Ex-parlementariërs ontvangen dankbetuiging voor bijdrage institutionele versterking rechtspraak en rechtsstaat

8 augustus 2025

Het Hof van Justitie heeft de ex-voorzitter van De Nationale Assemblee (DNA), dhr. M. Bee en de leden dhr. A. Gajadien, mevr. G. Jordan en mevr. C. Dijksteel op 8 augustus 2025 bedankt voor hun bijzondere bijdrage aan de rechtsstaat Suriname tijdens hun afgelopen ambtsperiode. Volgens de president van het Hof van Justitie, mr. I. Rasoelbaks hebben zij geschiedenis geschreven door invulling te geven aan artikel 141 van de Grondwet. Met de aanname van het nieuw Burgerlijk Wetboek en de wet rechtspositie Rechterlijke Macht hebben zij bewerkstelligd wat in de afgelopen 50 jaren nooit eerder is gelukt. ‘Dit noemt men pas, geschiedenis schrijven voor de rechtsstaat Suriname!’, bracht de president van het Hof van Justitie naar voren.

De president van het Hof, mr. I. Rasoelbaks met de gewezen voorzitter van DNA, dhr. M. Bee

Volgens Rasoelbaks is het werk van de rechter niet bijzonder ten opzichte van anderen. Desondanks worden rechters “veroordeeld” voor het leven door vooral de verliezende partij, omdat zij oordelen over de vrijheden en vermogens van anderen. Bee, Gajadien, Jordan en Dijksteel als respectievelijk voorzitter DNA, initiatiefnemer van de wet, mede-initiatiefnemer van de wet en voorzitter van Commissie van Rapporteurs hebben ervoor gestaan dat in het vorige Parlement rechters zekerheid hebben ondanks de veroordeling van de verliezende partij.

Mr. Rasoelbaks met de gewezen initiatiefnemer van de wet, dhr. A. Gajadien

Ook de vernieuwing van het Burgerlijk Wetboek heeft gezorgd voor een stukje rechtsontwikkeling en rechtsbescherming in de samenleving. ‘Burgers en ondernemers/investeerders alsook de rechtspraktijk hebben nu gemoderniseerde regels voor grotere ontwikkelingen in de natie’, hield Rasoelbaks de aanwezigen voor.

Mr. Rasoelbaks met de gewezen voorzitter van de Commissie van Rapporteurs, mevr. C. Dijksteel

De gewezen parlementariërs kregen voor hun toewijding, bijdrage en inzet ter versterking van de rechtsstaat elk een plakkaat overhandigd. Hiermee beoogt het Hof van Justitie de gewezen leden te inspireren om zich te blijven inzetten voor het recht en zijn instituties.


 

Behandeling strafzaak verdachte Kromosoeto e.a. van 17 juli 2025

Op 17 juli 2025 is de behandeling van de strafzaak tegen de verdachten G. Kromosoeto, G. Hew A Kee, B. Jurgens, R. Putter, W. Sardjo en J. ten Berge voortgezet door de kantonrechter voor het pleidooi van de verdachten Putter en Hew a Kee en de beslissing van de kantonrechter op het verzoek tot opschorting van de voorlopige hechtenis van verdachte Kromosoeto.

De advocaat van de verdachte Putter heeft om uitstel gevraagd voor het houden van het pleidooi. De kantonrechter heeft dit verzoek gehonoreerd omdat er sprake is van klemmende redenen.

De raadsman van de verdachte Hew A Kee heeft tijdens de zitting zijn pleidooi gehouden. Volgens hem heeft de verdachte zich niet schuldig gemaakt aan feiten genoemd in de tenlastelegging. De raadsman van verdachte Hew A Kee heeft daarom de kantonrechter verzocht om Hew A Kee vrij te spreken.

De zaak wordt voortgezet op 13 augustus 2025 en staat dan voor het pleidooi in de strafzaak tegen de verdachte Putter en de beslissing van de kantonrechter op het verzoek tot voorlopige invrijheidstelling van verdachte Kromosoeto.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-strafzaak-verdachte-kromosoeto-e-a-van-30-juni-2025/

 

Paramaribo, 8 augustus 2025

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling tweede deel SPSB strafzaak van 4 juli en 17 juli 2025

Op 4 juli 2025 is het tweede deel van de SPSB strafzaak door de kantonrechter behandeld. Als verdachten in deze strafzaak zijn aangemerkt: A. Hassankhan, G. Kromosoeto, M. Hassankhan, P. Bhiekemsingh, S. Djojobesari, O. Wangabesari, R. Kartoredjo, A. Harpal, W. Sardjo, Twahier Ajoeb NV, Global Equipment NV, Earth Cleaning NV, NV Caremco Holding, Stichting Aanvaardbaar en Multi Electrical System NV. De zaak stond voor voordracht en getuigenverhoor. 

