DE ZITTING VAN DE “DECEMBER STRAFZAAK” VAN 31 OKTOBER 2022

Op maandag 31 oktober 2022 is de behandeling van de “december strafzaak” voortgezet. De aanwezige verdachten Bouterse, Dijksteel, Dendoe en Gefferie zijn tijdens deze terechtzitting verhoord over het verwijt dat hun is gemaakt in de tenlastelegging.

Daarbij zijn er vragen gesteld door de fungerend president van de kamer, mr. D. Sewratan, de leden van de kamer, mr. A. Charan en Kolonel D. Kamperveen, de waarnemend Procureur-Generaal mr. C. Rasam en de advocaat van de verdachten I. Kanhai BSc. De verdachten zijn ook geconfronteerd met getuigenverklaringen en verklaringen die eerder door hen zijn afgelegd gedurende het voorbereidend onderzoek en tijdens de terechtzitting bij de Krijgsraad.

Verdachte Brondenstein was afwezig vanwege zijn gezondheidstoestand. Met diens advocaat is afgesproken dat zijn zaak ondanks zijn afwezigheid verder wordt behandeld. Indien zijn gezondheidssituatie het toelaat zal hij alsnog, en wel vóór het requisitoir, worden verhoord.

De waarnemend Procureur-Generaal heeft het verzoek gedaan om in het Fort Zeelandia een descente (een gerechtelijke plaatsopneming) te houden, zodat nader op te geven getuigen aanwijzingen kunnen doen over de gebeurtenissen, hetgeen door het Hof is ingewilligd.

Aan partijen is vervolgens meegedeeld dat de descente in het Fort Zeelandia zal plaatsvinden op dinsdag 29 november 2022 om 09:00 uur des voormiddags. De verdachten zijn aangezegd om dan ter plekke aanwezig te zijn.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/de-zitting-van-de-december-strafzaak-van-17-augustus-2022/

 

Paramaribo, 10 november 2022

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Uitspraak bezwaarschrift verdachte M.A.S. Adhin

Op 14 oktober 2022 heeft het Hof van Justitie in eerste aanleg (hierna EA) het bezwaarschrift tegen de dagvaarding van de verdachte M.A.S. Adhin in behandeling genomen.

Het Hof (EA) bestond uit de fungerend-president mr. M. Mettendaf en de leden mr. D. Karamat Ali en mr. M. Dayala. Tijdens de behandeling zijn de verdachte zijn raadsman I. Kanhai Bsc en de waarnemend Procureur-Generaal mr. G. Paragsingh gehoord.

Het Hof (EA) heeft na de behandeling de beslissing genomen. Daarbij heeft het Hof (EA) geoordeeld dat het bezwaarschrift niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn is ingediend. Het Hof (EA) heeft overwogen dat een bezwaarschrift tegen de dagvaarding ingevolge artikel 243 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering binnen drie dagen na de dagvaarding kan worden ingediend. Het Hof (EA) overwoog voorts dat de dagvaarding op 12 augustus 2022 aan de verdachte is betekend waardoor de termijn afliep op 15 augustus 2022. Het bezwaarschrift is op 16 augustus 2022 ingediend. Op grond van het voorgaande is de verdachte niet-ontvankelijk verklaard.

Tegen de beslissing van het Hof in eerste aanleg is de verdachte in hoger beroep gegaan. De behandeling in hoger beroep (hierna HB) heeft plaatsgevonden op donderdag 27 oktober 2022. De kamer bestond uit fungerend-president mr. I.S. Lachitjaran en de leden mr. D. Nanhoe, mr. S. Punwasi, mr. R. Elgin en mr. J. Kasdipowidjojo. Ook tijdens deze behandeling zijn de verdachte, zijn raadsman en de waarnemend Procureur-Generaal gehoord.

Na de behandeling heeft het Hof (HB) op dinsdag 1 november 2022 een beslissing genomen. Het Hof (HB) heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en heeft de beschikking in eerste aanleg bevestigd. De verdachte is verwezen naar de terechtzitting in eerste aanleg zodat de zaak verder kan worden behandeld.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-bezwaarschrift-verdachte-a-adhin-van-26-augustus-2022/

 

Paramaribo, 10 november 2022

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Uitspraak in Kort Geding R. Hooghart en de CLO vs M. Miskin op 27 oktober 2022

Op donderdag 27 oktober 2022 heeft de kantonrechter mr. S.J.S. Bradley vonnis gewezen in het kort geding van de heer R. Hooghart en de Centrale van Landsdienaren Organisaties (CLO) tegen de heer M. Miskin. De heer Hooghart heeft in december van het vorig jaar een rechtszaak aanhangig gemaakt tegen de heer Miskin. Partijen twisten over de vraag wie de rechtmatige voorzitter is van de CLO. De heer Hooghart en de CLO vorderen onder andere dat het de heer Miskin verboden wordt om zich te gedragen als voorzitter van de CLO.

