- Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
- Zaaknummer CIVAR no. 202404407
- Uitspraakdatum 20 januari 2025
- Publicatiedatum 31 januari 2025
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Noch in de Kiesregeling, noch in de Wet Politieke Organisaties is er enige bepaling waarin is neergelegd dat OKB een rechtspersoon is. OKB kan naar het oordeel van de kantonrechter dus niet als procespartij in een rechtsproces worden betrokken, doch instede daarvan de Staat Suriname die wel rechtspersoonlijkheid bezit.
Het is de President van de Republiek Suriname die de statuten van politieke organisaties goedkeurt, waarbij hij kennelijk eerst zijn werkarmen dan wel de ter zake deskundigen inschakelt om te toetsen of de statuten voldoen aan de wettelijke vereisten en OKB in dat stadium kennelijk niet is betrokken geweest bij de toetsing van de statuten. De kantonrechter komt tot het oordeel dat zoals OKB terecht opwerpt, NPS haar besluit op de aanvraag tot (her)registratie dient af te wachten. Indien zij na ontvangst van het besluit zich daarin niet zou kunnen terugvinden, dan zou zij in beroep bij de President van de Republiek Suriname kunnen gaan. De voorlopige slotsom is dat NPS prematuur is met deze vordering, zodat OKB slaagt in dit onderdeel van het door hem opgeworpen formeel verweer. Daarom zal NPS niet ontvankelijk worden verklaard in het gevorderde.
Het Burgerlijk Wetboek, de Grondwet, de Kiesregeling en het Decreet Politieke Organisaties.
Uitspraak
HET KANTONGERECHT IN HET EERSTE KANTON
CIVAR No. 202404407
20 januari 2025
Vonnis in kortgeding in de zaak van:
NATIONALE PARTIJ SURINAME,
gevestigd aan de Johan Adolf Pengelstraat no. 77 te Paramaribo,
eiseres,
hierna te noemen: NPS,
gemachtigde: mr. G.R. Sewcharan, advocaat,
tegen
DE STAAT SURINAME, met name HET ONAFHANKELIJK KIESBUREAU,
in rechte vertegenwoordigd wordende door de Procureur-Generaal bij het Hof van Justitie van Suriname,
gevestigd aan de Limesgracht no. 92 te Paramaribo,
gedaagde,
hierna te noemen: OKB,
gemachtigde: mr. D.S. Kraag, advocaat.
1. Het verloop van het proces
1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken:
het verzoekschrift dat met producties op 30 oktober 2024 op de Griffie der Kantongerechten is ingediend;
- het verzoekschrift dat met producties op 30 oktober 2024 op de Griffie der Kantongerechten is ingediend;
- de conclusie van eis d.d. 14 november 2024;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek, met producties;
- de conclusie tot uitlating producties.
1.2 De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.
2. De feiten
2.1 NPS is een politieke organisatie. Zij wenst deel te nemen aan de algemene geheime en vrije verkiezingen die op 25 mei 2025 gehouden zullen worden.
2.2 Op 22 februari 2024 heeft NPS een verzoek gedateerd 19 januari 2024 bij OKB ingediend, inhoudende een verzoek tot herregistratie van haar organisatie in het daartoe bestemde register.
OKB heeft per diezelfde datum een verklaring aan NPS afgegeven ter zake het ingediend verzoek, met daarin vervat een opsomming van de ontvangen bescheiden.
2.3 Op 14 mei 2024 heeft NPS een schriftelijk verzoek aan OKB gericht om haar te informeren over de stand van zaken omtrent het door haar ingediend verzoek tot herregistratie.
OKB heeft per diezelfde datum schriftelijk aan NPS medegedeeld dat het bedoelde verzoek sinds 22 februari 2024 in behandeling is en dat de door NPS ingediende documenten zijn onderworpen aan een onderzoek.
2.4 Op 27 mei 2024 heeft OKB een schrijven aan NPS gericht omtrent het door haar ingediend verzoek tot herregistratie, waarin zij – voor zover voor de beslissing van belang – het volgende vermeld:
“ (…) Na toetsing met de wettelijke regelingen met name met het Decreet Politieke Organisaties is het OKB tot de volgende bevinding gekomen.
Vooropgesteld dient te worden, dat krachtens artikel 7 lid 1 van het Decreet Politieke Organisaties, politieke organisaties geregistreerd dienen te zijn in het openbaar register dat voor dat doel door het OKB wordt gehouden.
