Begrippenlijst

Hieronder treft u een overzicht met de betekenis van juridische begrippen in alfabetische volgorde.

  • Aanhangig maken

Het starten van een procedure bij de rechter; in een strafproces gebeurt dat door een dagvaarding of een oproep door de officier van justitie, in een civiel proces door een dagvaarding door de eisende partij aan de gedaagde partij of een verzoekschrift aan de rechter.

  • Aanhouden
  1. In het strafrecht: het feitelijk vasthouden van iemand die er van verdacht wordt een strafbaar feit te hebben begaan.
  2. In een civiele of strafprocedure: het uitstel van de behandeling of de beslissing van de rechter.
  • Aanleg

De rechterlijke instantie waar de behandeling van een zaak plaatsvindt. De rechtbank is de eerste aanleg.

  • Aanzegging

Bekendmaking door middel van het uitreiken van een gerechtelijk schrijven, bijvoorbeeld een dagvaarding of een kennisgeving.

  • Advocaat

Raadsman of raadsvrouw in juridische aangelegenheden. Een advocaat is lid van de Surinaamse Orde van Advocaten.

  • Appel

Hoger beroep; de mogelijkheid om, als men het niet eens is met een rechterlijke uitspraak, een nieuwe uitspraak van een hogere rechter te vragen.

  • Appellant

Degene die in hoger beroep gaat.

  • Benadeelde partij

Iemand die door een strafbaar feit schade heeft ondervonden. Een benadeelde partij kan zich voegen in het strafproces om als slachtoffer schadevergoeding van de dader te vorderen.

  • Beslag

Inbeslagneming van voorwerpen waarmee strafbare feiten zijn gepleegd, bijvoorbeeld omdat ze nodig zijn voor het bewijs of omdat ze gevaarlijk zijn (drugs, wapens), of om de criminele winsten af te romen (geld, auto’s, huizen, jachten). Dit beslag geschiedt in opdracht van de officier van justitie.

  • Betekening

Uitreiking van gerechtelijke stukken, zoals een dagvaarding, een oproeping of een vonnis, aan een verdachte, een getuige, een gedaagde partij of belanghebbende.

  • Bewijsmiddelen

Middelen die de rechter overtuigen dat een verdachte schuldig is. De rechter gebruikt deze bij de motivering van het vonnis. Een andere term voor ‘bewijsmiddelen’ is ‘bewijsmateriaal’.

  • Bodemprocedure

Term die gebruikt wordt om de normale civiele procedure bij de rechtbank af te zetten tegen het kort geding of de voorlopige voorziening.

  • Cautie

Mededeling aan de verdachte dat hij het recht heeft om te zwijgen.

  • Civiel recht

Recht dat betrekking heeft op geschillen tussen burgers onderling, tussen bedrijven onderling of burgers en bedrijven. Het civiel recht wordt ook burgerlijk recht of privaatrecht genoemd.

  • Comparitie van partijen

Het op rechterlijk bevel persoonlijk verschijnen van partijen voor de rechter, meestal om tot een schikking te komen of nadere uitleg te geven in een civiele procedure.

  • Conclusie van antwoord

Het eerste verweer van de gedaagde tegen hetgeen de eiser stelt in een civiel proces in de dagvaardingsprocedure.

  • Cumulatieve tenlastelegging

Dagvaarding waarin aan de verdachte meerdere feiten worden verweten.

  • Dader

(Mede)pleger van een strafbaar feit of degene die het feit heeft uitgelokt.

  • Dagvaarding

Oproep om voor het gerecht te verschijnen.

  • Delict

Strafbaar feit.

  • Descente

Een bezichtiging door de rechter op de plek waar de oorzaak van het geschil zichtbaar is of waar het geschil zich afspeelt (‘plaatsopneming’). In het strafrecht heet dit een schouw.

  • Doodslag

Het iemand van het leven beroven zonder dat sprake is van een van tevoren beraamd plan. Wel moet er opzet in het spel zijn, want anders is het hoogstens dood door schuld. De maximumstraf voor doodslag is vijftien jaar gevangenisstraf.

  • Dupliek

Het antwoord van de gedaagde op de conclusie van repliek door de eiser in de dagvaardingsprocedure (civiele zaken).

  • Eed of belofte

Plechtige verklaring van een getuige op de zitting dat hij de waarheid zal spreken. Hij is dit verplicht. Als hij opzettelijk een valse verklaring aflegt, maakt hij zich schuldig aan meineed.

  • Eenvoudig/enkelvoudig delict

Lichtste vorm van een delict, bijvoorbeeld diefstal.

