Behandeling hoger beroep strafzaak verdachte Oedit van 27 februari 2023

Op maandag 27 februari 2023 is de behandeling in hoger beroep van de strafzaak tegen verdachte R. Oedit voortgezet door het Hof van Justitie. De strafzaak stond voor requisitoir van de waarnemend procureur-generaal, mr. S. Mahadew. Dat houdt in dat zij haar mening geeft over de beschuldiging aan het adres van de verdachte en het eventuele bewijs daarvan. Afhankelijk van haar conclusie eist zij dan in de regel of een bepaalde straf of vordert zij vrijspraak.

In dit geval kwam de vervolging in haar requisitoir tot de conclusie dat de verdachte zich wel schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. De waarnemend procureur-generaal vorderde dat het vonnis van de kantonrechter in eerste aanleg van 18 januari 2022, welke is bekrachtigd bij zijn verzetzaak op 16 augustus 2022, wordt bevestigd. De verdachte was toen gevonnist tot een gevangenisstraf van 16 jaar onder aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest, een geldboete van SRD.350.000,=, subsidiair 12 maanden hechtenis, alsook verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen goederen.

De vervolgprocedure is dat na het requisitoir van de vervolging, de advocaat van de verdachte zijn pleidooi houdt. Hierna mag de vervolging reageren op het pleidooi, dit wordt het repliek genoemd. Na het repliek komt de advocaat van de verdachte weer aan het woord, hetgeen dupliek genoemd wordt. Hierna krijgt de verdachte het laatste woord.

Op 20 maart 2023 zal de raadsman van de verdachte, mr. R. Lobo, voor zijn cliënt het pleidooi houden.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-hoger-beroep-strafzaak-verdachte-r-oedit-op-23-januari-2023/

 

Paramaribo, 03 maart 2023

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling strafzaak tegen de verdachten D. Kom, M. Kom, Y. Rother, M. Rother en R. Koendjbiharie van 20 februari 2023

Op 20 februari 2023 is een aanvang gemaakt met de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen de verdachten D. Kom, M. Kom, Y. Rother, M. Rother en R. Koendjbiharie.

De verdachten Koendjbiharie en M. Rother krijgen rechtsbijstand van de advocaten mr. R. Mangre en I. Kanhai BSc. Verdachte D. Kom wordt bijgestaan door mr. B. Pick. Verdachte M. Kom wordt bijgestaan door mr. R. Denz en verdachte Y. Rother wordt bijgestaan door mr. D. Veira en mr. D. Landvreugd.

De Officier van Justitie, mr. R. Koendan, heeft de zaak voorgedragen. Vervolgens is de verdachte D. Kom verhoord en zijn de verdachten M. Kom en Y. Rother als getuige gehoord in de strafzaak van D. Kom.

Advocaat Denz deed een verzoek tot in vrijheid stelling van M. Kom en advocaat Landvreugd deed een verzoek tot het opschorten van de voorlopige hechtenis van verdachte Y. Rother. Raadsman Pick deed een verzoek tot opschorting van de voorlopige hechtenis van verdachte D. Kom.

De zaaksrechter wees, na de reactie van de officier van justitie, de verzoeken af omdat de ernstige bezwaren nog aanwezig zijn.

Op 30 maart 2023 wordt de zaak voortgezet en zullen Y. Rother en M. Kom als getuigen worden verhoord.

 

Paramaribo, 01 maart 2023

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling hoger beroep strafzaak verdachte Hoefdraad van 20 februari 2023

Op maandag 20 februari 2023 is er een aanvang gemaakt met de behandeling van de strafzaak in hoger beroep tegen de verdachte G. Hoefdraad. De kamer van rechters bestond in deze strafzaak uit vijf rechters omdat de verdachte een politieke ambtsdrager is geweest. De kamerpresident was mr. A. Charan en de leden waren mr. S. Punwasi, mr. D. Nanhoe, mr. R. Elgin en mr. J. Kasdipowidjojo. De verdachte was niet aanwezig op de zitting.

De waarnemend procureur-generaal mr. G. Paragsingh vroeg aan het Hof om de zaak niet in behandeling te nemen en de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren omdat de verdachte volgens het Wetboek van Strafvordering geen recht heeft op hoger beroep. Zij voerde voorts aan dat de verdachte niet voor de rechter verschijnt en zich onvindbaar maakt.

