- Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
- Zaaknummer CIVAR no. 202400786
- Uitspraakdatum 16 mei 2024
- Publicatiedatum 12 juni 2025
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Kort geding van belangenorganisaties tegen de Staat om de bestemming van ruim 400.000 hectare bos in het district Sipaliwini te wijzigen en de grond uit te geven als landbouwgrond, terwijl deze wordt gebruikt als woon- en jachtgebied van inheemsen en tribale volken.
Onder verwijzing naar het vonnis Samaaka v. Suriname van het Inter-Amerikaans Hof voor de Mensenrechten acht de kantonrechter de belangenorganisaties bevoegd om op te komen voor de rechten van de inheemsen en in stamverband wonende volken.
Op grond van het Free Prior Informed Consent principe heeft de staat de verplichting tot het betrekken van de tribale en in stamverband levende volken voordat zij beslissingen neemt om enige vorm van economische activiteit in hun woongebied toe te laten. De inheemsen en tribale volken kunnen slechts op basis van gedegen informatie, de gebruikelijke processen van besluitvorming en vrije wil een weloverwogen besluit nemen of zij enige vorm van economische activiteit in hun woongebied toelaten. In geval van een rechtstreeks belang voor de inheemsen en tribale volken binnen hun woongebied is hun toestemming vereist voordat aan personen vergunningen en/of concessies worden gegeven of besluiten worden genomen over het gebruik van hun woongebied. Bij overheidsprojecten opgenomen in door de volksvertegenwoordiging goedgekeurde beleidsprogramma’s moeten de inheemsen en tribale volken vooraf worden geconsulteerd alvorens enig recht aan derden wordt verleend.
Uitspraak
HET KANTONGERECHT IN HET EERSTE KANTON
CIVAR No. 202400786
16 mei 2024
Vonnis in kort geding in de zaak van:
A. STICHTING GI JESI NA LELLIE (St. Gi Jesi);
B. STICHTING MARRON PLATFORM SURINAME (St. Marron platform);
C. VERENIGING ORGANISATIE VAN INHEEMSEN IN SURINAME (O.I.S.);
D. STICHTING KAMPOS SAMENWERKINGSVERBAND VAN TRIBALE VOLKEN IN SURINAME (St. Kampos);
E. [Eiser sub E], allen gevestigd of wonende te Paramaribo,
hierna gezamenlijk te noemen: “St. Gi Jesi e.a.”,
hierna afzonderlijk te noemen: “St. Gi Jesi, St. Marron platform, O.I.S, St. Kampos en [eiser sub E]”,
eisers,
gemachtigde: mr. A.C.A. Karg, advocaat,
tegen
A. STAAT SURINAME voornamelijk de ministeries van Grondbeleid & bosbeheer (GBB) en van Landbouw Veeteelt & Visserij (LVV). , in rechte vertegenwoordigd door de Procureur-Generaal bij het Hof van Justitie gevestigd en kantoorhoudende te Paramaribo,
gevolmachtigde van LVV: mevr. S. Nanda LL.B;
B. TERRA INVEST SURINAME & GUYANA NV,
gevestigd in het district Saramacca,
gemachtigde: mr. R.C. Ghogli, advocaat,
C. STICHTING KOVU & KIARA,
gevestigd in het district Wanica,
D. AGRICULTURE REINLAND NV,
gevestigd in het district Saramacca,
gemachtigde: mr. R.C. Ghogli, advocaat,
E. [NAAM], eenmanszaak
gevestigd in het district Wanica,
F. STICHTING TOGLIATTI VERMOGENSBEHEER,
G. SITCHTING GAZIANTEP VERMOGENSBEHEER;
H. STICHTING BRAEBURN APPLE, allen gevestigd in het district Wanica,
hierna gezamenlijk te noemen: “Staat e.a.”,
hierna afzonderlijk te noemen: “staat, Terra Invest NV, Reinland NV, St. Kovu, St. Togliatti, St. Gaziantep, [naam] en St. Braeburn”,
gedaagden,
1. Het verloop van het proces
1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken:
- het verzoekschrift dat met producties op 22 februari 2024 ter griffie der kantongerechten is ingediend;
- de conclusie van eis d.d. 14 maart 2024;
- de conclusie van antwoord van de zijde van de staat in het bijzonder LVV;
- de conclusie van antwoord van de zijde van Terra invest NV;
- de conclusie van antwoord van de zijde van Reinland NV;
- het tegen St. Kovu, [naam], St. Togliatti, St. Gaziantep en St. Braeburn verleent verstek.