Artikel 7 lid 2 van voormeld decreet geeft onder andere als een van de voorwaarden voor registratie aan dat de politieke organisatie dient te overleggen: statuten, reglementen of andere documenten, waaruit de ordening van de politieke organisatie blijkt. Bij toetsing van de statuten van N.P.S. is vooralsnog niet gebleken dat de politieke organisatie voldoet aan de vereiste zoals vastgelegd in artikel 2 punt van het voormeld decreet.
Artikel 2 onder punt b luidt: “Onverminderd het bepaalde in artikel 1665 e.v. van het Burgerlijk Wetboek en de door het Ministerie van Justitie en Politie vastgestelde richtlijnen ter zake, dienden de statuten van een politieke organisatie nog te bevatten: de verplichting van bestuursorganen om het beginselprogramma en bij elke verkiezing het verkiezingsprogramma aan de bevolking bekend te maken.”
Het OKB stelt de politieke organisatie N.P.S. in de gelegenheid om haar statuten, voorzover niet in andere reglementen reeds geregeld, in overeenstemming te brengen met het voormeld artikel en die aan te bieden aan het OKB voor verdere behandeling van het verzoek.
(…)”.
2.5 Op 21 juni 2024 heeft NPS door tussenkomst van haar gemachtigde een schrijven gedateerd 20 juni 2024 aan OKB gericht met het verzoek haar zo spoedig mogelijk schriftelijk te bevestigen dat zij de registratie van NPS in het Openbaar Register heeft doen plaatsvinden zoals door haar verzocht op 22 februari 2024. Hiertoe vermeldt zij, voor zover voor de beslissing van belang, onder meer het volgende in het schrijven:
“ (…) Gelet op het standpunt van het OKB zoals verwoord in haar voormelde schrijven d.d. 27 mei 2024 doet zich thans de juridische vraag voor of het OKB de bevoegdheid bezit om een registratie zoals hier bedoeld niet te doen plaatshebben op grond van de stelling dat de statuten c.q. een reglement van de politieke partij inhoudelijk in strijd zou zijn met een wet c.q. niet aan een wettelijk voorschrift voldoet, zoals thans in het geval van cliënte is geschied. In casu betreft het de vraag of het OKB bevoegd is de statuten van cliënte inhoudelijk te toetsen aan het Decreet Politieke Organisatie in het bijzonder artikel 2 lid b ervan.
Deze vraag moet naar aanleiding van cliënte ontkennend worden beantwoord en wel om de navolgende redenen.
- Blijkens de wet, artikelen 1665 tot en met 1685 van het Burgerlijk Wetboek (BW), is het goedkeuren, dus inhoudelijk toetsen, van de statuten en reglementen van een politieke partij expliciet voorbehouden aan de president van de Republiek Suriname.
- In geen enkele bepaling van het Decreet Politieke Organisaties noch in enig andere wet is een dergelijke toetsingsbevoegdheid aan het OKB toegekend.
- Ingevolge artikel 35 van de Kiesregeling weigert het Centraal Hoofdstembureau de registratie van een politieke partij indien niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld in artikel 7 lid 2 van het Decreet Politieke Organisatie. De bedoelde voorwaarden zijn de voorwaarden gesteld in artikel 7 lid 2 van het Decreet Politieke Organisatie. Ook het CHS komt dus geen inhoudelijke toetsingsbevoegdheid van de statuten van een politieke organisatie toe.
- Het Staatsbesluit van 15 maart 2010, S.B. 2010 No. 33, ter uitvoering van artikel 7 lid 5 van het Decreet Politieke Organisatie, geeft ook niet de bevoegdheid aan het OKB om de stukken van een politieke partij op hun inhoud aan de wet in casu het Decreet Politieke Organisatie te toetsen.
- Blijkens het model dat door het OKB bij weigering van een registratie gehanteerd dient te worden, welke is opgenomen in het Staatsbesluit van 15 maart 2010, S.B. 2010 NO. 33, dient het OKB slechts te beoordelen of de politieke organisatie de vereiste stukken niet of niet volledig heeft overgelegd. In het model is voor het OKB ook geen ruimte opengelaten om overwegingen te geven die te maken zouden kunnen hebben met een inhoudelijke toets van de statuten aan de wet.
Op grond van het voorgaande verzoek ik u derhalve mij zo spoedig mogelijk schriftelijk te bevestigen dat het OKB de registratie van cliënte in het Openbaar Register heeft doen plaatsvinden zoals door haar verzocht op 22 februari 2024.”