De raadsman van de verdachte, mr. M. Dubois, heeft op hetgeen de waarnemend procureur-generaal naar voren heeft gebracht gereageerd. Daarbij verwees hij naar het tussenvonnis in de hoger beroep strafzaak van de verdachte R. Oedit die onder vergelijkbare omstandigheden wel toegang heeft gekregen tot hoger beroep. Ook verwees hij naar een door hem ingediende zaak die bij het Constitutioneel Hof ligt voor toetsing. Volgens mr. Dubois is het verschijnen van de verdachte in de rechtszaal een recht en geen plicht.

Op 20 maart 2023 vindt de vervolgbehandeling plaats. Op die dag komt de waarnemend procureur-generaal weer aan het woord in verband met haar verzoek om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren. Daarna zal eventueel ook de raadsman wederom het woord voeren.

 

Paramaribo, 01 maart 2023

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling strafzaak Martinus, Jongaman e.a. van 15 februari 2023

Op 15 februari 2023 is een aanvang gemaakt met de behandeling van de strafzaak van de verdachten J. Martinus alias “Bordo” en/of “Money Hond”, C. Jongaman meergenoemd “Keppie”, P. Phoeli meergenoemd “Moena”, R. Phoeli meergenoemd “Rampie” en A. Gau-Gau. Op de terechtzitting waren aanwezig de twee verdachten Phoeli, die thans in vrijheid zijn gesteld en de verdachte Gau-Gau, die thans ingesloten is. De verdachten Martinus en Jongaman waren afwezig.

De twee verdachten Phoeli worden bijgestaan door mr. R. Denz. De verdachte Gau-Gau wordt bijgestaan door mr. Th. Roos. De verdachte Martinus krijgt rechtsbijstand van mr. J. Korendijk en I. Kanhai BSc. en verdachte Jongaman krijgt rechtsbijstand van advocaat I. Kanhai BSc en mr. A. Ramlakhan. Mr. D. Veira nam waar voor de advocaten Denz en Kanhai.

De Officier van Justitie, mr. M. Van Dijk, nam waar voor de zaaksofficier. Door de kantonrechter werd verstek verleend tegen de niet verschenen verdachten.

Advocaat Veira bracht naar voren dat de verdachten Martinus en Jongaman niet correct zijn gedagvaard en dat de advocaten niet beschikken over het dossier van de verdachten. Hij vroeg om die reden om de zaak uit te stellen. Voorts deed hij het verzoek tot teruggave van sieraden en telefoontoestellen van de verdachten Phoeli. De kantonrechter besliste dat de telefoontoestellen nog niet teruggegeven zullen worden omdat er nog onderzoeksbelang aanwezig is. De Officier van Justitie zal nagaan of de sieraden kunnen worden teruggegeven.

Op 20 maart 2023 zal de zaak worden voorgedragen. Dat betekent dat de officier van justitie de verdachten en de tenlasteleggingen presenteert aan de kantonrechter en vraagt om de zaak in behandeling te nemen. Verder zal op die dag een getuige worden verhoord.

 

Paramaribo, 24 februari 2023

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling hoger beroep strafzaak A. Angnoe en F. Hausil van 6 februari 2023

Op maandag 6 februari 2023 heeft de waarnemend procureur-generaal, mr. S. Mahadew, het requisitoir gehouden in de hoger beroep strafzaak tegen de verdachten A. Angnoe en F. Hausil.

De kamer van rechters bestond uit fungerend-president, mr. A. Charan en de leden, mr. S. Punwasi en mr. D. Nanhoe. Verdachte Hausil werd bijgestaan door advocaat mr. M. Dubois en verdachte Angnoe werd bijgestaan door de advocaten mr. B. Pick en I. Kanhai BSc.

De waarnemend procureur-generaal heeft in de strafzaak van verdachte Hausil gevraagd dat het vonnis van de kantonrechter in eerste aanleg van 31 januari 2022 wordt vernietigd en dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar onder aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest en een geldboete van SRD 100.000,= of subsidiair tien maanden hechtenis. De vernietiging werd gevorderd omdat de kantonrechter in eerste aanleg voor twee feiten de deelnemingsfiguur van medeplichtigheid bewezen heeft geacht in plaats van medeplegen, hetgeen de waarnemend procureur-generaal in hoger beroep wel bewezen acht.