De zaak werd door de officier van justitie formeel voorgedragen aan de kantonrechter. Hierbij somt zij de feiten die de verdachten ten laste zijn gelegd op. De verdachten worden vervolgd voor overtreding van artikel 13 van de Anti Corruptiewet, verduistering, terwijl de schuldige als ambtenaar door het begaan van het strafbaar feit een bijzondere ambtsplicht schendt, gekwalificeerde verduistering, het aannemen van giften en/of het doen van beloften en/of diensten, overtreding van de Wet Money Laundering en heling.

De raadslieden van de verdachte Kromosoeto hebben een preliminair verweer opgeworpen. De raadslieden voerden aan dat Kromosoeto in fase II, dat is dit tweede deel van de SPSB strafzaak, vervolgd wordt voor dezelfde strafbare feiten, waarvoor hij al terechtstaat in fase I en in de Centrale Bank zaak. Zij voeren aan dat er sprake is van samenloop van meerdere strafbare feiten. Er is geen sprake van een eerlijk proces. Verder voeren de raadslieden aan dat er in strijd is gehandeld met het ne bis in idem beginsel, dat is het beginsel dat een persoon niet twee keer voor hetzelfde mag worden vervolgd. De raadslieden hebben aan de kantonrechter gevraagd om te oordelen over de ontvankelijkheid van de vervolgingsambtenaar.

Vervolgens is de verdachte Kromosoeto verhoord als getuige in de strafzaak tegen verdachte Hassankhan.

De raadsvrouw van de verdachte Hassankhan heeft een verzoek ingediend om de voorlopige hechtenis van haar cliënt op te schorten. De officier van justitie heeft zich verzet tegen dit verzoek en vroeg aan de kantonrechter om het verzoek tot voorlopige invrijheidstelling af te wijzen. De kantonrechter heeft het verzoek van de raadsvrouw van de verdachte Hassankhan afgewezen omdat er nog ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan en omdat er sprake is van een geschokte maatschappelijke rechtsorde.

Er is verstek verleend tegen verdachten Sardjo en Multi Electrical System N.V. wegens afwezigheid bij de behandeling van de strafzaak. 

De zaak is voortgezet op 17 juli 2025. Op die zitting stond de zaak voor de reactie van de officier van justitie op het preliminaire verweer dat eerder door de verdediging van verdachte Kromosoeto was aangevoerd. De officier van justitie benadrukte in haar reactie dat de strafzaken tegen verdachte Kromosoeto, hoewel beide verband houden met de SPSB-kwestie, inhoudelijk geen direct verband met elkaar hebben. Volgens de officier van justitie is deze omvangrijke en complexe zaak in fasen opgedeeld. Die opdeling is door de rechter-commissaris toegepast om de zaken overzichtelijk te houden. Door de verschillende fases (fase 1 en fase 2) van elkaar te scheiden wordt volgens de officier van justitie getracht om de tenlastelegging voor elke verdachte zo duidelijk mogelijk te maken. In beide fases wordt Kromosoeto als verdachte aangemerkt maar de officier van justitie benadrukt dat het gaat om verschillende strafbare feiten gepleegd op verschillende momenten en met verschillende personen. Hoewel het in beide zaken gaat om soortgelijke artikelen uit het Wetboek van Strafrecht, zoals verduistering en ambtelijke corruptie, verschillen de feitelijke gedragingen inhoudelijk van elkaar volgens de officier van justitie. De officier van justitie concludeerde dat de rechten van de verdachte niet zijn geschonden en verzocht de kantonrechter om de bezwaren van de verdediging te verwerpen.

De zaak wordt voortgezet op 13 augustus 2025. De zaak staat dan voor repliek en dupliek in verband met de gevoerde preliminaire verweren. Tevens zal op die dag het verhoor van getuigen in de zaken tegen de verdachten Sardjo en Multi Electrical System NV, plaatsvinden.

Lees ook het vorige bericht:https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-tweede-deel-spsb-strafzaak-van-29-april-21-mei-en-30-mei-2025/ 

 

Paramaribo, 8 augustus 2025

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Certificaatuitreiking RAIO-Opleiding Zittende Magistratuur

4 augustus 2025

‘Een bijzonder moment’, noemde de Directeur van het Centrum voor Democratie en Rechtspleging, mevr. S. Koole, de afronding van het theoretische gedeelte van de opleiding tot Rechterlijke Ambtenaren in Opleiding (RAIO). Gisteren, 28 juli 2025, mochten dertien RAIO’s hun certificaten in ontvangst nemen uit handen van de Directeur, nadat zij de opleiding waren gestart in 2022.