  • Eerste instantie (eerste aanleg)

Gerecht waar iemand begint met een procedure. Meestal is dat de rechtbank.

  • Eis

Straf die de verdachte volgens de officier van justitie zou moeten krijgen.

  • Eiser

Degene die een (civiele) procedure begint in de dagvaardingsprocedure.

  • Enkelvoudige kamer

Zitting met één rechter die rechtspreekt.

  • Executie van een vonnis

Tenuitvoerlegging van een arrest, vonnis of beschikking, eventueel met behulp van een deurwaarder. Handeling van de deurwaarder om bepaalde voorwerpen of gelden aan de macht van de verliezende partij te onttrekken, zodat daarmee degene die door de rechter in het gelijk is gesteld zijn voorwerpen terugkrijgt of zijn schuld betaald krijgt.

  • Gedaagde

In civiel recht: degene tegen wie een eis of vordering wordt gericht in de dagvaardingsprocedure. Tegenpartij van de eiser.

  • Gedetineerde

Gevangene.

  • Getuige à charge

Getuige in een strafproces die wordt opgeroepen door de officier van justitie. De getuige legt in de regel een verklaring af die belastend is voor de verdachte.

  • Getuige à decharge

Getuige in een strafproces die is opgeroepen door de verdachte of zijn advocaat. Deze getuige zal in het algemeen ontlastende verklaringen afleggen.

  • Gevangenhouding

Vorm van voorlopige hechtenis. Daaraan vooraf gaat de door de rechtercommissaris bevolen bewaring. De raadkamer van de rechtbank beslist over gevangenhouding. Het bevel tot gevangenhouding is van kracht gedurende een termijn van ten hoogste negentig dagen.

  • Griffier

Persoon die de rechter op de zitting ondersteunt en een verslag maakt van de zitting.

  • Hechtenis

Vorm van vrijheidsstraf, die bijvoorbeeld wordt opgelegd bij overtredingen of bij het niet betalen van een boete.

  • Herziening

Buitengewoon rechtsmiddel tegen onherroepelijke veroordelingen in strafzaken. Kan worden aangevraagd wanneer zich een nieuw gegeven (zgn. novum) zich heeft geopenbaard, dat bij het onderzoek op de terechtzitting aan de rechter niet bekend was.

  • Hoger beroep

Het opnieuw behandelen van een zaak door een hogere rechter.

  • Inbewaringstelling
  1. In het strafrecht: voorlopige hechtenis in opdracht van de rechter-commissaris;
  2. In het vreemdelingenrecht: opsluiting van iemand die niet over geldige verblijfspapieren beschikt;
  3. In het kader van de Wet Bijzondere Opneming Psychiatrische Ziekenhuizen: gedwongen opname in een psychiatrische inrichting van iemand die psychisch gestoord is en een gevaar vormt voor zichzelf of zijn omgeving.
  • Inverzekeringstelling

Het vasthouden van de verdachte als dat nodig is voor het onderzoek. De (hulp)officier van justitie beslist hierover. De inverzekeringstelling, die drie dagen duurt, kan worden bevolen bij middelzware en zware misdrijven en kan eenmaal met drie dagen worden verlengd. Daarna kan voorlopige hechtenis volgen.

  • Kamer

Onderdeel van een rechterlijk college, zoals een strafkamer, belastingkamer, vreemdelingenkamer of militaire kamer.

  • Kantonrechter

De kantonrechter behandelt zowel civiele zaken als strafzaken. Het is een alleensprekende rechter die zaken behandelt.

  • Kort geding

Procedure om in een spoedeisende civiele zaak snel een beslissing van de rechtbank te krijgen. Dit is een voorlopige uitspraak. Hierna kunnen de partijen alsnog naar de rechtbank gaan om de zaak voor te leggen (de ‘bodemprocedure’).

  • Meervoudige kamer

Een kamer van een gerecht, bestaande uit ten minste drie rechters. In hoger beroep worden de zaken door een meervoudige kamer behandeld.

  • Militaire kamer

De rechtsprekende instantie die belast is met de behandeling van strafzaken die zijn begaan door militairen. Als het een meervoudige behandeling betreft, bestaat de militaire kamer uit twee rechters en een militair lid. Het militair lid is een officier van één van de krijgsmachtonderdelen.

  • Misdrijf

Strafrechtelijk vergrijp. De strafwetgeving onderscheidt overtredingen en misdrijven.

  • Mondelinge uitspraak

Uitspraak die meteen na de behandeling wordt gedaan.