2.6 In reactie op het hiervoor in 2.5 vermeld schrijven, heeft OKB per brief d.d. 02 juli 2024 onder meer het volgende aan NPS medegedeeld:
“ (…)
Voor wat betreft uw verzoek tot registratie van de NPS, wordt u hierbij medegedeeld dat het OKB dat verzoek reeds in behandeling heeft. Zoals door u ook is aangegeven heeft het OKB reeds een schrijven verstuurd naar de politieke organisatie Nationale Partij Suriname (NPS) voor het volledig in lijn brengen van haar statuten met de Wet op de Politieke Organisaties. Het OKB kijkt uit naar de gewijzigde statuten ter afronding van het verzoek”.
3. De vordering, de grondslag daarvan en het verweer
3.1 NPS vordert dat de kantonrechter in kortgeding bij uitvoerbaar bij voorraad ter verklaren vonnis:
I) OKB veroordeelt om binnen een week na het in dezen te wijzen vonnis tot registratie van NPS in haar openbaar register over te gaan en NPS van die registratie kennisgeving te doen zoals in de wet bedoeld;
II) OKB veroordeelt tot een dwangsom van SRD 1.000.000,-, althans tot een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom, voor elke dag dat hij na de betekening van het vonnis aan hem nalaat eraan te voldoen;
III) OKB veroordeelt in de kosten van het geding.
3.2 NPS legt aan het gevorderde ten grondslag dat OKB een onrechtmatige daad jegens haar pleegt door in strijd te handelen met het legaliteitsbeginsel en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Daartoe stelt zij, tegen de achtergrond van de feiten vermeld onder 2, onder meer hetgeen zij heeft vermeld in het schrijven van 27 mei 2024 waarvan de inhoud is weergegeven in 2.4 in dit vonnis. Tevens stelt zij het volgende.
OKB is niet bevoegd de inhoud van de bij hem ingediende statuten te toetsen aan artikel 2 sub b van de Wet Politieke Organisaties. Noch de Kiesregeling, noch de Wet Politieke Organisaties geven OKB de bevoegdheid de statuten van politieke partijen aan een of andere wet te toetsen en bij een vermeende strijdigheid c.q. gebrek de politieke partij de registratie te weigeren.
NPS heeft zich meermalen doen registreren in het openbaar register bij OKB en heeft OKB de statuten nooit eerder strijdig geacht met een of andere wettelijke bepaling. NPS is opgericht op 29 september 1946 en heeft sedertdien aan de algemene, vrije en geheime verkiezingen meegedaan. Haar goedgekeurde statuten zijn nimmer onderdeel geweest van enig dispuut met welk verkiezingsorgaan dan ook. OKB kan na al die keren van registratie niet tegenwerpen dat de statuten van NPS niet voldoen c.q. in strijd zijn met een wet die al die keren van registratie ook gold. Dit is in strijd met het vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel.
Geen enkele wet geeft OKB de bevoegdheid om statuten van politieke partijen, die reeds door de president ex-artikel 1665 e.v BW zijn goedgekeurd, te toetsen aan enige wet en te verlangen dat de politieke partij de statuten wijzigt. Dit levert willekeur op.
De Wet Politieke Organisaties heeft geen overgangsregeling die voorschrift dat politieke partijen die toen reeds actief waren als gevolg van de inwerkingtreding ervan hun statuten dienden te wijzigen.
NPS stelt als spoedeisend belang dat zij zich in maart 2025 zal moeten registreren bij het Centraal Hoofd Stembureau om deel te kunnen nemen aan de algemene geheime en vrije verkiezingen. Om hieraan deel te kunnen nemen, is de registratie van haar orgaan in het openbaar register van OKB een wettelijk vereiste. Als gevolg van de weigering van OKB om NPS te registreren in het daartoe bestemd openbaar register, zal zij niet aan de verkiezingen kunnen deelnemen.