De heer Hooghart en de CLO werden vertegenwoordigd door advocaat mr. N.U. van Dijk en de heer Miskin werd bijgestaan door advocaat mr. V.V.C. Pique.

De kortgedingrechter is tot het oordeel gekomen dat het aannemelijk is dat de bestuursverkiezingen gehouden op 27 augustus 2021, tijdens welke verkiezingen de heer Miskin tot voorzitter is gekozen, niet rechtsgeldig zijn gehouden. Naar het oordeel van de kortgedingrechter zijn voorafgaand aan de bestuursverkiezing en tijdens de bestuursverkiezing de statutaire bepalingen met betrekking tot onder andere de beëindiging van het lidmaatschap van de CLO en de bepaling met betrekking tot het quorumvereiste, niet in acht genomen. Om die reden heeft de kantonrechter de heer Miskin een verbod opgelegd om zich als voorzitter van de CLO te gedragen, totdat in een bodemprocedure over het geschil is beslist. Ook mag hij geen activiteiten ontplooien namens de CLO, op straffe van een dwangsom.

De kortgedingrechter heeft in het vonnis opgenomen dat de heer Hooghart en de heer Miskin binnen vier maanden na de uitspraak het geschil aan de bodemrechter moeten voorleggen. Een bodemprocedure is een civiele rechtszaak waarin diepgaand onderzoek gedaan wordt naar een geschil tussen partijen. Daarbij kunnen partijen ook getuigenbewijs aanbieden om hun gronden en stellingen te bewijzen. In de bodemprocedure zal diepgaand onderzoek plaatsvinden naar de rechtsgeldigheid van de verkiezingen gehouden op 27 augustus 2021.

Het vonnis kunt u hier nalezen.

 

Paramaribo, 8 november 2022

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling hoger beroep strafzaak R. Oedit op 17 oktober 2022

Op maandag 17 oktober 2022 is de strafzaak in hoger beroep van de verdachte R. Oedit aangevangen. Het Hof bestond uit de rechters mr. M. Mettendaf, kamerpresident , mr. D. Nanhoe en mr. J. Kasdipowidjojo, leden. Als waarnemend Procureur-Generaal trad op mr. S. Mahadew. De zaak is niet inhoudelijk behandeld omdat één van de rechters die deel uitmaakt van de kamer, mr. S. Punwasi, verhinderd was. Voor hem werd waargenomen door mr. J. Kasdipowidjojo.

De verdachte R. Oedit is bij verstek veroordeeld door de kantonrechter op 18 februari 2019, in verband met overtreding van de Wet Verdovende Middelen. De vervolging ving aan nadat in maart 2018 een vliegtuig was geland op een terrein van de verdachte, in welk vliegtuig cocaine is aangetroffen. Het ten laste gelegde werd door de kantonrechter bewezen geacht en de verdachte is bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van zestien jaar en een geldboete van SRD 350.000,-.

Tegen het verstekvonnis heeft de verdachte verzet aangetekend. Op 16 augustus 2021 is vonnis gewezen in de verzetzaak en is het verzet vervallen verklaard omdat de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen. De verstekveroordeling is door de kantonrechter bevestigd. Tegen die uitspraak heeft de verdachte op 30 augustus 2021 hoger beroep aangetekend, welke op eerder genoemde datum in behandeling is genomen.

De advocaat van de verdachte, mr. R. Lobo, voerde in hoger beroep onder andere aan dat de verdachte recht heeft op een eerlijk proces en dat hij niet aanwezig kon zijn tijdens het proces in eerste aanleg, terwijl hij dat wel had gewild.

Op 28 november 2022 wordt de behandeling van het hoger beroep om 09:00 uur verder voortgezet.

 

Paramaribo, 26 oktober 2022

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling hoger beroep strafzaak Van Trikt e.a. van 17 oktober 2022

Op maandag 17 oktober 2022 is het hoger beroep in de zaken van de verdachten R. van Trikt, F. Hausil, A. Angnoe, en G. Kromosoeto in behandeling genomen. Alle verdachten waren aanwezig op de zitting. Het Hof bestond uit de rechters mr. A. Charan, kamerpresident, mr .D. Nanhoe en mr. S. Punwasi, leden. Als waarnemend Procureur-Generaal trad op mr. S. Mahadew.