  • Moord

Het opzettelijk en volgens plan (met voorbedachten rade) iemand van het leven beroven. Maximale straf: levenslang.

  • Nietigverklaring

Oordeel van de rechter dat een vorige uitspraak van een lagere rechter niet geldig is. In het strafrecht kan een dagvaarding ook nietig worden verklaard.

  • Niet-ontvankelijk

Niet vatbaar voor berechting. De niet-ontvankelijkheid wordt bepaald door de rechter. Een zaak is niet-ontvankelijk als het niet tot een inhoudelijke behandeling komt omdat er niet is voldaan aan formele vereisten. In het strafrecht kan ook het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk zijn als bijvoorbeeld de opsporing en vervolging niet fatsoenlijk zijn verlopen

  • Noodweer

Het plegen van een strafbaar feit om jezelf of een ander te beschermen tegen een onmiddellijke bedreiging. De verdediging mag niet verder gaan dan noodzakelijk is. Als noodweer is vastgesteld, is er geen sprake van een strafbaar feit.

  • Noodweer exces

Als iemand de grens overschrijdt van de noodzakelijke verdediging (noodweer), bijvoorbeeld omdat hij in paniek raakt, kan sprake zijn van noodweer exces. De dader is dan niet strafbaar.

  • Officier van justitie

Vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie in de rechtszaal. De officier van justitie heeft de leiding van het opsporingsonderzoek in strafzaken. Afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek zal hij besluiten de zaak voor de rechter te brengen (te dagvaarden), een schikking aan te bieden of de zaak te seponeren (bijvoorbeeld bij gebrek aan bewijs). Bij een strafzitting krijgt hij het woord voor het zogenaamde requisitoir. De officier van justitie geeft daarin aan welke feiten naar zijn mening bewezen moeten worden verklaard en welke straffen of maatregelen daarvoor moeten worden opgelegd.

  • Onrechtmatig bewijs

Bewijs dat het Openbaar Ministerie niet volgens de regels van het recht heeft verkregen.

  • Ontoerekeningsvatbaar

Het niet toerekenen van een strafbaar feit aan de dader vanwege zijn psychische toestand.

  • Ontslag van rechtsvervolging

Beslissing van de rechter als hij vindt dat de verdachte het tenlastegelegde feit wel heeft gepleegd, maar dit feit (zoals in geval van noodweer) of de verdachte (zoals bij psychische stoornis of noodweerexces) niet strafbaar is.

  • Onvoorwaardelijke straf

Straf die daadwerkelijk uitgevoerd wordt.

  • Openbaar Ministerie

Valt onder het ministerie van Justitie en Politie. Geeft leiding aan het opsporingsonderzoek van de politie en vervolgt de verdachten.

  • Overtreding

Licht strafrechtelijk vergrijp. De strafwetgeving onderscheidt overtredingen en misdrijven.

  • Parket

Het kantoor van het Openbaar Ministerie.

  • Persisteren

Volharden bij een eis of stelling; de eis onveranderd handhaven ongeacht hetgeen de tegenpartij aanvoert.

  • Plaatsopneming

Een bezichtiging door de rechter op de plaats waar de oorzaak van het geschil zichtbaar is of waar het geschil zich afspeelt. In een civiele procedure wordt dit ‘descente’ genoemd, in het strafproces ‘schouw’.

  • Pleidooi

Mondelinge toelichting op het in het geding ingenomen standpunt.

  • Preventieve hechtenis

Verzamelnaam voor de begrippen bewaring, gevangenhouding en gevangenneming. Primair Eerste vordering/tenlastelegging of verzoek. Met een primaire vordering wordt aangegeven welke vordering de belangrijkste is in een reeks.

  • Proces-verbaal
  1. Schriftelijk verslag van hetgeen op rechtszittingen aan de orde is gekomen.
  2. Officieel schriftelijk verslag van politieambtenaren met feiten die ze hebben waargenomen en met een verklaring die ze hebben opgetekend uit de mond van een verdachte of getuige;
  • Proeftijd

De rechter kan iemand tot een voorwaardelijke straf veroordelen. De straf wordt dan niet uitgevoerd, mits de verdachte zich gedurende een bepaalde periode, de proeftijd, aan een aantal afspraken houdt en niet opnieuw in de fout gaat. Deze voorwaarden zijn door de rechter in zijn vonnis opgelegd.

  • Pro-formazitting

Zitting waarop een zaak niet inhoudelijk wordt behandeld. Een pro-formazitting is nodig als een zaak binnen een bepaalde termijn op een zitting moet zijn geweest, maar het nog te vroeg is om deze inhoudelijk te behandelen.