De RAIO’s met hun certificaten

De groep werd geprezen voor hun toewijding, discipline en doorzettingsvermogen. Vanaf het begin heeft de groep zich onderscheiden door serieus, gemotiveerd en uiterst professioneel te werk te gaan. De opleiders en begeleiders konden altijd rekenen op hun aanwezigheid. Volgens Koole getuigt dit van verantwoordelijkheid en betrokkenheid. Meerdere docenten spraken hun bewondering uit voor de motivatie van de RAIO’s. Ze hebben zich ondanks de vele verleidingen en drukte gefocust op verdieping en kwaliteit volgens Koole. De opleiding tot rechterlijke ambtenaar vergt juridische scherpte, moreel kompas, reflectie en een open blik en de RAIO’s hebben laten zien dat zij deze eigenschappen bezitten.

De RAIO’s zijn inmiddels van start gegaan met de praktijk. De theoretische opleiding werd gefinancierd in het kader van het project ‘Strengthening the Criminal Justice System of Suriname.’ Ook het Hof van Justitie werd bedankt voor de goede samenwerking en coördinatie van de opleiding. Tot slot gaf Koole het volgende mee aan de gecertificeerden: ‘Blijf leren, blijf luisteren en blijf trouw aan de waarden die jullie gevormd hebben.’


 

Uitspraak strafzaak verdachten R.M. en K.R van 24 juli 2025

Op 24 juli 2025 heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachten R.M. en K.R., in verband met de vermiste toerist. Aan de verdachten waren de feiten moord (1A), het wegmaken van een stoffelijk overschot (2) en begunstiging (3) ten laste gelegd. Het strafbaar feit begunstiging komt hierop neer dat een verdachte een ander die een misdrijf heeft gepleegd, zou hebben geholpen, onder andere door het verbergen van bewijsmateriaal of het verstrekken van valse informatie aan de autoriteiten.

De officier van justitie heeft ten aanzien van de verdachte R.M. alle drie feiten bewezen geacht en vorderde een gevangenisstraf van 30 jaren onvoorwaardelijk onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, handhaving van de gevangenhouding en teruggave van een inbeslaggenomen telefoon. Voor de verdachte K.R. achtte de vervolging het feit onder 3 van de tenlastelegging bewezen en vorderde een gevangenisstraf van 9 maanden waarvan 5 voorwaardelijk onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht en teruggave van een inbeslaggenomen telefoon en auto.

De kantonrechter heeft het formeel verweer van de raadslieden van K.R. verworpen en de officier van justitie ontvankelijk geacht in de vervolging. Zij oordeelde daarbij dat de aanhouding van K.R. niet in strijd is geweest met de artikelen 7 en 8 van het Amerikaans Verdrag inzake de Rechten van de Mens en art. 14 van het BUPO Verdrag.

Met betrekking tot het inhoudelijke van de strafzaak had de raadsman van de verdachte R.M. tijdens het pleidooi de kantonrechter primair verzocht om de verdachte vrij te spreken van de gehele tenlastelegging. Als er geen vrijspraak zou kunnen volgen volgens de rechter, vroeg de raadsman dat de verdachte een lagere straf wordt opgelegd dan genoemd door het OM en dat daarbij ook de persoonlijke omstandigheden en de proceshouding van de verdachte mee worden genomen.

De kantonrechter heeft de verdachte R.M. vrijgesproken van de feiten moord en het wegmaken van een stoffelijk overschot. Voor het feit genoemd onder 3 (begunstiging) van de tenlastelegging heeft de kantonrechter R.M. veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.

De kantonrechter heeft de verdachte K.R. vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.

Bij de bewijsmotivering heeft de kantonrechter overwogen dat de verdachte R.M. zich schuldig heeft gemaakt aan begunstiging door het helpen vernietigen en wegmaken van de camera box, het weggooien van een horloge en het schoonmaken van de woning. Door zijn handelen is de nasporing of vervolging van een ernstig misdrijf, namelijk doodslag, een stuk moeilijker gemaakt.