De verdachten kregen de gelegenheid om hun beweegredenen tot het aantekenen van hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter, aan te geven. Zij brachten naar voren dat zij het niet eens zijn met de veroordeling in eerste aanleg. Voor de verdachten kwamen op de advocaten mr. J. Kraag, I. Kanhai BSc. en mr. C. Algoe, voor de verdachte Van Trikt, de advocaten I. Kanhai BSc en mr. B. Pick, voor de verdachte Angnoe, mr. B. Pick en mr. R. Tjon-A-Joe voor de verdachte Kromosoeto en mr. M. Dubois voor de verdachte Hausil.

Tijdens de zitting is er door de advocaten Kanhai en Pick een verzoek tot invrijheidstelling gedaan voor respectievelijk verdachte Angnoe, Van Trikt en Kromosoeto. De verdachte Hausil is op een eerder moment reeds in vrijheid gesteld. Het Hof heeft het verzoek voor de verdachte Angnoe ingewilligd. Het verzoek voor de twee andere verdachten is afgewezen.

Op maandag 7 november 2022 om 09:00 uur worden de zaken van de verdachten Van Trikt en Kromosoetoe verder behandeld. Op die dag zullen de verdachten worden gehoord. Op maandag 5 december 2022 om 09.00 uur worden de zaken van de verdachten Hausil en Angnoe verder behandeld. Op die dag staan de zaken ook voor verdachtenverhoor.

 

Paramaribo, 26 oktober 2022

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Hof van Justitie Suriname gaat samenwerking aan met het Gemeenschappelijk Hof van Antillen

14 oktober 2022

Op dinsdag 4 oktober 2022 is de samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot het gebruik van de digitale zaaksregistratie systemen tussen het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Hof van Justitie van Suriname ondertekend. De ondertekening is gedaan door de president van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Antillen, dhr. mr. Mauritsz de Kort en de president van het Hof van Justitie van Suriname, dhr. mr. Iwan Rasoelbaks. De president van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Antillen was op uitnodiging van de president van het Hof van Justitie van Suriname op werkbezoek in Suriname. Tijdens dit werkbezoek zijn er ook besprekingen, kennismakingen en beleefdheidsbezoeken geweest.

De ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst tussen de twee presidenten

Het werkbezoek was vooral gericht op het vastleggen van de samenwerking die deels al van de grond is en de voortzetting en uitbouw daarvan. In een nadere addendum zal deze samenwerking verder uitgebreid en vastgelegd worden met onder andere de volgende onderwerpen;

  • EU-opleidingen ten behoeve van rechters en schrijfjuristen
  • Cursus actualiteiten jurisprudentie Hoge Raad
  • Advisering proces verzelfstandiging Bedrijfsvoering Hof van Justitie Suriname

V.l.n.r. mr. D. Sewratan, mr. M. de Kort, mr. I. Rasoeslbaks, dhr. A. Steg en mr. A. Charan

Op maandag 3 en dinsdag 4 oktober hebben de formele besprekingen plaatsgevonden tussen de president van het Gemeenschappelijk Hof en het management team van het Hof van Justitie Suriname op het Hof van Justitie. Verder zijn er oriëntatiegesprekken geweest met de directeur van het Centrum voor Democratie en Rechtspleging (CDR), mevr. drs. Simone Koole en de waarnemend procureur-generaal, mevr. mr. Garcia Paragsingh. Ook heeft mr. de Kort een beleefdheidsbezoek gebracht aan de Nederlandse Ambassade in Suriname en de President van de Republiek Suriname, zijne excellentie dhr. Chandrikapersad Santokhi.

Mr. Iwan Rasoelbaks en mr. Mauritsz de Kort

Naast de officiële bijeenkomsten was er nog ruimte in het programma om de delegatie te vergasten op een toeristische boottrip, waarbij de plantages Johanna en Margaretha en Frederiksdorp zijn bezocht. Op deze manier kon de president in ontspannen sfeer de Surinaamse rechters ontmoeten alsook kennismaken met een deel van de natuur en historie van Suriname.

De delegatie van het Gemeenschappelijk Hof bestond verder uit de senior-adviseur, dhr. Andre Steg. Hij is degene die de afgelopen periode ondersteuning heeft geboden met de implementatie van het civiele zaaksregistratie systeem in de civiele sector van onze rechtspraak.


