Behandeling strafzaak verdachten Mixon, Gambier en Chin Chi Fong van 2 december 2022

Op vrijdag 2 december 2022 is de strafzaak van de verdachten J. Mixon, J. Chin Chi Fong en R. Gambier in behandeling genomen door de kantonrechter mr. L. Ravenberg.

De verdachte Mixon werd bijgestaan door de advocaten mr. C. Algoe, mr. R. Lobo, mr. M. Nibte en I. Kanhai BSc. De verdachte Chin Chi Fong werd bijgestaan door mr. M. Dubois en mr. D. Veira en de verdachte Gambier door mr. B. Pick en mr. D. Veira.

De Officier van Justitie in deze zaak is mr. R. Rathipal. De strafbare feiten die ten laste zijn gelegd zijn valsheid in geschrifte en money laundering.

De advocaten van Mixon en Chin Chi Fong deden een verzoek om de voorlopige hechtenis op te schorten en de verdachten in vrijheid te stellen. Nadat mr. Rathipal in de gelegenheid is gesteld om op het verzoek te reageren is het verzoek afgewezen door de kantonrechter waarbij de kantonrechter overwoog dat er nog ernstige bezwaren tegen de verdachten bestaan.

De Officier van Justitie heeft aangegeven op de volgende zitting getuigen te willen horen. Ook de advocaat van verdachte Chin Chi Fong, mr. M. Dubois, heeft aangegeven getuigen te willen horen.

De zaak is hierna uitgesteld naar 3 januari 2023. Op die dag zal de tenlastelegging aan de verdachten worden voorgehouden en zullen getuigen worden gehoord.

 

Paramaribo, 14 december 2022

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Uitspraak kort geding schuldeiser AELF tegen SLM

Op donderdag 24 november 2022 heeft de kortgedingrechter mr. S.J.S. Bradley, vonnis gewezen in de zaak die een schuldeiser van de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij (SLM), het Amerikaans bedrijf AELF MSN, 224 LLC (AELF) had aangespannen tegen de SLM, de directeur van de SLM en de leden van de Raad van Commissarissen (RvC) van de SLM.

AELF werd in dit kort geding bijgestaan door mr. R. Tjon-A-Joe en de SLM door mr. G. Sewcharan.

AELF vorderde van de SLM, de directeur en de leden van de RvC onder andere dat het herstructureringsplan wordt stopgezet en dat de SLM haar schuld aan het bedrijf voldoet.

AELF heeft aangevoerd dat de SLM onrechtmatig jegens haar handelt door willens en wetens na te laten de betalingsverplichtingen aan AELF te voldoen, voorts door handelingen te plegen die bedoeld zijn om AELF verhaalsmogelijkheden te ontnemen, verder door de uitspraak van de Engelse rechter te negeren en door willens en wetens een schikkings- en betalingsregeling niet na te komen.

AELF stelt voorts dat ook de directeur en de leden van de RvC onrechtmatig jegens haar handelen, onder andere door te bewerkstelligen dat de SLM handelingen verricht die bedoeld zijn om AELF verhaalsmogelijkheden te ontnemen.

De SLM, de directeur en de leden van de RvC hebben tegen de vordering verweer gevoerd. Daarbij hebben zij onder andere aangevoerd dat AELF en de SLM bij het aangaan van de overeenkomst hebben gekozen voor het Engels recht in geval van geschillen. Ook hebben zij aangevoerd dat AELF de directeur en de leden van de Raad van Commissarissen niet in persoon moest betrekken in het geding. Verder dat het herstructureringsplan niet bedoeld is om AELF verhaalsmogelijkheden te ontnemen.

De kortgedingrechter heeft in haar oordeel de stellingen en weren van partijen met betrekking tot de rechtzaak die liep voor de Engelse rechter besproken en geoordeeld dat in de zaak die voor de Engelse rechter liep slechts AELF en de SLM partij waren. Om die reden had AELF in dit kort geding de directeur en de leden van de RvC niet moeten betrekken als partij. AELF is om die reden niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tegen de directeur en de leden van de RvC van de SLM.