- de akte tot wijziging van de conclusie van eis, waarin St. Gi Jesi e.a. de gronden waarvan zij menen dat de bestemming wordt gewijzigd heeft aangegeven.
1.2 De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.
2. De feiten
St. Gi Jesi e.a. zijn organisaties die onder andere tot doel hebben de belangen te
behartigen van personen met een achterstand, tot slaaf gemaakten en inheemsen.
[eiser sub E] heeft een persoonlijk belang vanwege zijn inheemse achtergrond.
3. De vordering, de grondslag daarvan en het verweer
3.1 St. Gi Jesi e.a. vorderen dat de kantonrechter in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
a. de staat en Terra invest NV gelast om, binnen 24 uur na het in deze te wijzen vonnis, zich te onthouden van gedragingen welke de strekking heeft wijziging van de bestemming van de onderstaande perceellanden:
- groot 37046 ha gelegen in het district Sipaliwini ten westen van de Maratakka- en de Nickerierivier, op de kaart van landmeter C.A. Cairo Lcs de dato 10 augustus 2022 aangeduid met de letters ABCD;
- groot 35194 ha gelegen in het district Sipaliwini ten oosten van de Coppenamerivier en aan de noorderzijde van de weg naar west-Suriname, op de kaart van landmeter C.A. Cairo Lcs de dato 10 augustus 2022 aangeduid met de letters ABCDEFGHIJKL;
- groot 6533 ha gelegen in het district Sipaliwini ten oosten van de Coppenamerivier ten westen van de Tibitirivier, op de kaart van landmeter C.A. Cairo Lcs de dato 10 augustus 2022 aangeduid met de letters ABCDEFGHIJKLM;
- groot 404,06 ha gelegen in het district Sipaliwini ten westen van de Coppenamerivier en aan de noordzijde van de weg naar west-Suriname, nader aangeduid op de kaart van landmeter C.A. Cairo Lcs de dato 15 mei 2023 met de letters ABCDE.
b. de staat verbiedt tot uitgifte in grondhuur van de omschreven perceellanden aan Terra Invest NV, Reinland NV, St. Kovu, St. Togliatti, St. Gaziantep, [naam] en St. Braeburn tot in een bodemprocedure definitief over de rechtsgeldigheid van een dergelijke uitgifte beslist zal zijn.
c. de staat e.a. veroordeelt tot een dwangsom van SRD 10.000, – (tienduizend Surinaamse dollar) voor iedere dag dat zij weigeren of nalaten uitvoering te geven aan het in deze te wijzen vonnis.
d. de staat e.a. veroordeelt om het in deze te wijzen vonnis te gehengen en te gedogen.
e. de staat e.a. veroordeelt in de kosten van het geding inclusief het liquidatietarief.
Subsidiair
a. de staat gelast om, binnen 24 uur na het in deze te wijzen vonnis, zich te onthouden van gedragingen welke de strekking heeft wijziging van de bestemming van de onderstaande perceellanden:
- groot 37046 ha gelegen in het district Sipaliwini ten westen van de Maratakka- en de Nickerierivier, op de kaart van landmeter C.A. Cairo Lcs de dato 10 augustus 2022 aangeduid met de letters ABCD;
- groot 35194 ha gelegen in het district Sipaliwini ten oosten van de Coppenamerivier en aan de noorderzijde van de weg naar west-Suriname, op de kaart van landmeter C.A. Cairo Lcs de dato 10 augustus 2022 aangeduid met de letters ABCDEFGHIJKL;
- groot 6533 ha gelegen in het district Sipaliwini ten oosten van de Coppenamerivier ten westen van de Tibitirivier, op de kaart van landmeter C.A. Cairo Lcs de dato 10 augustus 2022 aangeduid met de letters ABCDEFGHIJKLM;
- groot 404,06 ha gelegen in het district Sipaliwini ten westen van de Coppenamerivier en aan de noordzijde van de weg naar west-Suriname, nader aangeduid op de kaart van landmeter C.A. Cairo Lcs de dato 15 mei 2023 met de letters ABCDE, totdat conform artikel 22 van de Milieu Raamwet de milieu effecten analyse zal zijn voltooid en informed consent zal zijn verkregen van de inheemsen en de in stam verband levende belanghebbenden.