3.3 OKB voert als formeel verweer dat de kantonrechter zich onbevoegd dient te verklaren om van deze vordering kennis te nemen dan wel NPS niet ontvankelijk dient te verklaren in het gevorderde. Daartoe voert hij, verkort en zakelijk weergegeven, onder meer het volgende aan:
1) NPS gaat ervan uit dat OKB een bestuursorgaan van de Staat Suriname is en heeft hiervan uitgaande de vordering tegen de Staat Suriname ingesteld. De opvatting van NPS hierover is onterecht, omdat OKB ingevolge artikel 60 GW een onafhankelijk constitutioneel orgaan is dat zich in geen enkele hiërarchie tot de Staat verhoudt. Nergens is wettelijk bepaald dat de Staat directieven en/of opdrachten aan het OKB kan geven ten aanzien van haar toezichthoudende taak in artikel 1 Kiesregeling. De vordering is dus onterecht tegen de Staat ingesteld;
2) de door NPS ingestelde vordering is prematuur. Er is nog geen sprake van een proces-verbaal bevattende een weigering van registratie en betekening hiervan zoals artikel 7lid 5 van de Wet Politieke Organisaties dat dwingend voorschrijft. Artikel 7 lid 6 van de Wet Politieke Organisaties schrijft dwingend voor dat NPS tegen het besluit in beroep bij de President van de Republiek Suriname dient te gaan en niet bij de kortgedingrechter.
OKB voert het volgende materieel verweer:
1) in artikel 2 sub b van de Wet Politieke Organisaties is dwingend voorgeschreven aan welke vereisten de statuten van politieke organisaties dienen te voldoen. OKB is op grond van haar toezichthoudende taken genoemd in artikel 60 GW en artikel 1 Kiesregeling bevoegd om te beoordelen als de statuten van politieke organisaties aan artikel 2 sub b van de Wet Politieke Organisaties voldoen;
2) de toets in artikel 1665 e.v BW is slechts beperkt tot het verkrijgen van de rechtspersoonlijkheid door een vereniging. Die artikelen zijn niet toegespitst op de vereisten verband houdende met verenigingen die politieke organisaties zijn.
De kantonrechter komt op het verweer van OKB, voor zover voor de beslissing van belang, hierna in de beoordeling terug.
4. De beoordeling
Spoedeisend belang
4.1 Het door NPS gestelde spoedeisend belang, namelijk dat de registratie bij het CHS voor deelname aan de verkiezingen in maart 2025 dient plaats te vinden, is in voldoende mate aannemelijk voor de kantonrechter. Daarom wordt NPS in het kortgeding ontvangen.
Formeel verweer tot niet-ontvankelijk verklaring
4.2 In reactie op de eerste grond tot niet-ontvankelijk verklaring, zijnde de eerste grond van het door OKB opgeworpen formeel verweer, voert NPS aan dat OKB een orgaan van de Staat Suriname is. OKB is belast met een staatsrechtelijke taak, maar is geen natuurlijke- of rechtspersoon.
De kantonrechter verwerpt dit onderdeel van het door OKB opgeworpen formeel verweer, en wel op grond van de hierna volgende overwegingen.
Vooropgesteld wordt dat slechts natuurlijke- en rechtspersonen als procespartij kunnen deelnemen aan het rechtsverkeer dan wel een rechtsproces.
Blijkens artikel 1 van de Kiesregeling is OKB belast met het houden van toezicht op de algemene verkiezingen en het bindend vaststellen van de uitslag van de verkiezingen voor de samenleving. Hij bestaat uit leden die allen worden benoemd en ontslagen door de President van de Republiek Suriname. Zijn leden worden voor de duur van zes jaren benoemd en ontvangen zij blijkens het bepaalde in artikel 2 lid 8 van de Kiesregeling voor de specifiek aan hun toebedeelde taak een renumeratie.
Blijkens het bepaalde in artikel 6 van de Kiesregeling dient OKB jaarlijks vóór 1 april verslag uit te brengen aan de Regering en De Nationale Assemblee over zijn werkzaamheden in het afgelopen dienstjaar. Voorts dient hij binnen twee maanden na de dag, waarop een periodieke of tussentijdse verkiezing voor een vertegenwoordigend lichaam is gehouden, schriftelijk verslag uit te brengen aan de Regering en De Nationale Assemblee over het door hem uitgeoefende toezicht op de gehouden verkiezingen. Noch in de Kiesregeling, noch in de Wet Politieke Organisaties is er enige bepaling waarin is neergelegd dat OKB een rechtspersoon is. Dit alles in onderling samenhang beschouwd en gelezen leiden tot de conclusie dat OKB geen rechtspersoon is. OKB kan naar het oordeel van de kantonrechter dus niet als procespartij in een rechtsproces worden betrokken, doch instede daarvan de Staat Suriname die wel rechtspersoonlijkheid bezit.