Met betrekking tot de vordering van AELF tegen de SLM heeft de kortgedingrechter geoordeeld dat AELF onvoldoende heeft onderbouwd dat de SLM onrechtmatig jegens haar handelt, met name, zo overweegt de kantonrechter, is onvoldoende onderbouwd dat door de SLM handelingen worden gepleegd die bedoeld zijn om AELF verhaalsmogelijkheden te ontnemen. De vordering tegen de SLM is afgewezen.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-kort-geding-schuldeiser-aelf-tegen-slm/

 

Paramaribo, 14 december 2022

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Beëdiging notaris en kandidaat-notarissen

6 december 2022

Op maandag 28 november 2022 hebben in de zittingszaal van het Hof van Justitie twee beëdigingen, afzonderlijk, plaatsgevonden. Margriet Apinsa is beëdigd tot notaris en Raveena Baldew en Stephanie Ramautar zijn beëdigd tot kandidaat-notaris. De beëdigingen werden onder andere bijgewoond door de voorzitter van de Surinaamse Notariële Beroepsorganisatie (SNB), mr. Dewnarain Kalisingh, de Deken van de Surinaamse Orde van Advocaten (SOVA), mr. Elleson Fraenk, de patronen, familie en vrienden van de beëdigden.

mr. Margriet Apinsa tijdens de beëdiging tot notaris

Bij de beëdiging van Apinsa tot notaris zei de waarnemend Procureur-Generaal, mr. Garcia Paragsingh, het volgende; ‘Laat u zich bij uw beroepsuitoefening leiden door de belofte die u vandaag hebt afgelegd en onthoudt u zich van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris betaamt. U bent voor de cliënt een juridisch adviseur. Als onafhankelijke functionaris weegt u de belangen van alle betrokkenen af. U zorgt ervoor dat cliënten hun zaken goed regelen en weten waar zij aan toe zijn.’

mr. Raveena Baldew tijdens de beëdiging tot kandidaat-notaris

De voorzitter van de SNB liet zich in zijn toespraak bij de beëdiging van de kandidaat-notarissen als volgt uit; ‘Als Voorzitter van de beroepsorganisatie is het natuurlijk ook mijn taak u te wijzen op de verantwoordelijkheden, de wettelijke verplichtingen en aansprakelijkheden waaraan u onderworpen bent als kandidaat-notaris met waarnemingsbevoegdheid. Als openbaar ambtenaar zal je de belangen van de rechtsstaat en de burgers dienen. Een belangrijke voorwaarde van de ambtsbediening van de kandidaat-notaris met waarnemingsbevoegdheid is zorg te dragen voor de eer en het aanzien van het ambt. Namens de SNB druk ik u op het hart om de waardigheid van het ambt hoog te houden door altijd zorgvuldig, onafhankelijk en onpartijdig de belangen van de burger te behartigen. Ik moet u erop wijzen dat de tucht en strafbepalingen in de wet notarisambt ook op u van toepassing zullen zijn.’

mr. Stephanie Ramautar tijdens de beëdiging tot kandidaat-notaris

Apinsa gaf aan zich ervan bewust te zijn dat deze mijlpaal ook bijzondere verantwoordelijkheid met zich meebrengt en dat zij als notaris daarin een verschil mag maken zodat zij het fenomeen van verantwoordelijkheid nemen als onderdeel van haar nalatenschap kan nalaten en de totale gemeenschap deelgenoot kan zijn van haar boedel. Volgens Baldew is het een uitdaging om het juiste evenwicht te vinden tussen wetten en reglementen en de belangen van cliënten optimaal behartigen. Ramautar zei in haar speech dat het beroep met integriteit en eer uitgeoefend moet worden. Beide beëdigden gaven aan dat zorgvuldigheid en nauwkeurigheid is vereist bij de uitoefening van dit ambt. Ze brachten dank uit aan hun familie en de SNB voor de ondersteuning.

Na afloop werden de felicitaties aan de beëdigden door het Hof en de aanwezigen uitgebracht.


 

Descente in de ‘december strafzaak’ op 29 november 2022

Op 29 november 2022 is een gerechtelijke plaatsopneming, ook wel een descente genoemd, gehouden in het Fort Zeelandia in de ‘december strafzaak’ in hoger beroep. De verdachten Bouterse, Dijksteel, Dendoe en Gefferie waren aanwezig. Verdachte Brondenstein was afwezig vanwege gezondheidsredenen.

Door de waarnemend Procureur-Generaal mr. C. Rasam zijn de getuigen R. Chotkan, J. Djojoatmo, O. Flohr en B. Jankipersadsingh opgeroepen. Getuige R. Chotkan was niet aanwezig. Voor de advocaat van de verdachten, I.D. Kanhai BSc., werd waargenomen door advocaat mr. A. Kanhai.