 

Overhandiging ‘SRiSbundel Strafprocesrechterlijke wet- en regelgeving’

5 oktober 2022

Op vrijdag 16 september 2022 heeft de president van het Hof van Justitie, mr. Iwan Rasoelbaks, de derde wettenbundel in ontvangst mogen nemen uit handen van de voorzitter van de Stichting voor de Rechtsorde in Suriname (SRiS), mr. Gerold Sewcharan. Hij werd daarbij vergezeld door mr. Benito Pick en mr. Ruby Wittenberg die ook betrokken zijn bij het SRiS gebeuren. De ‘SRiSbundel Strafprocesrechterlijke wet- en regelgeving’ is de eerste wettenbundel waarbij er gebruik is gemaakt van zogenoemde margewoorden, waardoor specifieke wetsartikelen gemakkelijk gevonden kunnen worden. Verder zijn zoals bij de vorige bundels alle wetswijzigingen tot heden erin verwerkt en zijn de memories van toelichting opgenomen.

In deze bundel is regelgeving waarmee elke burger te maken kan krijgen opgenomen. Deze bundel is daarom voor zowel de private sector alsook de publieke sector geschikt. Daarnaast is het ook bedoeld voor rechtenstudenten en – docenten en praktijkjuristen. Politie- en penitentiaire ambtenaren zullen er ook goed gebruik van kunnen maken vanwege hun taakstelling.

De stichting beoogt met deze derde bundel een bijdrage te leveren aan de algemene kennis van iedere burger als het gaat om de strafprocesrechterlijke wet- en regelgeving, waarbij die toegankelijk is voor een ieder.

De voorzitter van SRiS liet bij de overhandiging aan de president aantekenen dat heel binnenkort de vierde wettenbundel verschijnt handelende over wet- en regelgeving over het materieel strafrecht. Volgens Sewcharan is dit alles tot nu toe mogelijk geweest in goede samenwerking met De Nationale Assemblee (DNA) en het Departement van Binnenlandse Zaken. De kosten voor de bundels konden laag gehouden worden omdat de SRiS donaties heeft gehad van particuliere organisaties die ook het belang van een dergelijke ontsluiting naar waarde schatten.

In zijn dankwoord benadrukte de president de waarde van de professionele ontsluiting van wet- en regelgeving voor de rechtspraktijk en prees SRiS voor dit particulier initiatief. De president zegde toe om met de Minister van Justitie en Politie mr. Kenneth Amoksie in overleg te zullen treden teneinde na te gaan hoe zijn Departement kan bijdragen aan dit initiatief van SRiS om de kosten nog lager te doen uitpakken voor belangstellenden.


 

Behandeling kort geding schuldeiser AELF tegen SLM

Het kort geding dat op 22 augustus 2022 is aangespannen door het Amerikaanse bedrijf AELF MSN, 224 LLC, een schuldeiser van de SLM, tegen de SLM en enkele functionarissen, is op donderdag 25 augustus 2022 in behandeling genomen door de rechter in kort geding.

In dit kort geding wordt door de eisende partij onder andere gevraagd dat de SLM haar herstructureringsplan stopzet en haar schuld aan het bedrijf voldoet.

In deze zaak heeft de behandelende rechter een schema vastgesteld voor het overleggen van schriftelijke conclusies. Nadat alle schriftelijke conclusies zijn overgelegd conform het schema zal de rechter beslissen over de datum voor de uitspraak.

 

Paramaribo, 13 september 2022

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling kort geding inzake staking personeel AZP van 7 september 2022

Op 7 september 2022 is het kort geding, dat aangespannen is tegen de Algemene Bond van Personeel in dienst van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (ABPLAZ), in behandeling genomen door de kortgedingrechter mr. I. Sonai. De eisers in deze zaak zijn de Staat Suriname, met name het Ministerie van Volksgezondheid en het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP).

Een kort geding is een civiele procedure waarin vanwege een spoedeisend belang snel een beslissing moet worden genomen. In deze zaak heeft de eiseres aangevoerd dat het spoedeisend belang betreft het garanderen van de optimale zorgverlening naar de samenleving toe.

De zaak tegen de ABPLAZ is ingediend nadat zij ertoe overging om het werk te staken en de Staat de mening was toegedaan dat de ABPLAZ in dit stadium van het dispuut niet terecht van het stakingsrecht gebruik maakte. De ABPLAZ stelt dat de staking volgde omdat zij met de minister van Volksgezondheid geen overeenstemming kon bereiken over de gemaakte afspraken.