b. de staat verbiedt tot uitgifte in grondhuur van de omschreven perceellanden aan Terra Invest NV, Reinland NV, St. Kovu, St. Togliatti, St. Gaziantep, [naam] en St. Braeburn, dan wel het gebruik daarvan door hen of derden toe te staan, totdat conform artikel 22 van de Milieu Raamwet de milieu effecten analyse zal zijn voltooid en informed consent zal zijn verkregen van de inheemsen en de in stam verband levende belanghebbenden.
c. de staat e.a. veroordeelt tot een dwangsom van SRD 10.000, – (tienduizend Surinaamse dollar) voor iedere dag dat zij weigeren of nalaten uitvoering te geven aan het in deze te wijzen vonnis.
d. de staat e.a. veroordeelt om het in deze te wijzen vonnis te gehengen en te gedogen.
e. de staat e.a. veroordeelt in de kosten van het geding inclusief het liquidatietarief.
3.2 St. Gi Jesi e.a. leggen aan hun vordering ten grondslag dat de staat voornemens is om 456.238 ha bos te bestemmen voor de landbouw en heeft ondanks de verstrekkende gevolgen van de bestemmingswijziging geen transparantie of openbaarheid van bestuur betracht door de volledige informatie en documentatie openbaar te maken of toe te lichten.
3.3 de staat, Terra Invest NV en Reinland NV hebben verweer gevoerd. De kantonrechter komt op dit verweer, voor zover voor de beslissing van belang, hierna in de beoordeling terug.
4. De beoordeling
4.1 St. Gi Jesi e.a. stellen dat de staat voornemens is om 456.238 ha bos te bestemmen voor de landbouw en heeft ondanks de verstrekkende gevolgen van de bestemmingswijziging geen transparantie of openbaarheid van bestuur betracht door de volledige informatie en documentatie openbaar te maken of toe te lichten. De staat in het bijzonder LVV stelt dat zij onder andere als taak heeft het identificeren van grond dat geschikt is voor de landbouw. Dat LVV de bevoegdheid mist om grond uit te geven. Terra Invest NV en Reinland NV stellen dat zij, met in achtneming van de wettelijke regels en procedures, een aanvraag hebben gedaan tot het verkrijgen van het recht van grondhuur. Dat Terra Invest NV slechts beschikt over een bereidverklaring de dato 07 september 2023 [nummer 1], [nummer 2] voor 404,06 ha in de omgeving van Witagron ter uitoefening van de landbouw. Dat Terra Invest en Reinland NV geen landbouwactiviteiten ontplooien op voormelde grond. Dat zij thans bezig zijn invulling te geven aan de eisen die de Milieu Raamwet stelt en zich houden aan de terzake geldende procedures. Dat zij erkende rechten van de tribale volken wensen te eerbiedigen, mits deze groepen, door de wet en jurisprudentie, erkend zijn als te zijn in stam verband wonende tribale volken. Dat volgens de Tingi en Saramaka People v. Suriname vonnissen er stringente voorwaarden c.q. factoren worden gesteld voor het toekennen van collectieve rechten aan inheemsen en tribale volken op een bepaald grondgebied. Dat er geen wettelijke basis is voor collectieve rechten in Suriname, omdat er naar Surinaams recht geen sprake is van collectieve rechtspersoonlijkheid. Dat St. Gi Jesi e.a. geen binding hebben met de grond omdat zij verzuimd hebben over te leggen een aanvraag tot het verkrijgen van het recht van grondhuur of enige titel en moeten op die grond niet ontvankelijk worden verklaard. Dat St. Gi Jesi zich beroepen op artikel 4 van het Decreet Beginselen Grondbeleid, waarin is opgenomen dat bij het beschikken over domeingrond de rechten van in stamverband levende bosnegers en indianen op hun dorpen, nederzettingen en kostgronden geëerbiedigd moeten worden, voorzover het algemeen belang zich daartegen verzet. Dat onder het algemeen belang mede moet worden begrepen de uitvoering van een project in het kader van een goedgekeurde ontwikkelingsplan. Dat het ontplooien van landbouwactiviteiten geen ingrijpende gevolgen en of schadelijke risico’s voor het milieu met zich zal mee brengen. Dat het algemeen bekend is dat de levenswijze van de in stamverband levende volken, zoals het jagen, ontbossen, houtkap, veeteelt, landbouw en visvangst, om in hun levensbehoefte te voorzien, door het ontplooien van landbouwactiviteiten nadelige gevolgen zal ondervinden. Dat de door hen te ontplooien landbouwactiviteiten meer voordelen dan nadelen zal opleveren voor de ontwikkeling van Suriname als ook het creëren van werkgelegenheid voor deze in stamverband levende volken zoals is gebleken in de mijnbouwsector. Dat zij de inhoud van de kaart “massive planned deforestation in Amazon of Suriname” de dato januari 2024 omdat het slechts een kaart betreft en geen deskundige rapportage van een onafhankelijke deskundige. Dat de kaart niet betreft de conform de richtlijnen van de Milieu Raamwet of enig milieueffecten analyse (MEA) door de Nationale Milieu Autoriteit in de zin van artikel 2 van de Milieu Raamwet. Dat zij door St. Gi Jesi e.a. niet in gebreke zijn gesteld of aangemaand dan wel vooraf in kennis zijn gesteld van de kaart en St. Gi Jesi e.a. hen niet de gelegenheid hebben geboden om binnen een redelijke termijn nader onderzoek te doen. Dat de bereidverklaring welke aan Terra Invest NV is gegeven op 07 maart 2024 is verlopen.