Aan de getuigen werden vragen gesteld door de waarnemend Procureur-Generaal, de leden van het Hof, de advocaat van de verdachten alsook de verdachten.

Vervolgens werden in de verscheidene ruimten van het Fort Zeelandia aanwijzingen gedaan door de getuigen.

Door het Hof is de volgende zittingsdag bepaald op vrijdag 16 december 2022 om 09:00 uur. Op die dag zal er een nader verhoor worden afgenomen van de verdachten.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/de-zitting-van-de-december-strafzaak-van-31-oktober-2022/

 

Paramaribo, 6 december 2022

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling hoger beroep strafzaak R. Oedit op 28 november 2022

Op 28 november 2022 is de behandeling in hoger beroep van de strafzaak tegen de verdachte R. Oedit voortgezet. Het Hof bestond tijdens deze behandeling uit kamerpresident mr. M. Mettendaf en de leden mr. D. Nanhoe en mr. L. Ravenberg. Ravenberg nam waar voor mr. S. Punwasi die afwezig was vanwege andere werkgerelateerde verplichtingen. De verdachte en zijn advocaat, mr. R. Lobo, stemden ermee in dat de behandeling normaal voortgang vond ondanks de afwezigheid van het lid Punwasi.

In behandeling was het formeel verweer dat door de waarnemend Procureur-Generaal, mr. S. Mahadew, is opgeworpen, namelijk dat het Hof de zaak tegen de verdachte niet in behandeling kan nemen. Het formeel verweer komt hierop neer dat de verdachte in eerste aanleg bij verstek is veroordeeld en dat het daarop aangetekende verzet door de kantonrechter vervallen is verklaard. Hierdoor kan de zaak niet meer door het Hof worden behandeld.

De waarnemend Procureur-Generaal heeft met betrekking tot dat verweerpunt het repliekpleidooi gehouden en de advocaat van de verdachte het dupliekpleidooi.

De advocaat voerde in zijn dupliekpleidooi aan dat de verdachte recht heeft op een eerlijk proces. Hij stelde daarbij dat de verdachte, die eerder niet aanwezig was tijdens de behandeling van de zaak in eerste aanleg, nu aanwezig is op de zitting. De advocaat verwees naar internationale verdragen. Hij vroeg aan het Hof om de zaak in behandeling te nemen.

Op maandag 9 januari 2023 om 13:00 uur zal het Hof uitspraak doen op het formeel verweer van de waarnemend Procureur-Generaal.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-hoger-beroep-strafzaak-r-oedit-op-17-oktober-2022/

 

Paramaribo, 5 december 2022

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Kortgeding zaak voetbalverenigingen tegen de SVB

Op 10 november 2022 is er vonnis gewezen in het kortgeding dat een tiental voetbalverenigingen tegen de Surinaamse Voetbal Bond (SVB) had aangespannen. De voetbalverenigingen vorderden dat het de SVB verboden wordt om op vrijdag 21 oktober 2022 een buitengewone Algemene Leden Vergadering (ALV) te beleggen op straffe van een dwangsom. Verder zou de SVB de ledenlijst aan de voetbalverenigingen moeten overhandigen.

Aan deze vordering is voorafgegaan dat de voetbalverenigingen bij het bestuur van de SVB een ALV hadden aangevraagd. Dat verzoek is niet door het bestuur van SVB ingewilligd. Daarop volgde een vertrouwenscrisis over welke crisis een schrijven is gestuurd naar de Fédération Internationale de Football Association (FIFA) en de Confederation of North, Central American and Caribbean Association Football (CONCACAF). Door de FIFA en de CONCACAF zijn aanbevelingen gedaan. Hierna is het vertrouwen niet hersteld.

De ALV die door het bestuur van de SVB was uitgeschreven maakt onderdeel uit van deze aanbevelingen. Volgens de voetbalverenigingen is de SVB onbevoegd om een ALV uit te schrijven omdat het bestuur demissionair zou zijn en in strijd handelt met de statuten en het huishoudelijk reglement van de SVB.

De kantonrechter heeft overwogen dat de vordering tegen de SVB zelf is ingesteld, waardoor de vraag of het bestuur van de SVB al dan niet demissionair is en daardoor niet bevoegd is de ALV uit te schrijven, niet aan de orde komt.