In de strafzaak tegen verdachte Angnoe is de vervolging ook tot de conclusie gekomen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. De waarnemend procureur-generaal vroeg de kamer om het vonnis in eerste aanleg tegen deze verdachte te bevestigen. In eerste aanleg is de verdachte op 31 januari 2022 veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar onder aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest en een geldboete van SRD 150.000,= of subsidiair twaalf maanden hechtenis.

De volgende zitting is op maandag 3 april 2023 om 09.00 uur. Op die dag zullen de raadslieden hun pleidooi houden.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-hoger-beroep-strafzaak-verdachten-angnoe-en-hausil-op-5-december-2022/

 

Paramaribo, 15 februari 2023

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling strafzaak verdachten Mixon, Gambier en Chin Chi Fong van 30 januari 2023

Op maandag 30 januari 2023 is de behandeling van de strafzaak tegen de verdachten J. Mixon, R. Gambier en J. Chin Chi Fong voortgezet door kantonrechter mr. L. Ravenberg. De getuigen die waren opgeroepen op verzoek van de officier van justitie, mr. R. Rathipal, zijn verhoord.

De verdachte Gambier werd bijgestaan door zijn raadslieden mr. D. Veira en mr. B. Pick. Verdachte Chin Chi Fong werd bijgestaan door zijn raadslieden mr. D. Veira en mr. M. Dubois en voor verdachte Mixon waren aanwezig mr. C. Algoe, mr. R. Lobo en I. Kanhai BSc.

Getuige I. Kalaykhan is eerst verhoord na aflegging van de belofte. De officier van justitie stelde eerst vragen, waarna de raadslieden in de gelegenheid werden gesteld om vragen te stellen. Ook de kantonrechter heeft enkele vragen gesteld. De verdachten hadden geen vragen voor deze getuige.

Hierna is getuige R. Amat verhoord na aflegging van de eed. Ook bij deze getuige werden de vragen gesteld door de kantonrechter en de officier van justitie. De verdachten en hun raadslieden hadden geen vragen voor de getuige.

De officier van justitie heeft te kennen gegeven dat zij nog enkele getuigen wil verhoren.

Vervolgens werd er door de verdachte Mixon en zijn advocaat Kanhai een verzoek gedaan tot teruggave van in beslag genomen goederen, waaronder zijn bedrijfsadministratie. De officier van justitie vroeg de rechter niet mee te gaan met het verzoek omdat er nog getuigen moeten worden verhoord.

De kantonrechter heeft met betrekking tot dat verzoek opgemerkt dat de goederen waarvan teruggave wordt gevraagd, waaronder de bedrijfsadministratie, niet zijn opgenomen in de kennisgeving van inbeslagneming.

De kantonrechter gaf aan dat zij op grond daarvan geen teruggave zal gelasten. Wel heeft zij aan de raadsman en de officier van justitie voorgehouden dat zij samen moeten nagaan om welke goederen het gaat waarna de goederen zullen moeten worden teruggegeven aan de verdachte.

Op dinsdag 14 maart 2023 wordt het getuigenverhoor voortgezet om 11.00 uur.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-strafzaak-verdachten-mixon-gambier-en-chin-chi-fong-van-3-januari-2023

 

Paramaribo, 15 februari 2023

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling ‘december strafzaak’ in hoger beroep van 31 januari 2023

Op dinsdag 31 januari 2023 is de behandeling in hoger beroep van de ‘december strafzaak’ hervat. Daarbij heeft de waarnemend procureur-generaal, mr. C. Rasam, het requisitoir gehouden in de strafzaken tegen de verdachten Bouterse, Dendoe, Dijksteel, Gefferie en Brondenstein. Verdachte Brondenstein was afwezig vanwege gezondheidsredenen.

In alle vijf strafzaken is de waarnemend procureur-generaal tot de conclusie gekomen dat medeplegen aan moord bewezen is. In de strafzaak tegen de verdachte Bouterse heeft zij gerequireerd dat het vonnis in eerste aanleg gewezen en uitgesproken door de Krijgsraad – waarbij een gevangenisstraf voor de duur van twintig jaren was opgelegd – wordt bevestigd en dat thans tevens de gevangenneming wordt gelast.