Volgens de kantonrechter heeft de verdachte K.R. steeds ontkend iets af te weten van de vermissing van het slachtoffer. Daarnaast is uit het onderzoek niet gebleken dat zij iets kon weten of wist over de vermissing van het slachtoffer.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-strafzaak-verdachten-r-m-en-k-r-van-30-juni-2025/

 

Paramaribo, 1 augustus 2025

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling strafzaak verdachte C.L. van 23 juli 2025

Op 23 juli 2025 is de behandeling van de strafzaak tegen de verdachte C.L. voortgezet door de kantonrechter. Deze verdachte, die voorganger is bij een religieuze gemeente, wordt een zedenmisdrijf verweten. Het misdrijf is volgens de vervolging gepleegd jegens een lid van een andere gemeente dan die waar de verdachte lid van is. De zaak stond voor repliek van de officier van justitie.

De officier van justitie heeft de repliek gehouden en blijft erbij dat het wettig en overtuigend bewijs is geleverd voor het tenlastegelegde feit verkrachting. Het strafvoorstel van 4 jaren onvoorwaardelijk onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, zoals verwoord in het requisitoir, blijft volgens de officier van justitie overeind staan.

De behandeling van de zaak wordt voortgezet op 13 augustus 2025 voor dupliek van de raadsman van de verdachte.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-strafzaak-verdachte-c-l-van-25-juni-2025/

 

Paramaribo, 1 augustus 2025

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling strafzaak fraude reisbureau Comfort Travel van 8 juli en 22 juli 2025

Op 8 juli 2025 is de strafzaak tegen de verdachte S.M. voortgezet door de kantonrechter. In de fraudezaak rond het reisbureau Comfort Travel Services wordt de verdachte beschuldigd van grootschalige oplichting van tientallen klanten. De zaak stond voor het pleidooi van de verdediging.

De advocaten van de verdachte hebben het pleidooi gehouden. Zij vroegen de kantonrechter om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren vanwege het schenden van de beginselen van een goede procesorde. Volgens de verdediging is er sprake van willekeurige strafvervolging. Indien de kantonrechter het niet eens is met dit standpunt vroegen de advocaten om strafkorting op de gevorderde strafeis van de officier van justitie.

De officier van justitie heeft op een eerdere zitting in het requisitoir tegen S.M. een strafvoorstel gedaan van drie jaar onvoorwaardelijk en tevens geëist dat S.M. binnen twaalf maanden het geld terugbetaalt aan de benadeelden.

De verdediging deed een verzoek tot invrijheidstelling van de verdachte. De officier van justitie vroeg de kantonrechter dit verzoek af te wijzen. De kantonrechter heeft dit verzoek afgewezen.

Op 22 juli 2025 is de zaak verder behandeld en heeft de officier van justitie de repliek gehouden.

De zaak is uitgesteld naar de zitting van 12 augustus 2025 voor de dupliek van de verdediging.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-strafzaak-fraude-reisbureau-comfort-travel-van-24-juni-2025/

 

Paramaribo, 1 augustus 2025

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Behandeling strafzaak verdachte K.C. van 17 juli 2025

Op 17 juli 2025 is de behandeling van de strafzaak tegen de verdachte K.C. die verdacht wordt van money-laundering, voortgezet door de kantonrechter. De zaak stond voor uitspraak van de kantonrechter op het wrakingsverzoek.

In deze zaak speelt dat de zaak was aangebracht bij een eerste kantonrechter. Die kantonrechter heeft een beslissing genomen op het bezwaar tegen de dagvaarding. Nadat het bezwaar in hoger beroep ongegrond is verklaard is de zaak voorgebracht bij een andere kantonrechter, niet de rechter die als eerst de zaak deed. De verdachte en de verdediging waren het er niet mee eens dat de zaak voor een andere rechter is voorgebracht. Die tweede kantonrechter is gewraakt. Op de wraking is op 17 juli 2025 de uitspraak gedaan door die tweede kantonrechter.

De kantonrechter heeft het wrakingsverzoek ongegrond verklaard. Volgens de kantonrechter zijn er twee punten aangehaald bij het wrakingsverzoek. Op het eerste punt, inhoudende dat de vervolging op oneigenlijke gronden de zaak niet bij de eerste kantonrechter heeft aangebracht is al uitgebreid beslist in het tussenvonnis van 30 april 2025. Dat de raadslieden dit verweer wederom opwerpen als grondslag voor hun wrakingsverzoek is volgens de kantonrechter in strijd met de goede procesorde en levert ook geen grond op voor het wrakingsverzoek. Ten aanzien van punt 2 stelde de kantonrechter vast dat de raadslieden een deel van de motivering en beslissing van de kantonrechter in haar tussenvonnis van 30 april 2025, hebben gebruikt als grondslag voor hun wrakingsverzoek. De kantonrechter overwoog dat uit de onderbouwing van de verdachte over de wraking te halen is dat de verdachte de wraking heeft ingesteld omdat hij het oneens is met de beslissing van de kantonrechter en hij wil dat de zaak door de eerste kantonrechter behandeld moet worden. De kantonrechter verwees naar een arrest van de Hoge Raad waarin is beslist dat een verdachte die het niet eens is met de beslissing en motivering van de kantonrechter,  niet over kan gaan tot het wraken van de kantonrechter, tenzij uit de motivering duidelijk blijkt van vooringenomenheid van de rechter bijvoorbeeld door de woordkeus, hetgeen in casu niet het geval is. Wraking mag volgens de Hoge Raad niet worden gebruikt om de ontevredenheid te uiten tegen een beslissing waar je het niet mee eens bent. Zo overwoog de kantonrechter.