Over de te houden ALV die door het bestuur is uitgeschreven heeft de kantonrechter geoordeeld dat deze voortgang kan hebben daar de ALV is aanbevolen door de FIFA en CONCACAF. In hun correspondentie hebben de FIFA en de CONCACAF verwezen naar hun statutaire bepalingen, waar ook de SVB aan onderworpen is. Op grond van het voorgaande heeft de kantonrechter de vordering van de voetbalverenigingen afgewezen.

 

Paramaribo, 5 december 2022

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Persbericht inzake werkbezoek president en procureur-generaal Hoge Raad der Nederlanden

20 november 2022

Van 21 tot en met 24 november 2022 zullen de president van de Hoge Raad der Nederlanden, mevr. prof. mr. drs. G. (Dineke) de Groot, en de Procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden, dhr. prof. mr. F.W. (Edwin) Bleichrodt, een werkbezoek brengen aan het Hof van Justitie in Suriname. Dit, in het kader van de voorgenomen samenwerking tussen het Hof van Justitie van Suriname en de Hoge Raad der Nederlanden.

V.l.n.r. prof. mr. drs. G. de Groot, mr. I. Rasoelbaks, mr. I. Lachtitjaran en dhr. H. van der Zwan

Recht is niet statisch, het is en blijft in ontwikkeling en er vinden modificaties plaats naar gelang tijd, plaats en omstandigheden zich wijzigen. De Surinaamse- en de Nederlandse rechtspraak behoren tot dezelfde rechtsfamilies (civil-law systeem). Het is voor de rechtsontwikkeling aangewezen om met de rechtsfamilies in contact te blijven om ontwikkelingen, ervaringen en expertise met elkaar te delen en waar nodig en mogelijk deze uit te diepen.

De Surinaamse rechtspraak laat zich sinds jaar en dag inspireren door de Nederlandse Jurisprudentie van de Hoge Raad en put waar nodig rechtssystematisch uit deze bron voor uitleg van rechtsregels en rechtsbeginselen terzake de algemene gebieden van het recht zoals: vermogensrecht, rechtspersonenrecht, arbeidsrecht, materieel- en formeel strafrecht, administratief recht etc. De rechtspraktijk en de juridische wetenschap in ons land maken ook gebruik van Nederlandse hand- en leerboeken voor vaktechnische doeleinden.

Waar specifiek Surinaams recht aan de orde is, maakt de rechtspraktijk dankbaar gebruik van inzichten van juristen die deze onderwerpen hebben beschreven in Surinaamse hand- en leerboeken danwel in de vorm van artikelen gepubliceerd in het Surinaams Juristenblad. Enkele van deze, van het Nederlands rechtssysteem afwijkende onderwerpen zijn o.a.:

  • Recht op gronden;
  • Het Surinaams Staatsrecht (Ambtenarenrecht en Constitutioneel recht)
  • Het Surinaams erfrecht en enkele andere onderdelen van het personen- en familierecht.

Bedacht dient te worden dat globalisatie zich niet alleen voltrekt tussen de uitvoerende machten en de wetgevende machten in de wereld, doch ook op het gebied van de rechtspraak. Uiteindelijk zal ook de Surinaamse Rechterlijke Macht moeten voldoen aan standaarden gesteld in de verschillende internationale-verdragen en in het bijzonder in the Bangalore principles of judicial conduct van 2002, over de Rechterlijke Machten en de wereld.

Reden temeer voor de Surinaamse rechtspraak om aansluiting te blijven hebben bij de rechtsfamilie en uiteindelijk in de wereld, uiteraard met oog op ontwikkelingen in eigen land en maatschappij.

Tijdens het werkbezoek zullen de gebieden van samenwerking worden besproken om zodoende tot specifieke projecten te komen. De gebieden waarbij de samenwerking zal worden uitgediept zijn o.a.;

  • Rechtsvergelijkende jurisprudentie studies en technische uitwisselingen;
  • Versterking en deskundigheidsondersteuning ter bevordering van: rechtseenheid, rechtsvorming en rechtsbescherming.

De verwachting is dat er een intentieverklaring tot samenwerking op genoemde gebieden tot stand zal komen tussen de Hoge Raad der Nederlanden als hoogste rechtsprekende instantie van Nederland en het Hof van Justitie als hoogste rechtsprekende instantie van Suriname.