Op de zitting waren aanwezig de voorzitter van de bond, de heer L. Pool, enkele bestuursleden alsook de vertegenwoordiger van de artsen, drs. S. Mohan. Verder waren aanwezig de minister van Volksgezondheid, drs. A. Ramadhin, de directeur van Volksgezondheid, drs. R. Gajadhar Sukul, de directeur van het AZP, drs. C. Redan en de medisch directeur van het AZP, drs. L. Liauw Kie Fa. De bond werd vertegenwoordigd door advocaat mr. G. van der San, de Staat door advocaat mr. C. Lachman en het AZP door advocaat mr. S. Essed. De advocaat van de bond heeft mondeling zijn antwoordpleidooi gehouden, waarna de rechter terstond een comparitie van partijen heeft gehouden voor het inwinnen van inlichtingen. Partijen hebben aan de rechter aanvullende informatie verschaft. Zij zijn ook in de gelegenheid gesteld om onderling overleg te voeren over een mogelijke regeling.

Partijen hebben ten overstaan van de rechter afgesproken dat de bond de staking onmiddellijk opheft onder voorwaarde dat er een plan van aanpak met bijbehorende tijdslijn wordt uitgezet door de minister van Volksgezondheid en de directie van het AZP voor de komende zes maanden, om invulling te geven aan het wensenpakket van de bond. Het plan van aanpak zal worden opgestuurd voor de tegenpartij en de rechter op uiterlijk donderdag 6 oktober 2022.

De behandeling van de zaak wordt vervolgd op donderdag 13 oktober 2022 om 13:00 uur. Op die dag zal de rechter ook de accountant horen die door de Staat is aangetrokken om te adviseren over de nieuwe loonreeks.

 

Paramaribo, 9 september 2022

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Leidinggevenden leggen training succesvol af

1 september 2022

In de periode van 2 juni tot en met 4 juli 2022 hebben de verschillende leidinggevenden van de rechterlijke organisatie deelgenomen aan de training ‘Leidinggeven en Effectief Communiceren’. Deze training werd verzorgd door de Stichting Productieve Werk Eenheden (SPWE) welke valt onder het Ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken. Elke dag werd 5 uren uitgetrokken om de leidinggevenden de tools aan te reiken om effectief om te gaan met praktische situaties.

De leidinggevenden met hun certificaat

De waarnemend Griffier der Kantongerechten, Sudesh Simbhoedatpanday, kwam als beste uit de bus. ‘Ik had de theorie nog niet, maar ik had het wel eerder toegepast in de praktijk vanwege mijn werkervaring en ook dat wat ik in de praktijk nog niet wist heb ik nu met de theorie meegekregen,’ gaf hij aan. Volgens hem zou elke leidinggevende de training moeten volgen.

De Griffier van het Hof van Justitie, Monique van Genderen-Relyveld gaf aan dat de training voor haar meer een refreshment was, omdat zij al eerder dergelijke trainingen heeft gevolgd. Vanwege de nieuwe ontwikkelingen heeft zij toch nieuwe technieken erbij geleerd, om haar werk beter te doen. ‘De training is zeker aan te bevelen, omdat praktische situaties worden uitgebeeld aan de hand van casussen die een voorstelling van de realiteit geven’, legde zij uit.

De directeur van SPWE, Etienne Etman en de interim-directeur van het Hof van Justitie, Jules de Rijp

Elke deelnemer kreeg na afloop van de training een certificaat. De certificaten werden uitgereikt door de directeur van SPWE, de heer Etienne Etman, en de interim-directeur van het Hof van Justitie, de heer Jules de Rijp. De directeur van SPWE gaf in zijn toespraak aan dat dit niet een gewone training is. ‘De praktische voorbeelden die zijn besproken, zijn zaken waarmee jullie dagelijks geconfronteerd zullen worden,’ hield hij de deelnemers voor.

Enkele deelnemers druk bezig met het invullen van een evaluatieformulier

De interim-directeur, betoogde in zijn toespraak dat dit een goede start is, op weg naar de verzelfstandiging van de organisatie. ‘Dit was de eerste training voor de medewerkers van de griffies en het wordt betaald uit de eigen begroting die het Hof per 1 januari 2022 ter beschikking heeft. Het Hof wil voortdurend werken aan het duurzaam ontwikkelen van de medewerkers en er zullen daarom meerdere trainingen volgen,’ legde hij uit. Hij wees erop dat de medewerkers elkaar vooral moeten uitdagen als dingen mislopen door het als hun plicht te zien om elkaar erop te wijzen.

De uitreiking werd in een gemoedelijke sfeer afgesloten met een hapje en een drankje.