  • Raadkamer
  1. Rechterlijk college dat strafzaken behandelt waarvoor in de regel geen openbare zitting is voorgeschreven. Denk bijvoorbeeld aan klachten niet vervolging (het hof oordeelt dan over de vraag of een verdachte moet worden vervolgd als het OM daartoe niet besluit).
  2. Onderling beraad tussen de rechters die een zaak behandelen na de zitting om de uitspraak vast te stellen.
  • Raadsman

Advocaat.

  • Raadsvrouw

Vrouwelijke advocaat.

  • Rechtbank

Rechtsprekend orgaan dat in eerste aanleg oordeelt over zaken zoals echtscheidingen, misdrijven, geldvorderingen, en de meeste bestuursrechtelijke geschillen. Ook wordt met het begrip rechtbank het gebouw aangeduid waarin de rechtbank zetelt.

  • Rechter-commissaris (RC)

Rechter die het onderzoek naar één of meer strafbare feiten leidt.

  • Rechterlijke macht

Rechters en officieren van justitie. De rechters worden tot de zittende magistratuur gerekend en de officieren van justitie tot de staande magistratuur. De rechter blijft zitten tijdens de zitting, de officier van justitie voert staande het woord.

  • Recidive

Herhaling van strafbaar gedrag.

  • Reconventie

Tegeneis; door de gedaagde tegelijk met de conclusie van antwoord ingediende vordering.

  • Repliek

Datgene wat de eiser aanvoert ter weerlegging van hetgeen de gedaagde in de conclusie van antwoord heeft gesteld (civiele zaken).

  • Requireren

Het ter zitting eisen van een straf of maatregel door de officier van justitie.

  • Requisitoir

De aanklacht van de officier van justitie tijdens een strafproces waarin hij de feiten op een rij zet, zijn mening geeft over het bewijs en op grond daarvan een bepaalde straf eist. De officier van justitie kan ook vrijspraak vragen.

  • Sanctie

Straf of maatregel die wordt toegepast als rechtsregels worden overschreden.

  • Schouw

Wat in het civiel en bestuursrecht een descente of plaatsopneming wordt genoemd, heet in het strafprocesrecht een schouw: een bezichtiging op de plaats van het delict.

  • Seponeren

Bevoegdheid van de politie of officier van justitie om de zaak niet voor de rechter te brengen, maar te laten rusten (sepot).

  • Staande magistratuur

Vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie.

  • Strafblad

Vermelding in het strafregister dat aantekeningen bevat over de keren dat iemand in het verleden verdacht werd van strafbare feiten (met name misdrijven) en over de afloop daarvan (sepot, vrijspraak, veroordeling).

  • Strafrechtspraak

Rechtspraak die zich bezighoudt met de berechting van strafbare feiten (overtredingen en misdrijven).

  • Subsidiair

Volgt altijd op primair; met primair wordt de maximaal haalbare vordering of tenlastelegging aangegeven. De subsidiaire vordering wordt ingesteld voor het geval dat de eerste vordering (primair) niet tot het beoogde resultaat zal leiden. Bijvoorbeeld: primair wordt ten laste gelegd dat verdachte diefstal met geweld heeft gepleegd; subsidiair wordt alleen diefstal ten laste gelegd.

  • Tenlastelegging

Deel van de dagvaarding in strafzaken waarin staat waar het Openbaar Ministerie de verdachte van beschuldigt.

  • Tenuitvoerlegging

Uitvoering van een arrest of uitspraak, desnoods met behulp van een deurwaarder.

  • Tussenuitspraak

Uitspraak waarbij de rechter geen eindbeslissing geeft, maar bijvoorbeeld een bewijsopdracht of onderzoek beveelt waarvan de beslissing van de zaak afhankelijk kan zijn (ook wel interlocutoir vonnis genoemd).

  • Uitvoerbaar bij voorraad

De mogelijkheid om een uitspraak onmiddellijk uit te voeren hoewel de hoofdzaak of het hoger beroep nog niet is afgedaan. Het instellen van beroep heeft in dit geval geen opschortende werking.

  • Verbeurdverklaren

De rechter kan bepalen dat een veroordeelde als bijkomende straf de spullen kwijtraakt die bij hem in beslag zijn genomen.

  • Verdachte

Iemand over wie aanwijzingen bestaan dat hij mogelijk een strafbaar feit heeft gepleegd. De wet spreekt over “een redelijk vermoeden van schuld”. Een verdachte wordt pas dader genoemd nadat hij onherroepelijk is veroordeeld.