4.3 In reactie op de tweede grond van het door OKB opgeworpen formeel verweer, voert NPS aan dat haar vordering niet prematuur is. Zij stelt dat de door OKB aan de orde gestelde beroepsprocedure bij de President van de Republiek Suriname alleen gevolgd kan worden indien er een proces-verbaal ex-artikel 7 lid 5 van de Wet Politieke Organisaties op tafel ligt. Er is geen proces-verbaal, maar omdat NPS nog niet geregistreerd wordt in het openbaar register, heeft zij een gerechtvaardigd belang bij deze vordering.
De kantonrechter kan NPS niet volgen in dit standpunt. Wat NPS vordert, behelst naar het oordeel van de kantonrechter niets anders dan een veroordeling van OKB om NPS te doen registreren in het daartoe bestemde register, zonder de in artikel 7 van de Wet Politieke Organisaties voorgeschreven procedures volledig in acht te nemen. Simpelweg, omdat NPS zich op het standpunt stelt dat zij voldoet aan de in artikel 7 lid 2 van de Wet Politieke Organisaties vermelde vereisten en OKB niet bevoegd is haar statuten te toetsen aan artikel 2 van de Wet Politieke Organisaties. De kantonrechter stelt vast dat NPS dit standpunt ondubbelzinnig aan OKB in haar schriftelijke reactie d.d. 20 juni 2024 heeft kenbaar gemaakt. Echter heeft NPS bij het ondubbelzinnig kenbaar maken van haar standpunt aan OKB verlangt dat OKB de registratie van haar organisatie doet plaatsvinden in het register, terwijl zij instede daarvan – vanwege haar duidelijk ingenomen standpunt – aan OKB zou kunnen vragen zo spoedig mogelijk een besluit te nemen op haar aanvraag. Dat zou voor NPS de weg openen om na ontvangst van het door OKB genomen besluit, in beroep te gaan bij de President van de Republiek Suriname en dit onderwerp op dat forum waar het thuis hoort aan de orde te stellen. Het is de President van de Republiek Suriname die de statuten van politieke organisaties goedkeurt, waarbij hij kennelijk eerst zijn werkarmen dan wel de ter zake deskundigen inschakelt om te toetsen of de statuten voldoen aan de wettelijke vereisten en OKB in dat stadium kennelijk niet is betrokken geweest bij de toetsing van de statuten. Hetgeen hiervoor is overwogen, brengt de kantonrechter tot het oordeel dat zoals OKB terecht opwerpt, NPS haar besluit op de aanvraag tot (her)registratie dient af te wachten. Indien zij na ontvangst van het besluit zich daarin niet zou kunnen terugvinden, dan zou zij in beroep bij de President van de Republiek Suriname kunnen gaan. De voorlopige slotsom is dat NPS prematuur is met deze vordering, zodat OKB slaagt in dit onderdeel van het door hem opgeworpen formeel verweer. Daarom zal NPS niet ontvankelijk worden verklaard in het gevorderde.
4.4 Vanwege het slagen van het niet-ontvankelijkheidsverweer, komt de kantonrechter niet toe aan de beantwoording van de vraag of OKB al dan niet bevoegd is de statuten van politieke organisaties te toetsen aan het bepaalde in artikel 2 van de Wet Politieke Organisaties.
Proceskosten
4.5 Gangbaar is dat de partij die in het ongelijk is gesteld of niet ontvankelijk is verklaard in de proceskosen wordt veroordeeld. De kantonrechter zal van dit gebruik afwijken en de proceskosten tussen partijen compenseren. Dit, op grond van de volgende overwegingen. OKB had en heeft vanwege het duidelijk door NPS ingenomen standpunt de mogelijkheid om gelijk te beslissen op de aanvraag van NPS. Instede daarvan kiest OKB ervoor om NPS de ruimte te bieden om de statuten te wijzigen en deze wederom ter goedkeuring aan de President van de Republiek Suriname ter goedkeuring aan te bieden, zonder aan NPS kenbaar te maken binnen welke termijn NPS de gewijzigde statuten bij haar zou moeten indienen. Daardoor verkeert NPS in onzekerheid of OKB al dan niet zal beslissen op haar aanvraag tot (her)registratie.
5. De beslissing
De kantonrechter in kortgeding:
5.1 verklaart NPS niet ontvankelijk in het gevorderde;
5.2 compenseert de proceskosten tussen partijen met dien verstande dat ieder van hen de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen en ter openbare terechtzitting uitgesproken op maandag 20 januari 2025 te Paramaribo door de kantonrechter in kort geding in het eerste kanton, mr. S.M.M. Chu, in aanwezigheid van de griffier.