4.2 De kantonrechter gaat voorbij aan de stelling van Terra Invest NV en Reinland NV dat St. Gi Jesi e.a. niet bevoegd zijn om vorderingen in te stellen voor de inheemsen en in stamverband levende volken omdat het Surinaams recht geen collectieve rechtspersoonlijkheid kent. De kantonrechter sluit aan bij de door het Inter-Amerikaans Hof voor de Mensenrechten gehuldigde opvatting in het Samaaka v. Suriname vonnis waarin zij ten aanzien hiervan het volgende overwoog.
“At the current stage of the evolution of the Inter-American system for the protection of human rights, the empowerment of the alleged victims, their next of kin or representatives to submit pleadings, motions and evidence autonomously must be interpreted in accordance with their position as titleholders of the rights embodied in the Convention and as beneficiaries of the protection offered by the system. Nevertheless, there are certain limits to their participation in these proceedings, pursuant to the Convention and in the exercise of the Court’s jurisdiction. That is, the purpose of the representatives´ brief containing pleadings, motions and evidence is to give effect to the procedural attribute of locus standi in judicio that this Court has already recognized, in its jurisprudence, to the alleged victims, their next of kin or their representatives.”
4.3 De kantonrechter gaat voorbij aan de stelling van Terra Invest NV en Reinland NV dat St. Gi Jesi e.a. geen binding hebben met de grond omdat zij verzuimd hebben over te leggen een aanvraag tot het verkrijgen van het recht van grondhuur of enige titel. De kantonrechter volstaat met de herhaling van wat het Inter-Amerikaans Hof voor de Mensenrechten heeft overwogen ten aanzien van de locus standi in judicio van de vertegenwoordigers van de inheemsen en in stamverband wonende volken.
4.4 De kantonrechter gaat voorbij aan de stelling van Terra Invest NV en Reinland dat zij niet in gebreke is gesteld of aangemaand dan wel vooraf in kennis zijn gesteld van de kaart en hen niet de gelegenheid is geboden om binnen redelijke termijn nader onderzoek te doen. De verplichting tot het betrekken van de tribale en in stamverband levende volken betreft een verplichting van de staat alvorens zij beslissingen neemt om enige vorm van economische activiteit in hun woongebied toe te laten. Het Free Prior Informed Consent principe uit het internationaal recht met betrekking tot inheemsen en tribale volken behelst de manier waarop de staat de inheemsen en tribale volken dient te betrekken in de besluitvorming, met betrekking tot activiteiten binnen hun woongebied. De inheemsen en tribale volken kunnen slechts op basis van gedegen informatie, de gebruikelijke processen van besluitvorming en vrije wil een weloverwogen besluit nemen of zij enige vorm van economische activiteit in hun woongebied toelaten. In die situaties waar er sprake is van een rechtstreeks belang voor de inheemsen en tribale volken binnen hun woongebied en waarbij aan personen vergunningen en/of concessies worden gegeven of besluiten worden genomen over het gebruik van hun woongebied, is de toestemming van de inheemsen en tribale volken vereist alvorens door de staat een besluit wordt genomen. In die gevallen waar het overheidsprojecten betreft opgenomen in door de volksvertegenwoordiging goedgekeurde beleidsprogramma’s moeten de inheemsen en tribale volken vooraf worden geconsulteerd alvorens enig recht aan derden wordt verleend.
