artikel 123 lid 1 van de Grondwet (GW), omdat Nurmohamed het ambt van minister bekleedt. In bovenvermelde bepaling is neergelegd dat de leden van de Raad van de Ministers belast zijn met de leiding van hun respectieve ministeries. Dit brengt de kantonrechter tot de slotsom dat Nurmohamed in zijn hoedanigheid als minister de hoofdverantwoordelijke is van het ministerie dat aan hem is toebedeeld en hij daaruit voortvloeiend als hoofverantwoordelijke dient te worden aangemerkt voor de confidentiële informatie die is uitgelekt. Of de informatie al dan niet vanuit zijn ministerie is uitgelekt doet niet ter zake, omdat hij als hoofdverantwoordelijke van het ministerie de beschikbare tools in handen heeft om zoveel als mogelijk te voorkomen dat confidentiële informatie uitlekt, zoals het leggen van de nadruk op de geheimhoudingsplicht die uit de wet of uit de met derden getekende geheimhoudingsverklaring voortvloeit voor degenen op wie de geheimhoudingsplicht van toepassing is, het doen instellen van een onderzoek om in beeld te brengen wie de confidentiële informatie aan derden heeft doen toekomen en het doen opleggen van een tuchtstraf bij schending van de geheimhoudingsplicht.
Dat Nurmohamed als hoofdverantwoordelijke van het ministerie dient te worden aangemerkt, kan overigens ook worden afgeleid uit zijn eigen handelen. Met name heeft hij, zoals hijzelf stelt en zoals dat in 2.2 in dit vonnis is weergegeven, op 30 juli 2024 op de website van www.gov.sr een artikel doen plaatsen waarin hijzelf de samenleving informeert over deze (toen actuele) kwestie, hetgeen de kantonrechter beschouwt als een vorm van afleggen van verantwoording naar de samenleving toe. Dat hij hoofdverantwoordelijke van het ministerie is en voor het doen uitlekken van de informatie, is dus gewoon een feit dat naar het oordeel van de kantonrechter geen beledigend karakter in zich draagt, zodat niet aannemelijk is dat Nurmohamed in zijn eer en goede naam is aangetast. Daarbij neemt de kantonrechter ook in overweging dat, zoals Starnieuws en Ramcharan terecht opwerpen, Nurmohamed geen of niet voldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld waaruit blijkt dat hij in zijn eer en goede naam is aangetast. Op grond van al hetgeen hiervoor is overwogen, is niet aannemelijk dat Starnieuws en Ramcharan met de gewraakte uitlating onrechtmatig jegens Nurmohamed hebben gehandeld. Daarom zullen de gevorderde voorzieningen als ongegrond worden geweigerd.
4.2.6 De overige stellingen en weren van partijen behoeven geen bespreking, omdat die tot geen andere uitkomst in de onderhavige zaak zullen leiden.
4.2.7 Nurmohamed is in het ongelijk gesteld. Gangbaar is dat de procespartij die in het ongelijk is gesteld in de proceskosten wordt veroordeeld. De kantonrechter zal van dit gebruik niet afwijken en Nurmohamed in de proceskosten veroordelen. Deze zullen tot de dag van de uitspraak worden begroot dan wel beperkt tot het liquidatietarief ad SRD 7.500,-, zoals neergelegd in het Procesreglement voor Civiele Zaken bij het Hof van Justitie en de Kantongerechten in Suriname.
5. De beslissing
De kantonrechter in kort geding:
ten aanzien van het gevorderde van Nurmohamed tegen Starnieuws en Ramcharan:
5.1 weigert de gevorderde voorzieningen;
5.2 veroordeelt Nurmohamed in de proceskosten die aan de zijde van Starnieuws en Ramcharan zijn gevallen en tot aan deze uitspraak zijn begroot op
SRD 7.500,- (Zevenduizend en Vijfhonderd Surinaamse Dollar);
Ten aanzien van het gevorderde van de Staat tegen Starnieuws en Ramcharan:
5.3 verstaat dat de zaak van de Staat tegen Starnieuws en Ramcharan is ingetrokken.
Dit vonnis is gewezen en ter openbare terechtzitting uitgesproken op donderdag
21 november 2024 te Paramaribo door de kantonrechter in kortgeding in het eerste kanton, mr. S.M.M. Chu, in aanwezigheid van de griffier.