Na de uitspraak over de wraking is de zaak op verzoek van de vervolging uitgesteld naar de zitting van 16 oktober 2025. De zaak staat dan voor het verdachtenverhoor. De raadslieden van verdachte hebben medegedeeld dat zij hoger beroep zullen aantekenen tegen de beslissing over de wraking van de kantonrechter.

Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-strafzaak-verdachte-k-c-van-10-juli-2025/

 

Paramaribo, 28 juli 2025

Communicatie Unit Hof van Justitie


 

Launch digitalisering Strafsector

24 juli 2025

Per 23 juli 2025 heeft de Rechtspraak Suriname een online zaaksregistratiesysteem geïntroduceerd in de strafsector. Het Registratie en Informatie Systeem Strafrecht afgekort RISS moet zorgen voor digitalisering en modernisering van de Rechtspraak in Suriname waarbij alles op één plek te vinden is. Dit systeem is in samenwerking met het Openbaar Ministerie tot stand gekomen, nadat er reeds een soortgelijk systeem in gebruik was genomen voor de civiele sector.

De president van het Hof van Justitie, mr. I. Rasoelbaks (zittend), bekijkt een dossier in het systeem onder toeziend oog van de directeur Bedrijfsvoering, de functioneel beheerders en rechters

Het systeem moet zorgen voor een zekere mate van transparantie en snelheid bij de behandeling van strafzaken waardoor belanghebbenden op efficiënte en effectieve wijze kunnen beschikken over informatie van rechtszaken. De applicatie is zodanig ontwikkeld dat het gehele proces van strafzaken wordt ondersteund door zowel het Hof van Justitie alsook door het Openbaar Ministerie.

Het heugelijk moment werd online gevolgd door de bijdragers van het systeem

De medewerkers van de verschillende Units van de Strafsector hebben via trainingen de informatie omtrent het gebruik en de werking van het systeem meegekregen. Ze hebben in het bijzonder geleerd hoe de verschillende zaken te registreren. Ook is er een digitale handleiding ontworpen die door de medewerkers kan worden geraadpleegd. De trainingen zijn verzorgd door André Steg, senior-adviseur van het gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en van Bonaire, Saba en Sint-Eustatius.


 

Open Monumentendag Hof van Justitie

23 juli 2025

In verband met Open Monumentendag op zondag 20 juli 2025 heeft het Hof van Justitie het gebouw aan het Onafhankelijkheidsplein no. 04 opengesteld voor het publiek. De activiteit wordt jaarlijks georganiseerd door Stichting Waaggebouw. Het thema dit jaar was ‘Bestuur en Politiek.’

De bezoekers werden in de gelegenheid gesteld om de eerste etage van het gebouw te bezichtigen. Het betrof de zittingszaal, de raadkamer, de gang en de binnentrap. De mensen kregen ook de mogelijkheid om plaats te nemen in de leeuwenstoel en foto’s te maken. De kinderen vonden dit heel interessant en simuleerden uit zichzelf rechtszaken. Ook de volwassen waren erg onder de indruk. Velen bezoekers wilden ook de bovenste verdieping en de begane grond bezichtigen. Er werden veel vragen gesteld en uitleg gegeven over de Rechtspraak in Suriname.

Het pand dateert van 1712. In 1740 werd een tweede huis gebouwd door Frans Laurens Wriedt. In 1772 werd het pand gekocht door het gouvernement voor F 30.000,- om te dienen als Paleis van Justitie. Op 3 november 1773 werd het pand officieel in gebruik genomen door het gouvernement. Inmiddels wordt er al 156 jaar Recht gesproken in het gebouw.

Verzoeken om het gebouw te bezichtigen en/of zittingen bij te wonen kunnen worden gericht aan de Communicatie Unit van het Hof van Justitie via het e-mailadres communicatie@rechtspraak.sr.

Hieronder treft u een fotocollage van de dag.