Op 13 augustus 2025 heeft de kantonrechter uitspraak gedaan tegen vijftien verdachten, waaronder politieambtenaren (KPS), leden van de Beveiligings- en Bijstandsdienst Suriname (BBS) en het Korps Penitentiaire Ambtenaren (KPA), die ervan verdacht worden betrokken te zijn bij de mishandeling van arrestanten in het cellenhuis van politiepost Geyersvlijt. De verdachte M.P. was niet aanwezig.
Op de terechtzitting van 27 maart 2024 had de officier van justitie tijdens het requisitoir de kantonrechter gevraagd om de verdachten vrij te spreken van de feiten 1A, 2A en 3A omdat deze feiten die betrekking hadden op zware mishandeling niet konden worden bewezen. Voor de overige feiten onder 1B, 2B, 3B, 4 en 5 van de tenlastelegging, namelijk opzettelijke mishandeling met als gevolg zwaar lichamelijk letsel, eenvoudige mishandeling en vernieling van medicamenten en voedingsmiddelen werd tegen veertien verdachten een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 11 voorwaardelijk gevraagd, onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht en een geldboete van SRD 5.000,-, te vervangen door 3 maanden hechtenis geeist. Tegen de verdachte L.T. werd een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 11 voorwaardelijk gevraagd, onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht en een boete van SRD 7.500,-, te vervangen met 4 maanden hechtenis gevorderd.
De raadslieden van de verdachten hielden op 19 augustus 2025 het pleidooi. De raadsvrouw van de verdachte A.B. vroeg de kantonrechter om de verdachte te ontslaan van alle rechtsvervolging en de verdachte vrij te spreken van de gehele tenlastelegging. De advocaat van de verdachten N.G. en R.I. vroeg de kantonrechter om mee te gaan met de geeiste vrijspraak van de vervolging voor de feiten 1A, 2A en 3A en de verdachten ook vrij te spreken van de overige feiten. De advocaten van de overige twaalf verdachten vroegen gezamenlijk om de verdachten te ontslaan van alle rechtsvervolging.
Bij de bewijsmotivering heeft de kantonrechter vooral gebruikgemaakt van de veiliggestelde camerabeelden.
De kantonrechter heeft alle verdachten vrijgesproken van de feiten onder 1A, 2A en 3A van de tenlastelegging omdat voor deze feiten het wettig en overtuigend bewijs niet was geleverd. Voor de feiten 1B, 2B, 3B, 4 en 5 is er wel wettig en overtuigend bewijs geleverd en is aan twaalf van de verdachten een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 11 maanden voorwaardelijk, onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. Een proeftijd van twee jaren en een geldboete van SRD 5000,- te betalen binnen 3 maanden na vonnis, te vervangen door 1 maand hechtenis. De vervangende hechtenis heft de verplichting tot betaling van de boete niet op. Twee verdachten zijn wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken van de gehele tenlastelegging. De verdachte L.T. is veroordeeld tot een gevangenisstraf 12 maanden waarvan 11 maanden voorwaardelijk onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht met een proeftijd van twee jaren een geldboete van SRD 7500,- te vervangen door 2 maanden hechtenis voor de bewezen feiten 1B, 2B, 3B, 4 en 5. De vervangende hechtenis heft de betaling van de geldboete niet op.
Lees ook het vorige bericht: Behandeling strafzaak mishandeling arrestanten cellenhuis politiepost Geyersvlijt van 9 juli 2025 – Hof van Justitie
Paramaribo, 26 augustus 2025
Communicatie Unit Hof van Justitie