Het feit dat de aan Terra Invest NV bij beschikking de dato 07 september 2023 [nummer 1], [nummer 2] voor 404,06 ha in de omgeving van Witagron ter
uitoefening van de landbouw verstrekte bereidverklaring reeds vervallen is, niet weg neemt dat de inheemsen of in stamverband levende volken een vordering tegen de staat kunnen instellen ter voorkoming dat de staat wederom ertoe overgaat om zonder aan haar verplichtingen tot consultatie van deze groepen te voldoen beslissingen neemt over de toekenning van het recht van grondhuur aan Terra Invest NV, op gronden waarin hun dorpen, kostgronden en jachtgebieden voorkomen en daarmee een bedreiging te vormen voor hun levenswijze en hun middelen van bestaan.
4.5 Het kort geding is bij uitstek het middel om een voorlopige voorziening te vorderen, in gevallen van verzuim van de staat om te voldoen aan haar verplichting tot consultatie van de inheemsen of tribale volken alvorens zij een besluit neemt over het gebruik van hun woongebied voor economische of andere activiteiten, welke activiteiten een impact kunnen hebben op hun leefwijze en middel van bestaan. In kort geding kan door St. Gi Jesi e.a. worden gevorderd hetzij een verbod op herhaling in de toekomst, hetzij tot herstel van een onrechtmatig verstoorde toestand. Niet gesteld noch gebleken is dat de staat alvorens een bereidverklaring af te geven aan Terra Invest NV bij beschikking de dato 07 september 2023 [nummer 1], [nummer 2] voor 404,06 ha in de omgeving van Witagron ter uitoefening van de landbouw, zij aan haar verplichting tot consultatie van de inheemsen dan wel de tribale volken in het Witagron gebied heeft voldaan, de staat zal worden veroordeeld om in de toekomst te voldoen aan haar consultatie verplichting van de inheemsen en tribale volken, ter verkrijging van een free informed consent, alvorens zij een beslissing neemt om het recht van grondhuur te verlenen aan derden in het woon- en jachtgebied van de inheemsen en tribale volken. De vordering van St. Gi Jesi om de staat te veroordelen om alvorens zij een beslissing neemt over het laten ontplooien van economische activiteiten in het woon- en jachtgebied van de inheemsen of tribale volken zij eerst informed consent moet hebben verkregen zal worden toegewezen.
4.6 De vorderingen tegen Terra Invest NV, Reinland NV, St. Kovu, St. Togliatti, St. Gaziantep, [naam] en St. Braeburn zullen worden afgewezen nu het niet een verplichting tot consultatie van hen betreft voor het verkrijgen van informed consent.
4.7 De kantonrechter acht de bespreking van de overige stellingen en weren van
partijen overbodig, daar zij niet tot een andere uitkomst in de onderhavige zaak zullen leiden.
4.8 De staat zal worden veroordeeld in de kosten van het geding gevallen aan de zijde St. Gi Jesi e.a. welke tot op heden is begroot op SRD 50, – vastrecht, SRD 2.106, – kosten voor oproeping en SRD 7.500, – (zevenduizend vijfhonderd Surinaamse dollar) zijnde het liquidatietarief. Totaal SRD 9.656, – (negenduizend zeshonderd zesenvijftig Surinaamse dollar).
5. De beslissing
De kantonrechter in kort geding:
5.1 wijst af het tegen Terra Invest NV, Reinland NV, St. Kovu, St. Togliatti, St. Gaziantep, [naam] en St. Braeburn gevorderde,
5.2 veroordeelt de staat om, alvorens zij een besluit neemt om derden het recht van grondhuur te verstrekken om economische activiteiten in woon- en jachtgebieden van inheemsen en of tribale volken te ontplooien, deze te betrekken in de besluitvorming ter verkrijging van informed consent, onder verbeurte van een dwangsom van SRD 10.000, – (tienduizend Surinaamse dollar) voor iedere dag dat de staat in gebreke blijft om te voldoen aan haar consultatie verplichting met een maximum van SRD 10.000.000, – (tienmiljoen Surinaamse dollar),
5.3 verklaart dit vonnis ten aanzien van het bepaalde in 5.2 uitvoerbaar bij voorraad,
5.4 veroordeelt de staat in de kosten van het geding gevallen aan de zijde van St. Gi Jesi e.a. welke tot op heden is begroot op SRD 9.656, – (negenduizend zeshonderd zesenvijftig Surinaamse dollar).
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter in het eerste kanton mr. C.A. Wallerlei en ter
openbare terechtzitting uitgesproken door de kantonrechter in het eerste kanton
mr. S.M.M. Chu op donderdag 16 mei 2024 te Paramaribo in aanwezigheid van de griffier.