Naast de formele besprekingen en kennismakingen tussen het Hof van Justitie Suriname en de Hoge Raad der Nederlanden zullen er ook beleefdheidsbezoeken worden gebracht aan de President van de Republiek Suriname zijne excellentie Chandrikapersad Santhoki, en de Ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden, dhr. Henk van der Zwan. Verder zullen er kennismakingsmomenten worden ingepland met de waarnemend Procureur-generaal, mr. G. Paragsingh en de directeur van het Centrum voor Democratie en Rechtspleging (CDR), mevr. drs. S. Koole.

Mr. I. Rasoelbaks en prof. mr. F. Bleichrodt

De President en de Procureur-generaal zullen ook rondleidingen krijgen in de verschillende gerechtsgebouwen in Paramaribo. Ook is in de planning om een ontmoeting te hebben met de studenten van de Juridische faculteit van de Anton de Kom Universiteit van Suriname.

Dit korte doch intensieve werkbezoek van de hoogste gerechtelijke autoriteiten van de rechtsfamilie, mag historisch genoemd worden aangezien dit voor het eerst zal plaatsvinden. Het Hof van Justitie is vereerd met dit werkbezoek en ziet uit naar een leerrijke en vruchtbare samenwerking.

De delegatie van de Hoge Raad der Nederlanden vertrekt weer op 24 november 2022.

Aldus een persbericht afkomstig van het Hof van Justitie Suriname.


 

De uitspraak in de hoger beroepzaak van de heer Akiemboto tegen de heer Bee en de Staat Suriname

Op heden, 18 november 2022, is door het Hof van Justitie vonnis gewezen in de hoger beroepzaak van de heer S.F.D. Akiemboto tegen de heer M. Bee en de Staat Suriname.

Akiemboto heeft op 4 februari 2021 een vordering in kort geding ingediend naar aanleiding van het feit dat hem de toegang tot de vergaderingen van de Nationale Assemblée werd geweigerd. Hij vorderde onder andere dat Bee en de Staat worden veroordeeld om hem toegang te verschaffen tot de Nationale Assemblée. Voorts dat alle activiteiten die worden ondernomen om tot invulling van de vacature over te gaan, worden stopgezet. Ook vorderde Akiemboto dat Bee en de Staat worden veroordeeld om hem te convoceren voor alle vergaderingen van de Nationale Assemblée en aan hem de schadeloosstelling van een assembleelid en alle bijbehorende emolumenten uit te keren. De kortgedingrechter heeft bij vonnis van 11 februari 2021 de vordering van Akiemboto afgewezen. Daarbij heeft de kortgedingrechter onder andere overwogen dat het lidmaatschap van Akiemboto van de Nationale Assemblée, door het ontslag op eigen verzoek, is beëindigd.

Akiemboto is tegen het kortgedingvonnis in hoger beroep gegaan. Akiemboto werd in hoger beroep bijgestaan door zijn raadsvrouwe mr. N.U. van Dijk AMLCA en Bee en de Staat werden bijgestaan door hun raadsvrouwen mr. M.G.A. Vos en mr. A.E. Veldman. Akiemboto heeft tegen het vonnis in eerste aanleg enkele grieven aangevoerd. Bee en de Staat hebben tegen de grieven verweer gevoerd.

Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat de aangevoerde grieven falen. Het Hof oordeelde onder andere, evenals de kantonrechter, dat het lidmaatschap van Akiemboto van de Nationale Assemblée is beëindigd. Voorts oordeelde het Hof met betrekking tot de vraag op welk moment het lidmaatschap beëindigd is, dat het lidmaatschap is beëindigd op het moment dat het schrijven met het ontslagverzoek door de President is ontvangen.

Het vonnis van de kantonrechter is bevestigd. Hierdoor zijn de vorderingen van Akiemboto afgewezen.

 

Paramaribo, 18 november 2022

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Actie van de Vereniging van Griffiers bij de Rechterlijke Macht en de Bond van Griffiepersoneel

De Vereniging van Griffiers bij de Rechterlijke Macht en de Bond van Griffiepersoneel zijn over hun respectieve wensenpakketten in onderhandeling met de Staat (het Ministerie van Justitie en Politie). Beide bonden hebben met ingang van maandag 14 november 2022 het werk neergelegd.