Hierna heeft de waarnemend procureur-generaal achtereenvolgens de strafeis tegen de overige vier verdachten gepresenteerd. Ook voor deze verdachten requireerde zij dat aan hun een gevangenisstraf voor de duur van 20 jaren wordt opgelegd en dat hun gevangenneming wordt gelast.

In eerste aanleg had de auditeur-militair, toen mr. R. Elgin, gerequireerd dat alle vijf verdachten elk een gevangenisstraf voor de duur van 20 jaren opgelegd kregen. De Krijgsraad heeft in eerste aanleg aan Brondenstein, Dijksteel en Gefferie elk een gevangenisstraf voor de duur van vijftien jaren opgelegd terwijl de verdachte Dendoe een gevangenisstraf voor de duur van tien jaren opgelegd heeft gekregen.

Op vrijdag 31 maart om 09.00 uur zal de raadsman het pleidooi voor alle vijf verdachten houden.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-december-strafzaak-van-5-januari-2023/

 

Paramaribo, 15 februari 2023

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Uitspraak dubbele wraking rechter A. Charan

Op 8 juli 2022 is tijdens de zitting van de Krijgsraad, door verzoeker S.A.J. een verzoek tot wraking ingesteld tegen de hele kamer van de Krijgsraad die belast was met de behandeling van de militaire strafzaak tegen hem. De kamer bestond uit de waarnemend President van de Krijgsraad, mr. A. Charan en de leden van de Krijgsraad kolonel G. Cooper en majoor J. Jones.

De wraking had als grondslag dat de Krijgsraad niet onafhankelijk en onpartijdig is omdat op een eerder door de verdachte opgeworpen formeel verweer, met betrekking tot een vormverzuim, afwijzend is beslist. Het vormverzuim hield in dat er een nummer op de akte van uitreiking van de dagvaarding vermeld had moeten zijn hetgeen niet was gebeurd. Volgens de verzoeker zou ingevolge het bepaalde in artikel 517 lid 6 van het Wetboek van Strafvordering (Sv.), de dagvaarding nietig moeten worden verklaard.

Het Hof heeft op deze wraking beslist op 16 september 2022. Verzoeker is door het Hof op formele gronden niet ontvankelijk verklaard omdat het ingevolge artikel 438 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering niet mogelijk is om de hele kamer te wraken. Het Hof is in deze wrakingszaak verder niet ingegaan op het inhoudelijke van de wrakingszaak.

Op 14 oktober 2022 heeft de advocaat I. Kanhai BSc, namens verzoeker, tijdens de zitting van de Krijgsraad wederom een akte van wraking overlegd waarin mr. Charan werd gewraakt, met wederom als grondslag dat de rechter niet onafhankelijk en onpartijdig is omdat op het door de verdachte opgeworpen formeel verweer, met betrekking tot het vormverzuim, afwijzend is beslist. Op de terechtzitting van 11 november 2022 heeft mr. Charan te kennen gegeven dat hij zich niet berust in deze wraking.

Op vrijdag 6 januari 2023 is door de wrakingskamer, die bestond uit Fungerend-President, mr. D.D. Sewratan en de leden, mr. I.S. Lachitjaran en kolonel D. Kamperveen een beslissing gegeven op dit tweede wrakingsverzoek.

In de beslissing van 6 januari 2023 heeft het Hof, kort gezegd, overwogen dat de afwijzende beslissing op het door de verdachte opgeworpen formeel verweer niet als omstandigheid kan worden aangemerkt waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade lijdt.

Het Hof overwoog onder 3.5.2, 3.5.3, 3.5.4 en 3.5.5 van de beslissing alsvolgt:

“ 3.5.2 Het Hof overweegt daartoe dat in het strafproces centraal staat dat de rechter, met inachtneming van de regels van een eerlijk proces, zoveel mogelijk een inhoudelijk oordeel velt over de beschuldiging die jegens de verdachte wordt geuit en zo recht spreekt in de concrete zaak.

3.5.3 Daarnaast berust de beantwoording van de vraag of een rechtsgevolg aan een vormverzuim wordt verbonden, en zo ja de wijze waarop dat gebeurt, in de kern op een afweging van belangen. Daarbij gaat het om de met vervolging en berechting van strabare feiten gemoeide belangen – waaronder de belangen van waarheidsvinding en van de bestraffing van de daders van strafbare feiten – en de belangen die verband houden met de handhaving van grondrechten en de bevordering van een normconform verloop van het voorbereidend onderzoek.