  • Verschoningsrecht

Het recht dat een getuige op grond van zijn familierelatie met de verdachte of op grond van zijn beroep heeft om vragen van de rechter onbeantwoord te laten. Een getuige mag zich ook verschonen van het geven van een antwoord als hij zichzelf daardoor zou belasten.

  • Verstekvonnis of bij verstek veroordeeld zijn

Veroordeling die wordt uitgesproken terwijl de gedaagde of verdachte niet in de procedure is verschenen.

  • Vervangende hechtenis

Aantal dagen dat de veroordeelde moet vastzitten als hij zijn boete niet betaalt of een taakstraf niet naar behoren verricht. Wanneer een boete of een taakstraf wordt opgelegd, wordt er meteen bij vermeld welke vrijheidsstraf daar tegenover staat.

  • Verweerder

In civiel of bestuursrecht: de tegenpartij van de verzoeker.

  • Verzet
  1. Het rechtsmiddel tegen een uitspraak dat iemand kan indienen die bij verstek (afwezigheid) veroordeeld is. Het is ook een rechtsmiddel tegen onjuist in rekening gebracht griffierecht of tegen een dwangbevel.
  2. Als een verdachte in de opgelegde straf door de officier van justitie, kan hij hiertegen verzet aantekenen bij de strafrechter. Deze zal de zaak vervolgens opnieuw bekijken. Verzoeker Indiener van een verzoekschrift.
  • Voeging

Het samenvoegen van verschillende strafbare feiten tot één strafzaak of (in het civiele recht) het samenvoegen van twee procedures die tussen dezelfde personen lopen en hetzelfde onderwerp betreffen, dan wel verbonden zijn met elkaar.

  • Voorarrest

Het totaal aantal dagen dat iemand vastzit voorafgaand aan de zitting en onherroepelijke uitspraak. De dagen die iemand in voorarrest heeft doorgebracht worden van de straf afgetrokken.

  • Voorgeleiding

Verhoor van de verdachte door de officier van justitie om vast te stellen of het Openbaar Ministerie de rechter moet vragen om de verdachte in voorlopige hechtenis te nemen.

  • Voorlopig getuigenverhoor

Iemand die overweegt een civiele procedure te beginnen, kan aan de rechtbank een voorlopig getuigenverhoor vragen. Dit verhoor dient om de kansen bij een rechtszaak beter in te kunnen schatten, of om te voorkomen dat bewijs verloren gaat (door vertrek of overlijden van een getuige bijvoorbeeld).

  • Voorlopige hechtenis

Verzamelnaam voor de begrippen bewaring, gevangenhouding en gevangenneming. Voorlopige voorziening Een voorlopige beslissing in spoedeisende zaken die gezien kan worden als tijdelijke regeling tot de eindbeslissing er is. Bijvoorbeeld de voorlopige regeling bij wie de kinderen verblijven tijdens de behandeling van de echtscheidingsprocedure.

  • Voorwaardelijke invrijheidstelling

Iemand die door de rechter tot een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van meer dan één jaar veroordeeld is, hoeft die straf doorgaans niet helemaal uit te zitten. Dat geldt niet voor minderjarigen en voor personen die een jaar of minder straf hebben gekregen. Meestal moet iemand tweederde van zijn straf hebben uitgezeten, voordat hij voorwaardelijk in vrijheid wordt gesteld. De veroordeelde mag in ieder geval niet opnieuw de fout ingaan.

  • Voorwaardelijke straf

Straf die pas uitgevoerd wordt als de veroordeelde zich niet aan bepaalde voorwaarden houdt. Als voorwaarde geldt altijd dat de veroordeelde zich niet binnen de proeftijd opnieuw aan een strafbaar feit schuldig maakt. De proeftijd bedraagt in de meeste gevallen maximaal drie jaar. Als bijzondere voorwaarde kan bijvoorbeeld worden opgelegd dat de veroordeelde zich op bepaalde tijdstippen meldt bij de reclassering. Als de veroordeelde de opgelegde voorwaarden niet nakomt, kan de officier van justitie bij de rechter eisen dat de voorwaardelijk opgelegde straf alsnog ten uitvoer wordt gelegd.

  • Vrijspraak

Beslissing van de rechter als hij het tenlastegelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen acht.

  • Wraking

Verzoek aan de rechtbank om een rechter in een bepaalde zaak te vervangen, omdat hij partijdig zou zijn.

  • Zittende magistratuur

Aanduiding voor de rechters.