De President van het Hof van Justitie heeft de Minister van Justitie en Politie en zijn team en de bonden uitgenodigd voor een onderhoud waarbij hij hen het voorstel heeft gedaan om uit het Hof een commissie van goede diensten in te stellen, die als bemiddelaar met de bonden en de Staat overleg kan voeren teneinde uit de impasse te geraken en te komen tot een voor nu aanvaardbare rechtspositieregeling. De commissie van goede diensten die is voorgesteld zal bestaan uit twee leden van het Hof, die tevens belast zijn met de interne personele aangelegenheden van de rechterlijke organisatie, en de directeur bedrijfsvoering van het Hof.

Dit bemiddelingsvoorstel is door de President van het Hof aan de Staat en de bonden gedaan tijdens een bespreking in de late middag van 14 november 2022. Hierbij heeft hij hen op het hart gedrukt om het pad van overleg niet te verlaten en een beroep gedaan op de bonden om – indien gekozen wordt voor de bemiddeling – de acties dan op te heffen, zodat de commissie in alle rust kan werken aan een oplossing en tegelijkertijd de schade voor de rechtspraak en de rechtszoekenden tot een minimum beperkt kan blijven.

Intussen heeft de Vereniging van griffiers per brief aan de President van het Hof kenbaar gemaakt akkoord te gaan met het voorstel tot de instelling van de commissie van goede diensten. Van de Bond van Griffiepersoneel moet nog vernomen worden of die akkoord gaat met de bemiddeling.

Tot het moment waarbij de commissie van goede diensten zal aanvangen met de bemiddeling, heeft het Hof voorzieningen getroffen met de inzet van leidinggevende griffiers en schrijfjuristen om spoedzaken normale voortgang te doen hebben. Zo vinden spoedkortgedingzaken normaal voortgang, evenals spoed familiezaken. Bij de rechter-commissaris vinden verzoeken van verdachten en bewaringen normaal voortgang, evenals hoger beroepen daarvan. Enkele strafzittingen zijn kort uitgesteld.

 

Paramaribo, 15 november 2022

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling zaak in hoger beroep van Van Trikt en Kromosoeto van 7 november 2022

Op maandag 7 november 2022 heeft de behandeling van de zaak van de verdachten R. van Trikt en G. Kromosoeto in hoger beroep plaatsgevonden. De verdachten werden verhoord omtrent de feiten neergelegd in hun tenlastelegging.

Tijdens het verhoor zijn vragen gesteld door de Fungerend-President van de kamer, mr. A. Charan, de leden mr. D. Nanhoe en mr. S. Punwasi, alsook de waarnemend Procureur-Generaal mr. S. Mahadew en de advocaten van de verdachten.

De verdachte Van Trikt werd bijgestaan door de advocaten mr. C. Algoe en I. Kanhai BSc. Laatstgenoemde nam waar voor mr. J. Kraag. De verdachte Kromosoeto werd bijgestaan door mr. B. Pick.

Raadsman Kanhai vroeg aandacht voor een medisch rapport dat door het Openbaar Ministerie is ontvangen over de gezondheidstoestand van de verdachte Van Trikt. Kanhai deed daarop het verzoek de verdachte onder voorwaarden in vrijheid te stellen. Mr. Pick deed eveneens een verzoek tot invrijheidstelling van verdachte Kromosoeto.

De waarnemend Procureur-Generaal vroeg het Hof niet mee te gaan met de verzoeken.

Het Hof heeft zich over de verzoeken beraden en daarna de beslissing aan de verdachten, de advocaten en de waarnemend Procureur-Generaal voorgehouden. Voor beide verdachten werd de voorlopige hechtenis opgeschort onder de voorwaarden dat zij het land niet mogen uitgaan, hun paspoorten zullen inleveren en bij elke zitting aanwezig zullen zijn. Het Hof hield tevens aan de verdachten voor dat, indien bij de uitspraak van het vonnis in hoger beroep een hogere straf wordt opgelegd dan de periode die zij reeds in detentie hebben doorgebracht, zij het resterend deel van de straf alsnog zullen moeten uitzitten.

De volgende zitting zal op maandag 9 januari 2023 plaatsvinden om 09:00 uur des voormiddags, waarbij de waarnemend Procureur-Generaal haar requisitior zal houden. De verdachten zijn aangezegd om op die dag aanwezig te zijn.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-hoger-beroep-strafzaak-van-trikt-e-a-van-17-oktober-2022/

 

Paramaribo, 10 november 2022

Communicatie Unit Hof van Justitie