Op 13 februari 2025 heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een civiele zaak die was aangespannen door vier eisers tegen de Staat Suriname, met name het Ministerie van Binnenlandse Zaken c.q. het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB). De vier eisers betreffen twee echtparen van hetzelfde geslacht die in het buitenland zijn gehuwd en hun huwelijksakte wilden laten overschrijven in de registers van de Burgerlijke Stand in Suriname, waarbij dit is geweigerd door CBB.
De kantonrechter heeft beslist dat de Staat Suriname wordt veroordeeld om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis, de huwelijken van eisers op dezelfde wijze als huwelijken gesloten tussen personen van het ongelijk geslacht te doen overschrijven in de daartoe bestemde bevolkingsregisters van het Centraal Bureau voor Burgerzaken op straffe van een dwangsom van SRD 10.000,- per dag indien de Staat in gebreke blijft om dit te doen. Tevens is de Staat veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de eisers.
Bij de beoordeling heeft de kantonrechter meegenomen dat de huidige wet en het nieuw Burgerlijk Wetboek dat in mei in werking treedt, een huwelijk tussen personen van het gelijk geslacht niet regelt én er geen regeling is voor de erkenning van huwelijken die in het buitenland zijn gesloten, waardoor dit beoordeeld moet worden aan de hand van het Internationaal Verdrag inzake Burger en Politieke Rechten en het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens. Volgens de kantonrechter is de inschrijving van het huwelijk van eisers als ingezeten van Suriname in het bevolkingsregister niet in strijd met de openbare en zal daarom worden toegestaan.
Volgens de Staat hebben eisers bij het sluiten van de huwelijken in het buitenland, de wettelijke voorschriften die gelden in Suriname niet gevolgd, omdat vooraf geen aangifte is gedaan in Suriname conform de wet en biedt de wetgeving in Suriname de mogelijkheid niet om huwelijken gesloten tussen partners van hetzelfde geslacht in te schrijven in de registers van de Burgerlijke Stand.
Paramaribo, 17 februari 2025
Communicatie Unit Hof van Justitie