3.5.4 Aan de vaste rechtspraak over de verschillende rechtsgevolgen bij vormverzuimen ligt als uitgangspunt ten grondslag dat het rechtsgevolg in verhouding moet staan tot de aard en de ernst van het vormverzuim en het door de verdachte als gevolg van het vormverzuim geleden nadeel. Dat betekent tevens dat, waar mogelijk, wordt volstaan met het – vanuit het perspectief van de met vervolging en berechting van strafbare feiten gemoeide belangen bezien – minst verstrekkende rechtsgevolg, welk rechtsgevolg, mede afhankelijk is van de aard en de ernst van dat verzuim of die handeling.

3.5.5 Tegen de achtergrond van het hiervoor geschetst kader is het Hof van oordeel dat in casu de gewraakte rechter terecht tot het oordeel kon komen dat het niet vermelden van het nummer van de akte van uitreiking ingevolge het bepaalde in artikel 517 Sv. niet zo ernstig is dat de strafdreiging opgenomen in artikel 517 Sv. lid 6 toegepast zal worden en voorts dat het geen vaste jurisprudentie is dat in dergelijke gevallen de nietigheid van de dagvaarding wordt uitgesproken.

Dit oordeel leidt niet tot feiten en omstandigheden waardoor in het algemeen de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden (artikel 437 Sv.).”

Het Hof heeft, gezien de geschetste feiten, de wraking van mr. A. Charan ongegrond verklaard en bepaald dat de behandeling van de strafzaak tegen verzoeker wordt hervat in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de indiening van het wrakingsverzoek.

 

Paramaribo, 2 februari 2023

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling hoger beroep strafzaak verdachte R. Oedit op 23 januari 2023

Op maandag 23 januari 2023 is een aanvang gemaakt met de inhoudelijke behandeling van het hoger beroep van de strafzaak tegen de verdachte R. Oedit. De Hofkamer bestond uit kamerpresident, mr. M. Mettendaf en de leden, mr. S. Punwasi en mr. D. Nanhoe. De waarnemend procureur-generaal was mr. S. Mahadew. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. R. Lobo.

Bij deze eerste inhoudelijke behandeling is het verdachtenverhoor gehouden waarbij door de leden van de Hofkamer, de waarnemend procureur-generaal alsook de advocaat van de verdachte vragen werden gesteld over de ten laste gelegde feiten. Door de advocaat van de verdachte is tevens een verzoek gedaan om de voorlopige hechtenis van de verdachte op te schorten. In reactie hierop vroeg de waarnemend procureur-generaal de Hofkamer om het verzoek af te wijzen. Na een schorsing is door de Hofkamer afwijzend op het verzoek beslist omdat de ernstige bezwaren nog recht overeind staan.

De volgende behandeling is bepaald op donderdag 23 februari 2023 om 09.00 uur. Op die dag zal de waarnemend procureur-generaal het requisitoir houden waarna de raadsman het pleidooi zal voeren.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-hoger-beroep-strafzaak-verdachte-oedit-op-9-januari-2023/

 

Paramaribo, 2 februari 2023

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling hoger beroep strafzaak verdachte Oedit op 9 januari 2023

Bij de behandeling van het hoger beroep in de strafzaak tegen de verdachte R. Oedit op maandag 9 januari 2023 is de verdachte ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep door het Hof, bestaande uit kamerpresident, mr. M. Mettendaf, en de leden, mr. D. Nanhoe en mr. S. Punwasi.

Hiermee is het formeel verweer gevoerd op 17 oktober 2022 door de waarnemend Procureur-Generaal, mr. S. Mahadew, verworpen.

Volgens de wet is het niet mogelijk om hoger beroep aan te tekenen als het verzet vervallen is verklaard. In deze zaak heeft de kamer bij zijn oordeel echter de internationale verdragen, waaraan Suriname zich heeft gecommitteerd betrokken¸ waardoor de verdachte wel ontvankelijk is verklaard.

Dit tussenvonnis zorgt ervoor dat de strafzaak nu inhoudelijk kan worden behandeld in hoger beroep. De eerste behandeling staat gepland voor maandag 23 januari 2023.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-hoger-beroep-strafzaak-r-oedit-op-28-november-2022/

 

Paramaribo, 24 januari 2023

Communicatie Unit Hof van Justitie